Kijkje in de keuken bij glastuinder prikkelt
„Twaalf hectare glas”, mompelt Wim van der Heide verwonderd, terwijl hij door het looppad van de zes meter hoge kas van Greenbrothers in het West-Brabantse Zevenbergen loopt. Links en rechts om hem heen hangen aubergines aan de metershoge planten. En dat in talloze rijen van tientallen meters lang. „Een terrein van twaalf hectare is goed voor een bedrijf met honderdduizend varkens. Centraal op zo’n bedrijf kunnen alle nuttige functies als voeren, luchtwassen, mestverwerking, energie, enzovoort worden gebundeld. Dat is heel goed mogelijk.”
Maatschappelijke weerstand
Het tekent de ruimdenkende ondernemende blik van Van der Heide, maar geeft direct ook een indicatie van de imposante omvang van het auberginebedrijf van de broers Johan, Frank en Ben Groenewegen. „Ik heb niet de ambitie voor een bedrijf met 100.000 varkens, maar technisch kan het”, zegt Van der Heide. „Al vormt de maatschappelijke weerstand daartegen wel een uitdaging voor sommigen. Het lijkt mij een kwestie van gewenning. In 1987 werd er in de kranten gerept van een mammoetbedrijf, toen ik het bedrijf van vijfduizend varkens wilde opstarten.”
Op uitnodiging van Pig Business is varkenshouder Wim van der Heide uit Ommen op bezoek bij Greenbrothers. Met als doel te discussiëren over en het ontdekken van parallellen in het ondernemersschap op het terrein van vakmanschap, management, economie en strategie.
Het bedrijf Greenbrothers is een goed voorbeeld van de huidige ontwikkeling in de glastuinbouw. Het bedrijf is in ruim tien jaar tijd gegroeid van een kas van anderhalve hectare tot bijna twaalf hectare vandaag de dag, vertelt Frank Groenewegen.
Ook varkenshouderij en schaalvergroting gaan de laatste twee jaar steeds meer hand in hand. Grote bedrijven of varkens houden op meerdere locaties stelt andere eisen aan het ondernemersschap van de varkenshouder. Zo runt Wim van der Heide met vrouw Janny en twee compagnons drie locaties. De hoofdlocatie in Ommen, die vorig jaar flink is uitgebreid tot 10.000 varkens, is bijzonder, omdat deze tachtig meter van een natuurgebied uit de Ecologische hoofdstructuur ligt. Hierbij heeft hij onder meer geïnvesteerd in vier chemische luchtwassers. „Wij willen met een modern bedrijf een plus scoren op natuur en landschap.”
Verkrijgen vergunningen niet eenvoudig
Het huidige ondernemersschap vereist onder meer een feilloos fingerspitzengefühl in het omgaan met de overheid. Een terrein waar Van der Heide en Frank Groenewegen elkaar al snel weten te vinden. „Wij waren vrijwel de eerste glastuinders die ons grootschalig in dit gebied wilden vestigen”, vertelt Frank. „Het verkrijgen van de vergunningen was daardoor niet eenvoudig.”
„De ambtenaren hadden eerst heel weinig kennis van de tuinbouw en moesten daar ervaring in opdoen. Belangrijk was daarom om goede contacten met gemeente te onderhouden, want elke uitbreiding gaat gepaard met wijzigingen van het bestemmingsplan en het bouwblok en met vrijstellingsprocedures.”
Van der Heide knikt instemmend. „Ik herken daar veel dingen in. Zaak is om ambtenaren in hun denken mee te laten groeien met het bedrijf. Zorgen dat het ook hun plan wordt. Je moet steeds meer een ambassadeur van je bedrijf zijn.” De varkenshouder weet waarover hij praat.
Hij heeft om alle benodigde papieren te krijgen voor de uitbreiding in Ommen twintig procedures achter de rug en naar eigen zeggen een kleine veertig keer in de vergunningenrubriek in de krant gestaan. „Er waren geen bezwaren, maar we hebben veel extra’s gedaan zoals een bedrijfsnatuurplan.”
Informatieavonden voor omwonenden
De vestiging van Greenbrothers in Zevenbergen stuitte wel op bezwaren van omwonenden, vertelt Ben Groenewegen. „Wij werden door onze grootschaligheid gezien als horizonvervuilers. Zulke vooroordelen zijn echter goed te weerleggen.” Zowel de gebroeders Groenewegen als Van der Heide blijken informatieavonden te hebben georganiseerd om draagvlak voor hun plannen in de buurt te krijgen. „Dan merk je ook dat niet heel de buurt tegen je is, maar de oppositie in de praktijk op slechts enkele personen blijkt te rusten”, constateert Ben.
Van der Heide en ook zijn compagnon op het zeugenbedrijf hebben hun plannen steeds terloops in gesprekken met omwonenden aan de orde gesteld. Ook heeft hij een prijsvraag georganiseerd over de maatschappelijke positie van de varkenshouderij. „Wij hebben vragen gesteld die genodigden op de openingsavond konden beantwoorden. Dat kweekt betrokkenheid en is goed voor de sector, want discussies over bijvoorbeeld het onverdoofd castreren beheersen vaak de aandacht in de media. Ook in de discussie over varkensflats heeft de landbouw niet zelf de regie. Dat is jammer, want de Nederlandse landbouw is wereldspeler, toch?”
Bovendien zijn de effecten van een bedrijfsvergroting op de omgeving betrekkelijk, vindt Van der Heide. „Aan de natuur ontlenen wij veel inspiratie. We monitoren de op ons bedrijf voorkomende vogelsoorten en zien een toename in verscheidenheid. Wij zijn daarbij natuurlijk aan quota gebonden voor geluid, ammoniak, geur, stof en varkens. Daarbij is de bedrijfsomvang relatief: door bijvoorbeeld de luchtwassers is de ammoniakemissie zes keer zo laag dan voorheen.”
Resultaten per vierkante meter
„Het is nu niet de mooiste tijd in de kas”, verontschuldigt Frank zich, terwijl tijdens de rondleiding in de immense kas de aubergineplanten aan Van der Heide toont. Het gewas is volgens Groenewegen al aardig afgedragen. Begin november staat de teeltwisseling voor de deur en één teelt aubergines duurt bijna een jaar. Greenbrothers oogst circa vijftig kg aubergines per vierkante meter.
Tuinders rekenen de resultaten uit per vierkante meter, vertelt Frank. Dat geeft volgens hem het helderste inzicht in de prestaties en kan bovendien worden berekend over diverse resultaten als oogst, kosten en rendement. In de varkenshouderij wint het doorrekenen per vierkante meter ook geleidelijk terrein, vertelt Van der Heide. Hij past het overigens al jaren op zijn bedrijf toe.
Greenbrothers verwarmt de kas op aardgas. Jaarlijks verbruikt het bedrijf tien miljoen kuub. De gasprijs voor de tuinders, die als grootverbruiker in een speciaal tarief vallen, is afgelopen jaar ruim verdubbeld tot 21 cent per kuub. „Dit betekent een kostenpost dit jaar van ruim tien euro per vierkante meter”, rekent Frank Groenewegen uit. De tuinders willen deze kosten drukken door een biogasinstallatie te plaatsen. De vergunningen daarvoor zijn aangevraagd.
Aardgasverbruik verlagen
Met de biovergister wil Groenewegen de WKK-installatie voeden, die daarmee groene stroom kan leveren en de kas van warmte voorziet. Een gegeven waarmee de varkenshouderij bekend is, reageert Van der Heide. „In de varkenshouderij wordt de warmte benut voor het drogen van de mest.” Met de installatie wil Greenbrothers het aardgasverbruik met 30 procent per jaar verlagen. „Met de WKK dringen wij de kosten terug tot een euro per vierkante meter”, aldus Frank.
Van der Heide heeft al de vergunningen voor een biogasinstallatie. Hij wacht op nieuwe ontwikkelingen van een vergister die het methaangas direct kan leveren aan het gasnet. Wel heeft de varkenshouder op vijf hectare bouwland 250 kilometer leiding op vier meter diepte aan laten leggen buiten zijn nieuwe stallen, wat er voor zorgdraagt dat in de zomer wordt gekoeld en in de winter de opgeslagen warmte via een wisselaar wordt vrijgegeven.
Dit drukt de stookkosten en geeft een betere constante temperatuur in de stal. „Schommelingen hoger dan een graad per dag zijn niet goed voor de productie. Dat vraagt beheersing in warmte en ventilatie. Door koeling in de zomer kunnen we toe met de helft kleinere luchtwassers.”
Personeelsmanagement
In de organisatie hebben de broers Groenewegen de taken strak verdeeld. Frank doet teelt, energie en algemene zaken, Ben richt zich op de markt en commercie en Johan doet onderzoek, ontwikkeling en personeelszaken. Deze verantwoordelijkheden zijn redelijk strak afgebakend, vertelt Frank. Zeker één keer in de week zitten de broers bij elkaar om de gang van zaken, de resultaten en mogelijke beleidsvoorstellen door te spreken.
Op het zeugenbedrijf zit Van der Heide eens in de veertien dagen met zijn compagnon, de voorlichter, dierenarts en personeel om tafel om de technische resultaten door te nemen, ervaringen uit te wisselen en verbeterpunten te bespreken. Iedere medewerker heeft een stuk eigen verantwoordelijkheid over de bedrijfsdelen. Van kraamstal, tot dragende zeugenstal, wachtstal, dekstal en gespeende biggen. „Mijn compagnon stuurt deze medewerkers aan. Hiermee bemoei ik mij niet. Mijn vrouw regelt de geldstromen, Harald runt het vleesvarkenbedrijf in Drenthe en is verantwoordelijk voor vierduizend varkens op de hoofdlocatie in Ommen. We laten elkaar redelijk vrij in de organisatie, maar over de resultaten zijn we wel met elkaar in competitie.”
Delegeren van taken
Boven enkele paden met aubergineplanten hangen naamborden. Dat zijn de namen van medewerkers, vertelt Frank. Elke vaste medewerker krijgt bij Greenbrothers vier paden toegewezen, die zij volledig zelf moeten verzorgen. Net als bij Van der Heide doet hij met de schaalvergroting hier aan schaalverkleining: met het delegeren van deze taken willen de broers hem of haar kennis en verantwoordelijkheidsbesef bijbrengen.
Bovendien stimuleert de competitie in resultaten de motivatie. „De resultaten willen nog wel eens verschillen. Soms plukt de ene vijf kilo per vierkante meer dan de ander. Het is ook een staaltje vakmanschap, want om te oogsten moet een aubergine zijn volgroeid, maar nog niet aan het afrijpen zijn. Dat luistert nauw. De competitie helpt wel, want medewerkers gaan bij goed presenterende collega’s te rade. Want als zij geen progressie boeken, horen zij dat uiteraard op de beoordelingsgesprekken.”
In de kas worden alle prestaties van het personeel nauwkeurig vastgelegd met een registratiesysteem. De medewerkers geven aan de kisten met aubergines een code, waarna deze met een automatisch transportsysteem naar een automatisch weegapparaat en later het verpakkingstation wordt gebracht. „Alle gegevens en resultaten kunnen wij eigenlijk direct terugvinden in de computer”, vertelt Frank.
Doorwerken in weekend
Greenbrothers heeft geen enkel probleem om personeel te krijgen, zegt Frank. Het bedrijf adverteert wel voor een goede selectie en kiest vanwege de maatschappelijke binding bij voorkeur voor medewerkers uit de buurt. Bij Van der Heide is dat anders.
„Wij werken in totaal met circa acht mensen, inclusief de compagnons. Op het zeugenbedrijf werken wij geregeld met stagiairs of vakantiewerkers. Wij leiden ze vaak zelf op en als ze goed werk leveren, willen wij ze uiteraard graag houden. Wij proberen ze een band te geven met het bedrijf.”
„Het werk is zeven dagen in de week, dus wij werken in de weekends met roulatieschema’s. Dat betekent ook op zondag, dat moet iedereen accepteren. Soms gaan stagiaires die wij wel graag willen toch weg, omdat zij bijvoorbeeld dichter in de buurt van hun huis kunnen werken. Soms ook stromen werknemers door naar een baan als vertegenwoordiger of voorlichter.”
Voor Europese supermarkten
Ogenschijnlijk saai werk is niet saai, zo blijkt bij Greenbrothers. In het verpakkingstation werken enkele medewerkers die al negen tot tien jaar de aubergines van de band rapen en na het sorteren in dozen doen. Greenbrothers belevert met de aubergines circa vijftien Europese supermarkten. Duitsland en Groot-Brittannië zijn de grootste afnemers van het Nederlands product. „Nederlanders eten amper aubergines”, vertelt Frank.
Een Nederlander eet gemiddeld veertig gram per hoofd van de bevolking per jaar. Voornamelijk omdat hij niet weet hoe de aubergine te bereiden. Ter vergelijking: de gemiddelde Italiaan eet 14 kg aubergine per jaar. „En ze eten daar ook veel meer varkensvlees”, vult Van der Heide direct aan.
De Nederlandse consumptie proberen te verhogen is geen heilloze weg, verklaart Ben. „Zo gaven we eens recepten bij de aubergines mee, omdat maar weinig mensen weten hoe je ze moet bereiden. De verkopen steeg direct.” Daarnaast blijft Greenbrothers werken aan het geven van meer toegevoegde waarde aan het product, waaronder nieuwe soorten van diverse kleuren en smaken.
Vijfjarig gemiddelde
De prijs van aubergine is medio september niet slecht, vertelt Frank. Doordat Spanje zich nog niet vol op de markt begeeft, is het aanbod gering. In de varkenshouderij is het door een overschot precies andersom, verzucht Van der Heide. „Wij gaan met de varkensprijs door het vijfde prijsdal in dertig jaar. Wij laten ons echter niet door emotie leiden en gaan qua varkensprijs uit van een vijfjarig gemiddelde.”
Op de hoofdlocatie produceert de varkenshouder volgens het Welfare concept van Vion, iets lichtere varkens dus vooral geschikt voor bacon naar de Britse markt. De gelten gaan vaak naar Duitsland. Compagnon Harald produceert volgens Retail, een iets goedkoper voerconcept, wat zwaardere varkens geeft voor de binnenlandse, Italiaanse, Franse en Duitse markt.
„Wij kunnen dus sturen naar afzetmarkt via het voer en de fokkerijkeuze.” Greenbrothers kan met de aubergines ook sturen op de markt, vertelt Ben Groenewegen. „De grotere vruchten gaan naar Groot-Brittannië, de kleinere naar de Verenigde Staten en de middelmaten naar Duitsland.”
Goed bedienen van klanten
Zowel Groenewegen als Van der Heide laten zich in hun ondernemen niet leiden tot de laagste kostprijs, vertellen zij. „Wij beheersen uiteraard wel de kosten en bekijken maandelijks onze kostprijs. Zo houden wij de efficiency van ons energieverbruik en de productie per arbeidskracht goed in de gaten. Maar daar ligt niet onze prioriteit”, vertelt Frank. „Wij halen liever onze meerwaarde uit de markt. Uit het goed bedienen van onze klanten.”
Ook Van der Heide kiest niet voor de laagste prijs. Heide Hoeve kiest voor kwaliteit, niet voor massa. „Wij houden vast aan een bepaald ras, een Dalland Pietrain-lijn, en sturen sterk op vleeskwaliteit en lager voerverbruik. Net als hier bij Greenbrothers heb je massa nodig om in de markt aantrekkelijk te zijn voor je afnemers.”
De tuinders hebben de eindafnemer zeer goed op het netvlies, vertelt Ben Groenewegen. Hij heeft, in overleg met The Greenery, geregeld contact met vertegenwoordigers van supermarkten. „Dat is belangrijk. Zo hoor je eerder wat de problemen zijn. Soms zijn ze heel makkelijk op te lossen, bijvoorbeeld als een klant tien kilo verpakking koopt, maar constant te veel product overhoudt. Dan kunnen wij beter verpakkingen van drie kilo leveren. Simpel, maar je moet het wel weten.”
Dicht op de consument
„Jullie zitten korter op de consument, bij ons zit de slachterij er tussen”, reageert Van der Heide „Bovendien bestaat een varken uit zeventien delen, daar zit voor de consument de kritische factor. Het dier wordt doodgemaakt. Daar hebben mensen een hekel aan.” De varkenshouder zegt wel het contact met de klant te missen. „Het maakt het ondernemersschap nog boeiender en sprankelender. Er is wel een optie, want bij ons in de omgeving zijn veel bedrijven met boerderijwinkels die veel burgers en toeristen hebben als klant. Maar voor mij is het rendement op de geïnvesteerde tijd daarvoor te gering.”
Ben en Frank Groenewegen laten zich in hun bedrijfsvoering graag stimuleren door kennis en ervaring te halen uit andere sectoren. „We leren van ondernemers die in andere branches succes hebben”, vertelt Ben. Hij volgt ook regelmatig bijeenkomsten met ondernemers en adviseurs uit het midden- en kleinbedrijf. „Als ondernemer hoef je ook geen panklare voorbeelden van nieuwe ontwikkelingen te zien. Je bent op zoek naar ideeën die je eventueel ook op het eigen bedrijf kan toepassen. Wat dat betreft willen wij niet kopiëren, maar ons laten inspireren.”
Ook Wim van der Heide geeft dat hij zich niet alleen laat informeren over alle ontwikkelingen omtrent het ondernemersschap binnen de eigen varkenssector. Graag heeft hij ook de blik naar buiten. De afspraak voor een tegenbezoek is dan ook snel gemaakt. De broers Groenewegen gaan direct op de uitnodiging van Van der Heide in om zijn bedrijf in Ommen te bezoeken. „Laten we de agenda’s trekken.”
Greenbrothers
Greenbrothers VOF is de auberginekwekerij van de broers Johan, Frank en Ben Groenewegen. Het bedrijf heeft in Zevenbergen geleidelijk een kas gebouwd van twaalf hectare. Daarmee hebben zij ruim 10 procent van het Nederlandse areaal in handen. Greenbrothers is lid van Purple Pride, een collectief van zeven auberginekwekers.
De afzet verloopt via het coöperatief groente- en fruitconcern The Greenery. Dit jaar is Purple Pride uitgeroepen tot ‘teler van het jaar’ door The Greenery. Het bedrijf heeft in de piek van het groeiseizoen ruim honderd medewerkers aan het werk. Deze periode zijn dat er circa 35.
Heide Hoeve
Wim en Janny van der Heide hebben in Ommen een bedrijf met 10.000 vleesvarkens. Het is niet de enige locatie van Van der Heide. De ondernemer heeft samen met een compagnon ook een zeugenhouderij met 1.300 dieren en een tweede vleesvarkensbedrijf in Drenthe, groot 2.500 vleesvarkens met een ander compagnon.
Het echtpaar Van der Heide runt het gehele bedrijf samen met een compagnon en een bedrijfsverzorger in deeltijd. Op het zeugenbedrijf zijn vier medewerkers. De varkens gaan naar vleesconcern Vion. Het bedrijf heeft ook een akkerbouwtak. De locatie van het vleesvarkenbedrijf in Ommen is bijzonder, doordat het slechts tachtig meter ligt van een natuurgebied dat valt onder de Ecologische Hoofdstructuur.
Tekst: Eric de Lijster
Beeld: Ruben Meijerink