Vion behaalt meerwaarde met Oerlemans
Ton Christiaanse is lid van de raad van bestuur van Vion en verantwoordelijk voor divisie Convenience. Een brede portefeuille. Want onder convenience valt in feite elke bewerking die het vlees ondergaat. Om te demonstreren hoe ver dat bewerken gaat, verdeelt hij met zijn handen een denkbeeldige cirkel in partjes: de magnetronmaaltijd. „Zo’n volledige maaltijd bestaat uit een proteïnecomponent, aardappelen en groenten.”
Bij deze uiterste vorm van convenience komt nogal wat expertise kijken. Bij het opwarmen van zo’n maaltijd volgens de instructies op de verpakking, moeten alle componenten goed zijn. Het vlees moet gaar zijn, de groenten nog iets knapperig. „Dankzij een partij als Oerlemans hebben we de kennis en ervaring van beide kanten in huis. Dat helpt ons om betere producten te maken met meer toegevoegde waarde.”
Product levert meer op
Het belang van toegevoegde waarde is enorm, zeker voor een productiegebied als Nederland. „Wanneer we alleen de slachthaken volhangen en karkassen leveren, wordt de Nederlandse sector nooit marktleidend”, zegt Christiaanse. „Dat kunnen ze in andere landen net zo goed en veel goedkoper.”
Dankzij de overname van Oerlemans is Vion in staat varkensvlees meerwaarde toe te kennen. Die meerwaarde komt ten goede van de hele keten, belooft Christiaanse. „Uiteindelijk levert ons product meer op. Dat is één van de doelstellingen van Vion.” Dit komt tenslotte ook de varkenshouder ten goede. Of, in de woorden van Christiaanse: „Wanneer ons eindproduct meer opbrengt, zijn we ook in staat de hogere kostprijs in Nederland op te brengen aan de aanvoerkant.”
Niet op stoel van varkenshouder
Vion slaat de slag van slachterijorganisatie naar levensmiddelenconcern. Ook op de grondstoffen heeft dat zijn invloed. Christiaanse neemt opnieuw de denkbeeldige magnetronmaaltijd in handen. Hij wijst naar het vlees. „Misschien moet het iets meer vet bevatten zodat het niet zo snel verdroogt.”
Hij doet maar een gok. Hij is geen voedingsmiddelentechnoloog. „Maar het is goed mogelijk dat we aan dat vlees andere eisen stellen en een concept ontwikkelen.” Een concept als biologisch of welfare-vlees voor de Britse markt.
„Let op: we gaan nooit op de stoel van de varkenshouder zitten. We gaan hen niets opleggen. Maar de mogelijkheid bestaat dat er vraag komt naar weer een ander soort vlees. En als wij met die vraag komen, dan zijn er zeker varkenshouders die daarop inspelen en het kunnen leveren.”
Daarvan is de Vion-directeur overtuigd. „De varkenssector in Nederland is top. Het is niet altijd even makkelijk om tegen die hoge kostprijzen te moeten werken, maar het vakmanschap is nergens beter.”
Consumentenbehoefte
Vion staat op het scharnierpunt tussen markt en consument. Wanneer Vion in staat is de consument te volgen, kan het bedrijf zoveel mogelijk waarde toevoegen aan het eindproduct. Daarmee creëert het bedrijf meerwaarde voor het varken. Dat is zoals de cirkel draait.
Vion heeft heel duidelijk voor ogen op welke manier de consumentenbehoefte verschuift. Het gemak dient de consument. In de retail is dat heel gemakkelijk te meten. „Daar gaan we gewoon uit van kassagegevens”, legt Christiaanse uit. „Maar de verschuiving loopt ook naar het restaurant. De consument gaat steeds vaker buitenshuis eten.” Maar ook de kok heeft de keus tussen vers of geportioneerd of gekruid of nog verder voorbewerkt. „Dit aandeel foodservice stijgt ook, al is dat veel moeilijker te meten.”
De verschuiving naar bewerkte en samengestelde producten doet zich voor op alle fronten. En in alle landen. De diepvriesproducten van Oerlemans zijn vooral bestemd voor de buitenlandse markt. „Nederlanders doen gemiddeld vier keer per week boodschappen”, weet Christiaanse. „Die kopen dus zeer veel versproducten.”
Diepvriesmaaltijden zijn vooral populair in gebieden met grote afstanden, zoals Scandinavië of Rusland. „Daar moeten ze soms honderd kilometer rijden voor ze bij de supermarkt zijn. Dus doen ze eens in de maand boodschappen. We zien in die streken dan ook een groei van het diepvriesassortiment van 10 procent per jaar, tegen 1 of 2 procent in West-Europa.”
Gericht op deel van Europa
Met convenience als doelstelling kwijt Vion zich van een enorm brede taak. Want behalve gemaksproducten, blijft Vion ook grote volumes wegzetten, voornamelijk naar landen als Rusland. Om het geheel te overzien, heeft Vion Convenience zijn terrein geografisch afgebakend en richt het zich voornamelijk op Noordwest-Europa. Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië en Oost-Europa.
„We behoren tot de besten qua receptuur en kwaliteit, maar hebben nog niet altijd het bijbehorende marktaandeel”, meent Christiaanse. „Daar moeten we dus nog aan werken. En we moeten nog een slag slaan naar foodservice, want ook als de consument buitenshuis gaat eten, moeten we hem blijven volgen.”
Verantwoordelijkheid varkenshouder
„Gemak en gezondheid. Dat is de trend van de komende jaren. Maar ook dierenwelzijn is een thema. Er zijn tal van initiatieven naast elkaar waar een markt voor is. Vion wil zich blijkbaar steeds meer profileren op het vlak van complete maaltijden, in de trend naar meer gemaksvoeding is de overname van Oerlemans door Vion dus logisch. Dit heeft zijn weerslag op de hele keten. Iedereen moet innoveren. Het vroegere adagium ‘melk is wit en vlees is rood’ is al lang verleden tijd.’
Het is dus niet meer een kwestie van vlees leveren aan de slachterij. De verantwoordelijkheid van de varkenshouder reikt tot de consument. De keurslager speelt in op de intrinsieke waarde van het vlees en geeft zo meerwaarde aan het product. Maar dat gebeurt ook met Jumbo Bewust of met het vlees van ongecastreerde varkens dat nu naar Coop gaat. Bij Vion ontstaan vast nieuwe concepten nu het is samengegaan met Oerlemans.”
Tekst: Marc van der Sterren
Beeld: Marc van der Sterren