Investeren omdat het beter kan
Om zes ton in een stal te investeren moet je lef hebben en dat heeft Martien van Kempen uit Leunen zeker. Hij ging aan de slag met een systeem waarin mestbanden gebruikt worden. Verschillende partijen hebben over de jaren heen gestoeid met het gebruik van mestbanden in de varkenshouderij. Allen liepen tegen problemen aan en varkenshouders zijn er niet van onder de indruk. Waarom dan toch met dat systeem aan de slag?
Boven de put niet gezond
Van Kempen is ervan overtuigd dat het systeem, dat in de pluimveehouderij feilloos werkt, ook in de varkenshouderij kan werken. „Ik wil een gezond leefklimaat voor zowel mens als dier creëren”, zegt de varkens- annex pluimveehouder. Volgens Van Kempen is het niet gezond voor de varkens om de hele dag met hun neus boven de mestput te staan. „Waar mest en urine elkaar tegen komen wordt ammoniak geproduceerd.” In conventionele stalsystemen gebeurt dat dus recht onder de dieren.
Uit onderzoek blijkt dat de ammoniakproductie door het mengen van mest en urine al in 24 uur de maximale waarde bereikt. „Het maakt daarna niet uit of je de mest twee weken of twee maanden in de put laat zitten”, aldus Van Kempen.
„Het werd tijd om het probleem van de mestput op te lossen.”
Van Kempen heeft bij zijn zoektocht gekeken naar andere sectoren. Naast de 5.000 vleesvarkens houdt Van Kempen op zijn bedrijf 65.000 opfokhennen en legkippen. Dat de mestbanden in de pluimveestallen voordelen met zich mee brengen staat voor Van Kempen vast. „Ik zag bij de kippen veel minder longproblemen dan bij de varkens en ben ervan overtuigd dat dat door het gebruik van de mestbanden komt.”
Keer op keer verstopt
Het scheiden van mest is ‘the issue’ als het gaat om de ammoniakemissie. De vorm van de band is hierbij van groot belang. Bij proeven met de mestband in de Herculesstal, van de Animal Sciences Group (ASG), werd een bolle band gebruikt waarbij de urine naar beide zijden afloopt. Door deze vorm raakten de giergoten aan de rand van de band keer op keer verstopt.
Om tot een goede bandvorm te komen is Van Kempen eind jaren negentig samen met zijn broer die bij North Carolina State University (NCSU) werkte, begonnen met het testen van diverse bandvormen. „Bij NCSU onderzochten ze de productie van ethanol uit droge mest, hiervoor was ook scheiding van mest noodzakelijk.” Bij de testen bleek de V-vorm niet de beste band, maar volgens Van Kempen is het wel de betrouwbaarste vorm. „De V-vormige band scheidt de mest niet optimaal.” De vaste mest die twee keer per dag uit de stal gedraaid wordt bevat nog ongeveer twintig procent urine.
Door de V-vorm van de band blijft de vaste mest op de helling liggen, terwijl de urine rustig tussen de mest door naar het laagste punt van de band sijpelt. De band ligt over de lengte gezien onder afschot, daardoor loopt de urine gedurende de hele dag de stal uit. Tachtig procent van de urine loopt op deze manier zonder met mest vermengd te worden de stal uit. Om te voorkomen dat er mest in de urinestroom terechtkomt zijn de roosters boven het midden van de band afgesloten.
Staalconstructie
Het gebruiken van mestbanden in de varkenshouderij is geen nieuw idee. Varkenshouders zijn huiverig wanneer er weer over mestbanden wordt gepraat. „Ze zijn bang voor mankementen in de draaiende delen van de installatie, die buiten het bereik van de varkenshouder, onder de roosters, liggen”, aldus Van Kempen.
Het vinden van de juiste bandvorm is één, maar daar zijn de problemen van de varkenshouders nog niet mee opgelost. Het systeem moest toegepast kunnen worden in een varkensstal. Om dat doel te bereiken heeft Van Kempen in 2002 een nieuw bouwsysteem ontwikkeld. „We zijn een systeem gaan ontwerpen om de band heen, in plaats van andersom.”
Bereikbaarheid van de banden stond centraal in het ontwerp van de nieuwe stal. Daarnaast moest de stal aan een scala van eisen voldoen. Een optimaal leefklimaat voor mens en dier, een verbeterde diergezondheid, lage uitstoot van gassen, energiezuinig, verbeterde resultaten en de stal moest goedkoop zijn. „Goedkoop bouwen betekende echter niet dat er consessies gedaan werden aan het werkgemak”, benadrukt Van Kempen.
Constructie met mestband
De nieuwe stal van Van Kempen werd opgehangen aan een staalconstructie. „Op iedere hoek van een hok staat een stalen poot, waaraan de inrichting opgehangen is.” Op een meter boven de betonnen werkvloer, hangt een stalen drager, waarop de roosters en de bolle vloer rusten. Onder de roosters hangt de constructie met de mestband.
Door de roosters op een meter hoogte te hangen kan Van Kempen op een wagentje onder de vloer door om de banden te controleren. De banden van de tweede etage in de stal van Van Kempen zijn vanaf de eerste etage te controleren. Van Kempen heeft voor een stal met twee etages gekozen. „Door de tweede etage in de stal te ‘hangen’ kon de kostprijs naar beneden.”
Metingen in testafdeling
Om in het najaar een ammoniakemissiefactor aan te kunnen vragen is de uitstoot van gassen op het bedrijf gemeten. Hiervoor is in een verouderde stal op het bedrijf van Van Kempen een kleine testafdeling ingericht. Uit de metingen van de ASG blijkt dat het Kempfarmsysteem het eerste stalsysteem is dat qua geur dezelfde uitstoot heeft als een traditionele stal met een gecombineerde luchtwasser.
Volgens Van Kempen is het stalsysteem een duurzamere oplossing dan het plaatsen van luchtwassers. „Door het gebruik van luchtwassers breng je zwavelzuur in het milieu, op de lange termijn komen we daar ook niet meer mee weg.” Bovendien brengen de luchtwassers volgens Van Kempen dagelijkse kosten met zich mee en is de investering hoger.
Uit de economische berekeningen die de ASG heeft gedaan blijkt dat het Kempfarmsysteem met name op de totale investering en de mestafzet positief scoort ten opzichte van een traditionele stal. Per dierplaats kost een Kempfarmstal met één etage 367 euro ten opzichte van een traditionele stal met 421 euro per dierplaats. De mestafzetkosten kunnen van 16,50 euro per gemiddeld aanwezig vleesvarken (gav) naar 14,08 euro per gav. Bij een stal met twee etages is het voordeel van de Kempfarmstal ruim acht euro per gav.
Keuze voor dichte vloer
„Een volgende stal zou ik anders bouwen. Ziektes blijven lang hangen in de stal, doordat de afdelingen met elkaar in contact staan via de mestbanden.” In een volgende stal zou Van Kempen kiezen voor een dichte vloer tussen de etages en voor lange smalle afdelingen in plaats van korte brede afdelingen. „Een mestband moet maar voor één afdeling gebruikt worden.”
Van Kempen is erg duidelijk over de bedoeling van zijn stal. „Mijn stal is een prototype, waar iedere keer aan gewijzigd wordt, het is niet de ideale situatie.” Dat is voor Van Kempen een reden om zo min mogelijk mensen de stal te laten zien. „Ik ben bang dat ze niet door de ontwikkelingen heen kunnen kijken.”
Van Kempen zou graag een demonstratiestal bouwen, waar mensen het systeem kunnen bekijken, maar hiervoor is steun nodig vanuit de sector en van de overheid. Daarnaast vindt Van Kempen het wenselijk om een stal te bouwen voor zeugen en speenbiggen en ook daar metingen te verrichten. Maar de eerste zorg van de varkenshouder is het verkrijgen van de ammoniakemmissiefactor. „Begin augustus moeten we de aanvraag indienen.”
Tekst: Joyce Cornelissen
Beeld: Kempfarm