Jos Jansen, handelaar in vee en vlees
In het weekend is de Nederlandse zakenman in vee Jos Jansen te vinden op zijn handelscentrum, enkele tientallen kilometers ten zuiden van de Hongaarse hoofdstad Budapest. Doordeweeks begeeft hij zich van de ene bestemming in Europa naar de andere. Op het Nutreco congres ‘Feed, Food or Fuel’ in Hotel Huis ter Duin was hij aanwezig om contacten te leggen, ondermeer met ’s werelds grootste verwerker van varkensvlees Royal Smithfields.
De plannen die directievoorzitter Larry Pope op dit congres ontvouwde klonken hem als muziek in de oren. „Ze zijn van plan om op een locatie nabij de Roemeense grens in Hongarije net zoveel varkens te gaan slachten als nu in heel Hongarije gebeurt. Dat betekent dat het perspectief voor varkensvlees in onze regio er heel goed uitziet. Mijn onderneming speelt erop in door aandelen te nemen in de productie van vleesvarkens in Hongarije.”
„We bouwen nu voor 20.000 stuks en we breiden de komende jaren uit naar 40.000 plaatsen. Het zijn volledig nieuwe moderne locaties die voldoen aan de EU-normen, met geautomatiseerde brijvoerinstallaties en met mogelijkheden om biogas te produceren. Vleesvarkenshouderij is in onze regio rendabeler dan in Nederland. Het graan is 40 tot 50 euro per ton goedkoper en je hebt niet met mestafzetkosten te maken.”
Val van de Muur
Jos Jansen heeft een passie voor rundvee maar de kansen die de varkenssector biedt laat hij niet liggen. Twintig jaar geleden begon de Limburger met handel in slachtkoeien. Hij reed wekelijks met een vrachtwagen van en naar de markt in Den Bosch. Maar zijn handelsgeest lokte hem op het juiste moment naar Oost-Duitsland om te profiteren van de Val van de Muur. „Het vee kon ik kopen voor een schijntje. Maar na een jaar was de handel al in een normale situatie beland. Gewoon een vechtmarkt, net zoals in Nederland.”
Van een terugkeer naar Limburg was echter geen sprake. „Als je eenmaal in Oost-Europa bent geweest wil je niet meer terug naar Nederland. De mogelijkheden zijn hier veel groter. In Nederland ben je een loopjongen van de producent.” In Oost-Duitsland legde Jansen contacten met de voormalige landbouwminister Hütter van Hongarije. Met hem richtte hij het veehandelsbedrijf Hunland op. De zaken liepen gesmeerd en van lieverlee ging de handel in varkens een steeds belangrijker onderdeel van het totaal uit maken.
Vandaag de dag zorgt de import van biggen en de verkoop van vleesvarkens en karkassen voor vele tientallen miljoenen euro’s omzet. Jansen beheert een wagenpark met een twintigtal moderne vrachtwagens voor levend vee, waarmee voornamelijk biggen en fokrunderen vanuit Noordwest-Europa naar Oost-Europa worden getransporteerd. Daarnaast beschikt Jansen over vier gekoelde vrachtwagens, die kwaliteitstransport van karkassen mogelijk maken.
Europese expansie
„Sinds de toetreding van Hongarije in 2004 is alles in een stroomversnelling gekomen. Voordien exporteerden we wel naar de EU, en dat was ondanks de douaneheffing toch interessant, maar vanaf 2004 konden we gaan importeren. Hongarije mocht de eigen markt niet langer beschermen. Het eerste jaar hebben we heel veel vette vleesvarkens geïmporteerd. Wel 400 auto’s vol. Het Westen zat te beven voor de toetreding maar het is de redding geweest van de varkenssector.”
„Het vlees was hier in Hongarije veel duurder. Nu bestaat de handel vrijwel volledig uit biggenimport. Sinds de toetreding is de varkensstapel hier in Hongarije enorm gekrompen. Maar het eind is nog niet in zicht want veel van de grootschalige voormalige staatsboerderijen voldoen niet aan de moderne EU-eisen en hebben geen geld om te investeren.”
Zijn activiteiten zijn een belangrijke factor in de perspectieven die de Nederlandse varkenssector heeft, zo blijkt uit het relaas van Jansen: „Duitsland is de grootste afnemer van Nederlandse biggen en dat zal ook wel zo blijven, maar ik voorspel dat het aandeel gaat dalen. De Duitsers investeren in zeugenhouderij en gaan zelf meer biggen produceren.
Transport over grote afstand
Maar de afzetmarkt in Hongarije en Roemenie biedt meer en meer perspectief. In een straal van 24 uur over 2.000 kilometer rondom Nederland, Duitsland en Denemarken moet het gebeuren. Biggetjes importeren en die in onze regio afmesten.” In een straal van 24 uur. Jansen begint er uit eigen beweging over. Het diertransport ligt onder vuur. „De 24-uur termijn is cruciaal. Dat mag niet verder worden ingekort. Als je biggen moet gaan uitladen en inladen is het niet meer interessant, omdat het risico op ziekte-insleep te groot wordt.”
„Daarom doen we er alles aan om het transport netjes volgens de regels te laten gebeuren. En dat moeten we met zijn allen doen. Overigens heb ik een andere mening over het transport van rundvee. Dat kan over veel grotere afstand. Uitladen op een rustlocatie is een veel minder groot risico en runderen kan je perfect verzorgen in de vrachtwagen.”
Hunland handelt ook in karkassen van vleesvarkens en al is het volume nog niet zo groot, de intentie is er zeker wel om ook in dit productsegment te groeien. Zijn er ook plannen om een volledige varkensintegratie op gaan zetten? Jansen: „Nee, ik zie er geen meerwaarde in. Varkensvlees is een massa-product. Een eigen merk heeft geen voordelen. Overigens ben ik wel van plan om rundvlees onder eigen merknaam te gaan verhandelen. Maar de kracht van mijn onderneming ligt in grootschalige handel in zowel vlees als melk, in combinatie met eigen productie-bedrijven. Daarom investeer ik flink in vleesvarkenshouderij.
Handelsrisico’s voor de handelaar
Op één been kan je niet staan. Daarmee spreid ik de risico’s. De schade die ik ondervind door handelsbelemmeringen als gevolg van dierziekten zijn voor eigen rekening. De overheid beschermt de producent wel, maar de veehandelaar moet het dragen als bedrijfsrisico, zeggen ze dan.”
Op het handelscentrum van Jansen in Hongarije is alles brandschoon en aangeharkt. De wasstraat is het hart van het distributiecentrum. Netjes werken volgens de regels is iets wat Jansen niet alleen van anderen verlangt, maar zelf ook in de praktijk brengt. Hij zou zichzelf ook in de voet schieten want uit de hoek waar de grootste bedreigingen vandaan komen, liggen tegelijkertijd óók de grootste kansen.
Geen verzadigde markt
Er doen zich nog steeds gevallen van varkenspest voor in Hongarije, Roemenië en Bulgarije. Even verderop in het Europese deel van Turkije heerste er tot voor kort MKZ. En wat er in Rusland allemaal op de loer ligt mag Joost weten. Maar juist in deze landen groeit de economie het hardst en neemt de vraag naar vlees en zuivel toe het snelst toe. Het zijn geen verzadigde markten zoals in West Europa. ’s Werelds grootste speler op de varkensvleesmarkt Royal Smithfield richt zich daarom niet op West maar op Oost Europa en Hunland vaart mee in het kielzog.
Jansen: „Stapje voor stapje bouwen we het verder uit. De onderneming is een manier van leven voor mij en mijn familie geworden. Doordeweeks ben ik onderweg in de auto of in het vliegtuig en ben ik continue ‘online’ en in het weekend ben ik thuis in Budapest, bij mijn vrouw en kinderen. Ik ga dan de buurt in om de gang van zaken op de eigen productiebedrijven te volgen.”