Diesel en energie uit varkensvet
„Alles wat niet in de vorm van vlees op het bord van de consument komt, valt onder de Vion-business unit Sobel. Sobel brengt deze stroom slachtbijproducten tot waarde.”, geeft Sjors Beerendonk, directeur algemene zaken van Sobel, aan. „Vion streeft namelijk naar de vierkantverwaarding van een varken. Tot nog toe werden deze slachtbijproducten vooral verwerkt in voeders voor landbouwhuisdieren en honden- en katten, maar wij gaan met onze nieuwe activiteit Ecoson deze producten nu ook gebruiken voor de productie van biodiesel en groene stroom.”
Slachtbijproducten waardevol
„Hierdoor is een derde afzetkanaal voor dierlijke vetten gecreëerd.” Hiervoor investeerde moederconcern Vion in 2006 tien miljoen euro in een vergistinginstallatie voor de opwekking van biogas, een raffinage unit voor dierlijk vet en een fabriek voor de productie van biobrandstof.
De 40 procent van het varken dat overblijft na het uitsnijden wordt volgens Beerendonk nog wel eens over het hoofd gezien. „Wij zien deze slachtbijproducten echter als een waardevol product dat verwerkt wordt tot dierlijk vet en eiwit dat kan worden toegepast als ingrediënt voor honden- en kattenvoer en landbouwhuisdieren.
Deze grondstoffen kennen echter ook bredere toepassingen in bijvoorbeeld de lucifer-, schuurpapier-, drop-, porselein-, lijm-, geneesmiddelen- en gelatineindustrie. Naast het gebruik van varkensvet voor deze producten besloot Vion in 2006 om het bij Sobel geproduceerde vet ook te gaan gebruiken voor de productie van biodiesel.
Verduurzaming van bijproducten
Vion verdeelt slachtbijproducten in drie categorieën. Categorie 1 en 2 worden door Rendac verwerkt en categorie 3 en de zogeheten foodgrade slachtbijproducten worden door Sonac verwerkt. Ecoson is de nieuwe activiteit.” Categorie 1 en 2 slachtbijproducten moeten na verwerking worden vernietigd, bij categorie 3 gaat het om slachtbijproducten van goedgekeurde dieren die, nadat ze zijn verwerkt tot water, vet en eiwit, weer mogen worden ingezet voor diverse toepassingen.
Ecoson startte vorige maand tegelijk alle drie de activiteiten op. Alle productieprocessen vinden plaats in verschillende fabrieken op het terrein van Rendac in Son. Volgens Beerendonk zijn er twee redenen voor Vion om met de Ecoson-activiteiten te beginnen. „In de eerste plaats om onze slachtbijproducten te kunnen verwaarden, maar ook om tot een stukje verduurzaming van de maatschappij te komen. De overheid wijst natuurlijk duidelijk in deze richting aangezien er op termijn in de wereld een energietekort zal ontstaan.”
Hierbij is varkensvet milieuvriendelijker dan koolzaad en palmolie omdat de slachtbijproducten niet apart geproduceerd hoeven te worden. Het verbaast Beerendonk dan ook dat de Nederlandse overheid enige tijd geleden afzag van het vrijstellen van deze vorm van biodieselproductie van accijnzen. „Helaas, de Nederlandse overheid koos voor verplichte bijmenging. We betreuren dit besluit nog steeds.”
Start op kleinschalig niveau
Ook al is er op dit moment nog een vacuüm wat betreft het fiscale regime, uiteindelijk besloot Vion om toch met de vergisting en raffinage van varkensvet te beginnen. Omdat de kosten voor het produceren van biodiesel uit varkensvet daarbij hoger zijn dan bij fossiele brandstof is de reden geweest om op een kleinschalig niveau te beginnen. Beerendonk: „De andere reden om kleinschalig te beginnen, heeft te maken met het feit dat het een nieuw product is.”
„We willen aan de markt tonen dat we dit kunnen en dat het product werkt. De diesel die we niet voor onze eigen vrachtauto’s gebruiken, verkopen we aan biodieselfabrikanten.” Op termijn wil Ecoson opschalen van vijf naar vijftig miljoen liter biodiesel per jaar.
Energiemarkt stabieler
Wat betreft de opbrengst van de beide productie-installaties is de vergistingsinstallatie voor de opwekking van biogas het meest bedrijfszekere onderdeel van het nieuwe bedrijf met de meest stabiele afzet. In de nieuwe vergistinginstallatie gaat als belangrijkste grondstof slachterijslibben. De stroom uit de vergistinginstallatie wordt grotendeels geleverd aan Rendac in Son.
Volgens Beerendonk is het niet de bedoeling om de installatie op termijn tevens te gaan gebruiken voor het vergisten van mest van boeren. „De installatie is primair opgezet om slachterijslibben en putvetten te gaan verwerken. Voorlopig is verwerking van mest niet aan de orde.”
Omdat Ecoson de stroom die vrijkomt na vergisting niet kan opslaan, levert het bedrijf bij overproductie aan het elektriciteitsnet. Het digistaat dat overblijft na vergisting wordt verkocht aan de elektriciteitcentrale Eon op de maasvlakte.
Al is er geen directe link tussen Ecoson en de varkenshouders die vleesvarkens aan Vion leveren, een groot deel van de winst vloeit wel naar de grootste aandeelhouder ZLTO die de agrarische sector steunt in de vorm van belangenbehartiging.
Stabiele afzetmogelijkheden
Beerendonk: „Ons target is te zoeken naar een optimale verwaarding van de slachtbijproducten. Dat is het bestaansrecht van Sobel.” Het grote voordeel van produceren voor de energiemarkt zijn voor Ecoson de stabiele afzetmogelijkheden en energieprijzen. „De energiemarkt kent een stabiele vraag en een goed prijsniveau. Voor ons is dat een belangrijk punt”, aldus Beerendonk.
oorlopig houdt Ecoson de productiecapaciteit klein. „In de eerste plaats gaat het om het opdoen van ervaring met deze productieprocessen. En het is een voorbeeld van innovatief bezig zijn. Als de markt voor biodiesel op termijn aantrekt, door een tekort of doordat verplicht meer bijgemengd moet worden, kunnen we de productie heel eenvoudig uitbreiden.”
Tekst: Dick van Doorn
Beeld: Agrio archief