Rendement Deens kwaliteitsimago vaag
Het inkomen van de Deense varkenshouder verbeterde de afgelopen twee jaar spectaculair. Vooral zeugenhouders boerden in het boekjaar 2006 goed met gemiddeld 100.000 euro winst op een doorsnee bedrijf. Net als in Nederland, hebben de Denen geprofiteerd van de relatief hoge biggenprijzen die de Noord Duitse vleesvarkenshouders betaalden voor uniforme koppels biggen. Ook nam de schaalgrootte toe.
Hoogwaardig product
In Denemarken zijn de verhoudingen de laatste jaren volledig op de kop gezet. In het verleden groeide de Deense varkenssector letterlijk en figuurlijk uit tot een van de grootste marktpartijen ter wereld. Het geheim: door collectief een efficiënt en kwalitatief hoogwaardig product voort te brengen en te verwaarden via de eigen slachterijen van de nationale coöperatieve gigant Danish Crown.
In het kielzog van het vleesconcern die overname op overname pleegde, groeide de varkensstapel naar een omvang die vergelijkbaar is met de Nederlandse populatie. De varkensstapel telt nu drie maal zoveel varkens als mensen in Denemarken. In Nederland is een 1:1 verhouding al een schrikbeeld. Maar de stemming is in Denemarken ook omgeslagen. Varkenshouderij is verplicht grondgebonden en per hectare mogen er niet meer dan zes zeugen met speenbiggen en 50,4 vleesvarkens worden gehouden.
Als gevolg van deze wetgeving en de aanhoudende winstgevendheid van de varkenshouderij is de vraag naar grond en de prijs ervan enorm gestegen. In tien jaar tijd verdrievoudigde de waarde van een hectare landbouwgrond. Een prijs van 20.000 euro per hectare is heel normaal. Vermeerderen in plaats van afmesten wordt steeds aantrekkelijker, temeer daar de exportmarkt voor biggen in Noord Duitsland groeit en de prijzen structureel hoger liggen dan in Denemarken.
Biggenexport ‘booming’
Van de weeromstuit groeide de levende biggenexport sinds de periode 1998 tot 2003 van twee miljoen stuks naar vier miljoen stuks. En het eind is nog niet in zicht. De omvang zal in de komende jaren opnieuw verdubbelen, verwacht directeur Hans Aarestrup van de belangenvereniging Danske Svineproducenter. „Ik zie niet in welke veranderingen er de komende vijf jaar plaats kunnen vinden.
Noord-Duitse vleesvarkensbedrijven prefereren uniforme koppels van één of twee bedrijven boven twintig verschillende leveranciers uit Zuid-Duitsland. Bovendien ligt daar de kostprijs per big tenminste tien euro hoger dan in Denemarken. Nieuwe transportregels van de EU kunnen een probleem worden, maar de afstand van Denemarken tot de afzetmarkt is zo gering dat transport niet verboden kan worden, zonder de landbouw te schaden in landen waar de afstanden veel groter zijn.”
De visie van Aarestrup betekent dat Danish Crown het moeilijk krijgt. „Het aantal slachtingen loopt jaarlijks terug. Slachterijdirecties zoeken de oorzaak buiten zichzelf in de milieuregelgeving en in de grondhonger, maar een deel van de schuld moeten ze bij zichzelf zoeken. Vermeerderaars aan de andere kant van de grens in Duitsland betalen meer voor speenbiggen. Zolang dat gebeurt, verhuizen Deense biggen naar Duitse stallen.”
Danish Crown onder druk
Aarestrup legt de vinger op de zere plek, beaamt Jens Haven Christiansen, divisiedirecteur van Danish Crown. „Goddank hebben we het laatste jaar een concurrerende biggenprijs kunnen uitbetalen.” Christiansen schrijft de concurrerende prijs toe aan de meerwaarde die het concern buiten Europa weet te realiseren dankzij de hoge gezondheid-en voedselveiligheidsstatus van de Deense varkenshouderij.
„Jarenlang is het ons niet gelukt om aan kwaliteit te verdienen. De Duitsers deden niets en behaalden dezelfde resultaten in het buitenland. Maar er is een kentering gekomen en ik verwacht dat het aanhoudt. Kwaliteit betaalt zich uit, ook op de lange termijn.” Christiansen is echter realistisch genoeg om te erkennen dat varkensvleesdivisie van Danish Crown onder druk staat. Al enkele jaren achter elkaar is de omzet uit varkensvlees blijven steken op ruim drie miljard euro (vergelijkbaar met de jaarlijkse varkensomzet van Vion).
„We proberen zowel autonoom als door overnames te groeien. Maar dat geldt niet voor de varkensvleesdivisie. Helaas hebben we de boot gemist in de besprekingen met de Zweedse vleesconcern Swedish Meat. Het Finse HK Ruokatolo plaatste een beter bod.”
Meerwaarde creëren
Christiansen geeft aan dat de strategie de komende jaren gericht is op efficiëntieverbetering. Daarmee kan Danish Crown de uitdaging aan om de 8.000 aandeelhouders een uitbetalingprijs te bieden die concurrerend is met het buitenland. Het afgelopen jaar bedroeg de nabetaling ongeveer een euro per kg geslacht gewicht. „Maar uiteraard hebben we als onderneming wel de doelstelling om de omzet te vergroten.
Dat kan door meerwaarde te creëren in de verwaarding van karkassen. Retail en verpakking zijn belangrijke factoren die de resultaten beïnvloeden. We richten ons vooral op Noord- en Centraal Europa. Rusland is een snel groeiende markt, al profiteren Duitsland en Nederland er net zoveel van. Maar we hebben ook exclusieve toegang tot de Australische markt, dankzij onze kwaliteitsniveau. Veel hangt ook af van de importbeperkingen op Braziliaans vlees.”
Strenge regelgeving
Transport van levende varkens per vliegtuig sluit Christiansen uit. „Ik weet dat het in het nieuws is om fokvarkens te transporteren per vliegtuig. Maar het is gewoon veel te duur voor vleesvarkens. Ik zie geen grote transportbewegingen per vliegtuig ontstaan.”
Danish Crown maakt zich niet druk om de strenge regelgeving voor het transport van vee in Denemarken. Een tiental slachterijen in Denemarken bieden de garantie dat vleesvarkens binnen drie uur op de plaats van bestemming zijn. Christiansen: „Er wordt veel aandacht aan geschonken door de overheid. Maar het betreft vooral het transport op lange afstand.”
De divisiedirecteur is kritisch over de bereidheid van Deense varkenshouders om uit zichzelf of in coöperatieverband te investeren in kwaliteitsaspecten als dierenwelzijn en voedselveiligheid. „Het is net als bij jullie in Nederland en overal elders in de wereld. Een ondernemer is pas bereid investeringen te doen als hij de winstgevendheid ervan met enige zekerheid kan inschatten. Investeren in welzijn verdien je niet makkelijk terug, is de mening van de Deense varkenshouder. De ontwikkelingen gaan hier echt niet sneller dan in Nederland.”
Streng controleregime
De overheid is in Denemarken in feite de drijvende kracht achter de kwaliteitsimago dat het land in het buitenland heeft. Het handhaaft al jaren een zeer strenge milieuregelgeving, legde als eerste land ter wereld het gebruik van probiotica in veevoer aan banden, en past een uitermate streng controleregime toe. Er worden bijvoorbeeld boetes van meer dan 1.500 euro uitgedeeld, omdat er medicijnen zijn gebruikt voor doeleinden die niet in het recept staan.
Een ander voorbeeld is de wetgeving en controle op het diertransport, die aanzienlijk verder gaat dan de EU-regelgeving. Twee grote transportbedrijven zijn voor enkele maanden stilgelegd, omdat volgens de Deense overheid de transporttijden niet werden nageleefd. Het ging om het vervoer van zeugen, die volgens Deens besluit
Het stilleggen van de levende export heeft de Deense varkenshouderijstructuur danig ontregeld. Danish Crown kon de stroom varkens voor binnenlandse slacht (mede vanwege twee branden in korte tijd) niet aan en was genoodzaakt veel zwaardere varkens te gaan slachten. Ook de biggenexport kwam in het gedrang.
Topkwaliteit blijft
Ook bemoeit de overheid zich nadrukkelijk met de voedselveiligheid. Er is een speciaal ministerie voor Consumenten in het leven geroepen, dat naast het ministerie van Landbouw functioneert. De huidige minister Carina Christiansen ging dit voorjaar nog actief in gesprek met de sector over de eisen die de consumenten stellen aan voedselveiligheid. Export-organisatie Danske Slagterier maakt er dankbaar gebruik van. ‘De grootste exporteur ter wereld heeft het veiligste vlees’ , luidt de slogan.
Het laagste medicijnenverbruik, de gezondste varkens en het minst verontreiniging in de slachterij en tijdens transport. Denemarken is groot geworden met de claim het kwalitatief beste varkensvlees ter wereld te produceren en ook in de toekomst zullen ze die rol blijven vervullen. Of het nu van overheidswege wordt afgedwongen of dat het bereikt wordt door een collectieve inspanning via de coöperatie. Danish Crown-directeur Christiansen: „Onze positie en inkomsten zijn afhankelijk van dierziekten. Net als bij jullie in Nederland. Maar wij hebben de kortste grens. De kans op ziekte-insleep is het kleinst.”
Of het verschil ook tot uiting komt in de portemonnee van de producent leert de toekomst. De afgelopen jaren had Danish Crown moeite om de aandeelhouders aan zich te binden.
Tekst: Joyce Cornelissen
Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.
Beeld: Danish Crown