Bijvoeren noodzakelijk voor uniforme tomen
Gespeende kalveren en lammeren krijgen (op dag 0!) een gecontroleerde hoeveelheid melk toegediend, naast ruw- en krachtvoer. We volgen het gewicht, weten de leeftijd en de (totale) voeropname.
Bij biggen is dat niet het geval. Iedere big heeft een eigen speen, een andere energiebehoefte en een verschillende (bij-)voeropname. Daarnaast is het zo dat het aantal geboren biggen sterk toegenomen is. De biggen zullen de melk dus moeten verdelen. De melkproductie- en voeropnamecapaciteit van een zeug zijn eveneens toegenomen, maar niet in die mate dat ze het ‘alleen’ kan (zie tabel 1).
Uit tabel 1 blijkt dat het aantal gespeende biggen sneller toeneemt dan de beschikbare energie per zeug. Biggen zullen daarom bijgevoerd moeten worden. Sowieso ontstaat er vanaf een dag of 10 na de geboorte een verschil tussen wat een big kán opnemen en wat een big van de zeug ‘krijgt’ (zie figuur 2).