Duurzaam ondernemen kost meer dan 2 miljard euro
Landbouwminister Gerda Verburg heeft afgelopen maand de nota Duurzame Veehouderij gepresenteerd. Een nieuw plan om de veehouderij in vijftien jaar duurzaam te maken. De nota schetst een toekomst waar de veehouderij innovatieve stalsystemen worden gebouwd. Waar landbouwrealiteit en maatschappelijke wenselijkheid voor een dier- en milieuvriendelijkere veehouderij beter op elkaar aansluiten. Om aan die visie te voldoen, moet de varkenshouderij sector een behoorlijke sprong in deze richting maken. En dat kost veel geld.
Nieuwe investeringen
Voor de varkenshouders komen de plannen, als zij er al op zitten te wachten, hoogst ongelegen. De sector bivakkeert in deze periode in wellicht de zwaarste depressie van de afgelopen dertig jaar is. De meeste varkenshouders staan op zijn zachts gezegd niet te springen om nieuwe investeringen van enkele tonnen. Een groot aantal berdrijven moet zelfs nog aan de Goen Labelstallen voldoen in 2013.
Bovendien worden de ambities in de nota niet onderbouwd met een financiële onderbouwing. Er is geen integrale economische analyse van de visie gemaakt, staat letterlijk in het plan zelf. „We moeten nog met diverse partijen uit de sector om de tafel zitten”, zegt Murco Mijnlieff, woordvoerder van het ministerie van Landbouw.
„Maar er is door het kabinet wel 12 miljoen euro tijdens deze kabinetsperiode gereserveerd voor onderzoek naar onder meer innovatieve stalsystemen. De bouw van proefstallen en de voorlopers worden gesubsidieerd, maar de uiteindelijke bouw van stallen niet. Wel zullen er fiscale maatregelen komen om investeringen voor duurzame, dier- en milieuvriendelijke stalsystemen af te trekken via de MIA en Vamil. Daar is 120 miljoen voor uitgetrokken.”
Probleem voor kleine bedrijven
Volgens Mijnlief gaat het overleg tussen de partijen uitmonden in een aantal convenanten met financiële pakketten voor de sector. Hij geeft ook aan dat het ministerie zich bewust is van de malaise in de varkenssector en dat kleinere bedrijven moeite gaan krijgen om de nieuwe investeringen te financieren.
Het ministerie van Landbouw heeft weliswaar verzuimd de plannen financieel te onderbouwen en de consequenties door te berekenen, LTO Nederland niet. Samen met het LEI en Wageningen UR heeft de organisatie een schatting gemaakt van de kosten voor een verdere verduurzaming van de varkenshouderij. Han Swinkels, manager dierlijke sectoren van LTO, heeft berekend dat de sector tenminste twee miljard euro moet investeren. Dit is inclusief de kosten voor de Groen Labelstallen die in 2013 verplicht zijn.
Swinkels schat dat de kosten voor de zeugenhouderij op één miljard euro. Dat is voor ruim 400.000 zeugenplaatsen (ongeveer 40 procent van het totaal), die moeten omschakelen van individueel naar groepshuisvesting. Dat komt neer op 2.200 euro per ligplaats voor nieuwbouw. Voor 2,5 miljoen vleesvarkensplaatsen (ongeveer 50 procent van het totaal) liggen de investeringskosten ook op zo’n één miljard euro voor verbouwing, renovatie met groter oppervlak voor varkens en de invoering van een dichte vloer. Dat komt neer op 400 euro per ligplaats.
Investeren in milieuaspecten
Han Swinkels: „Het geschatte investeringsbedrag van twee miljard euro is niet alleen voor een verbetering van het dierenwelzijn. Het is in feite een investering in nieuwe bedrijfssystemen, waarin naast dierenwelzijn ook wordt geïnvesteerd in milieuaspecten als ammoniak, stof, geur, arbeidsomstandigheden door automatisering, diergezondheid en hygiëne.” Dit is een voorzichtige schatting en het kan mogelijk zijn dat door extra eisen de kosten per varkenshouder nog hoger uitvallen.
Maar wie gaat deze investeringen betalen? Als het aan LTO ligt: de consument. „Deze nota slaagt alleen via de markt”, zegt Albert Jan Maat, voorzitter van LTO Nederland. ,,Dat is de richting die LTO op wil als het gaat om verduurzaming van de veehouderij. Supermarkten, consumentenorganisaties, dierenbescherming en overheid moeten dit ondersteunen.”
„Wat ons betreft: geen markt, geen investeringen. Als de overheid haar ambities wil waarmaken, moet zij ook keuzes maken. Nu gaat er bijvoorbeeld veel financiële ondersteuning voor het platteland naar natuurontwikkeling. Dat moet, net als in de ons omringende landen, meer naar de landbouw.”
Regelgeving moet soepeler
Maat pleit voor meer fiscale afschrijvingsregelingen en meer ondersteuning voor groene energie projecten. Kleinere leveranciers moeten volgens hem bijvoorbeeld voorrang krijgen op het elektriciteitsnet. „Ook moet de overheid de regelgeving versoepelen en ruimtelijke ordeningsprocedures versnellen, anders duurt de verduurzaming van de sector te lang. Extra subsidies voor de bouw van duurzame stalsystemen is niet de weg die we willen inslaan. Het proces slaagt alleen als het vanuit de markt komt en door de markt wordt gefinancierd.“
In het verduurzamingsproces spelen wat betreft de LTO-voorzitter ook de slechte varkensprijzen een rol. Hij vindt dat er binnen het wereldhandelsoverleg WTO goede afspraken moeten worden gemaakt, zodat de prijs van varkensvlees en zeker duurzaam vlees op een acceptabel niveau komt.
Spelregels onduidelijk
De NVV is sceptisch over de nota. Het is onduidelijk wat de spelregels worden. De aanvullende voorwaarden zijn voor de vakbond bepalend of het plan een kans van slagen heeft en op draagvlak kan rekenen in de sector. ,,Wij willen een goede duurzame investeringsregeling- en beleid”, zegt Wyno Zwanenburg, voorzitter van de NVV. „Fiscale regelingen hebben het nadeel dat er eerst moet worden verdiend. Nederland moet in Brussel vragen voor een subsidieregeling voor verduurzaming van de varkenshouderij.”
Zwanenburg maakt zich vooral zorgen om de gezinsbedrijven met een normale omvang. Diegene die niet wil groeien met extra personeel is volgens hem niet in staat om in extra verduurzaming te investeren. De meeste grotere bedrijven hebben die mogelijkheid wel als zij fors uitbreiden. Juist daarin schuilt een maatschappelijke tegenstelling.
Zwanenburg: „Er is een maatschappelijke weerstand tegen megabedrijven, maar deze bedrijven kunnen die verduurzamingsslag maken.” Extra steun voor de gezinsbedrijven is volgens Zwanenburg nodig. De NVV overlegt op korte termijn met minister Verburg om meer duidelijkheid te eisen over de financiële onderbouwing en ondersteuning van de duurzaamheidsplannen.