Lex Hoogduin: ‘Consument moet meer betalen voor vlees’
‘Schaarste in Overvloed’ heet het rapport dat vermogensbeheerder Robeco uit Rotterdam, een onderdeel van Rabobank, begin dit jaar heeft gepresenteerd. In de door het onafhankelijke researchbureau IRIS opgestelde visie wordt uitvoerig ingegaan op de nieuwe schaarstes die er op de wereld gaan ontstaan of zich inmiddels aan het vormen zijn. De aanhoudende groei van de wereldbevolking en de snel stijgende inkomens per hoofd van de bevolking in opkomende landen resulteren volgens Robeco, dat een vermogen beheert van ruim 142 miljard euro, in een sterke groei van de vraag naar grondstoffen, energie, voedsel en water.
Extra druk op voorraden
Bovendien legt de klimaatverandering extra druk op de voorraad voedsel, schoon drinkwater en lucht. Lex Hoogduin, chief economist bij Robeco, spreekt van een economische trendbreuk. „De hoge prijzen voor onder meer olie, graan en melk zijn voorbeelden van de veranderingen in de wereldeconomie die leiden tot schaarste. Dan gaan wij niet direct uit van abstracte schaarste, dus een tekort.”
„Wij definiëren schaarste als spanning die op de markt ontstaat door veranderende verhoudingen in vraag en aanbod.” Volgens Robeco worden voedsel, energie en water de komende jaren in dat opzicht schaarse goederen. Hoogduin schetst de kenmerken: de wereldbevolking groeit en vergrijsd, er wonen meer mensen in steden dan op het platteland, de welvaart groeit, de prijs van grondstoffen als olie, land, lucht en water lopen op en de gevolgen van klimaatverandering worden nog onvoldoende vertaald in overheidsbeleid, beleggingen en prijzen.
„Het gaat om structurele lange termijntrends.” Robeco houdt er dan ook rekening mee dat, in tegenstelling tot de marktverwachting, de inflatie op middellange termijn kan verdubbelen naar vier tot vijf procent.
Grote veranderingen
Op de voedselmarkt voorziet Robeco grote veranderingen. In 2050 is de mondiale vraag naar voedsel volgens de ramingen verdubbeld. Een belangrijk deel van deze enorm toenemende vraag moet volgens IRIS, dat zich baseert op rapporten van onder meer de Wereldbank, OESO, overheden, financiële instellingen en maatschappelijke organisaties, worden opgevangen door toenemende opbrengsten van granen, maïs, soja en rijst.
Volgens Robeco kan de voedselproductie groeien door de verwerking te optimaliseren, de gewasopbrengst te verbeteren en biotechnologie toe te passen. Dat is volgens het rapport ook hoognodig, want de ruimte om wereldwijd het areaal vruchtbare landbouwgrond uit te breiden is beperkt. In de klimatologisch goede groeigebieden is alles vrijwel in gebruik, terwijl het ontginnen van landbouwgronden in andere gebieden kostbaar is en dus pas bij hoge voedselprijzen interessant wordt.
Daarbij komt dat in sommige opkomende landen het areaal landbouwgrond zelfs rap daalt. Zo is in China het areaal landbouwgrond met zes procent verminderd door de verstedelijking. Dit terwijl de voedselproductie in dat land de komende vijftien jaar met 40 tot 50 procent moet groeien om de groeiende bevolking te kunnen voeden.
De vermogensbeheerder ziet, gelet op de trends, ook investeringsmogelijkheden voor beleggers in bedrijven die zich bezighouden met veredeling, biotechnologie en gewasbescherming. Hoogduin verwacht dat het taboe op genetische modificatie langzaam verdwijnt. „Traditionele oplossingen kunnen de stijgende vraag naar voedsel niet opvangen, dus acceptatie van gmo’s is een kwestie van tijd”, verwacht hij. „Zo niet, dan is mogelijke schaarste de prijs die wij moeten accepteren.”
Eetpatroon wereldwijd verandert
De vraag naar gewassen als granen, maïs en soja wordt nog eens extra bevorderd door veranderingen in het wereldwijde eetpatroon. „Stijgende inkomens leiden tot een hogere consumptie van vlees”, stelt Hoogduin. „En daarmee ook tot een hogere vraag naar granen en maïs als grondstoffen voor diervoer.” Robeco wijst er in het rapport op dat sinds 1990 de vleesconsumptie per hoofd van de bevolking in opkomende landen al met 75 procent is gestegen. De potentie is groot, want de vleesconsumptie in China ligt nog niet op de helft van de Amerikaanse vleesconsumptie.
Gelet op deze ontwikkelingen vindt Hoogduin het vreemd dat de prijs van vlees nog niet de trend richting een nieuwe schaarste weerspiegelt. Waar de prijzen voor granen en zuivel de afgelopen driekwart jaar juist flink zijn gestegen, verkeert de prijs van varkensvlees in het dal van de bekende varkenscyclus. „Wij zien de trend dat de vraag naar vlees fors gaat oplopen. Dit kan niets anders betekenen dat ook de vleesprijs flink omhoog gaat”, schetst Hoogduin, die naast zijn functie bij Robeco tevens hoogleraar monetaire economie aan de Universiteit van Amsterdam is.
Hij oordeelt dat producten waarvan een nieuwe schaarste ontstaat, zoals vlees, in de markt beter moet worden geprijsd. „Consumenten moeten eigenlijk permanent meer betalen voor vlees. Een gezonde markt geeft een prikkel om de productie te verhogen en te zoeken naar innovaties. De voedselprijzen kunstmatig laag houden, zoals in Rusland bijvoorbeeld gebeurt, heeft een averechts effect. Veel hoogwaardig voedsel, zoals vlees en zuivel, belandt dan op de zwarte markt en is daardoor niet meer voor iedereen bereikbaar. Bovendien vormen lage prijzen geen stimulans voor investeringen in uitbreiding van de productie.”
Landbouwbeleid aanpassen
Hoogduin is van mening dat de Europese Unie het landbouwbeleid veel sneller moet aanpassen dan het huidige tempo. Het oude en het huidige lopende beleid is volgens hem nog te veel geënt op de periode met voedseloverproductie. „Het landbouwbeleid wordt wel geleidelijk aangepast, maar het gaat te traag. In plaats van voedselproductie moet veel meer de nadruk komen te liggen op voedselzekerheid. Wij pleiten dan ook voor een zo’n open en transparant mogelijke markt zonder handelsbelemmeringen”, vertelt Hoogduin.
De econoom vindt dat de Europese Unie in de onderhandelingen met onder meer de Verenigde Staten en Latijns-Amerika binnen het wereldhandelsoverleg WTO de invoertarieven op voedselproducten als vlees best mag inruilen voor gunstige resultaten op andere terreinen buiten de landbouw. „Door de aantrekkende vraag gaan de voedselprijzen stijgen naar een niveau dat wij lang niet gewend zijn geweest. Vlees komt op termijn niet gauw meer in zo’n prijsdal terecht dan de afgelopen jaren het geval was. Maar om het product voor de consument betaalbaar te houden, moet de prijs niet onnodig hoog oplopen”, vertelt Hoogduin. „Dat bereik je alleen met open markten zonder directe ingrepen, zodat de prijs zo optimaal mogelijk kan worden bepaald door vraag en aanbod. Laat de markt in al zijn transparantie haar werk doen.”
Bovendien is vrijhandel ook goed voor de producenten in ontwikkelingslanden, is de overtuiging van Hoogduin. Op deze wijze kunnen zij hun producten op een veel grotere markt kwijt, waardoor zij ook worden aangemoedigd de productie te verhogen. „Een voorbeeld. In een beschermde markt kan de prijs van een voedselproduct door schaarste met pakweg vijftien procent stijgen. In een open markt is dat zeg maar vijf procent. Dat is voor een Nederlandse agrarische ondernemer niet slecht, terwijl zowel de consument als de boeren in ontwikkelingslanden er heel blij mee zijn.”
Importvlees bederft markt
De wens voor meer vrijhandel is tegen het zere been van het Productschap Vee en Vlees die er bij Brussel op heeft aangedrongen de poot stijf te houden in de besprekingen binnen de WTO om geen importbarrières op te heffen. Het schap vreest dat import van grote hoeveelheden vlees uit Zuid-Amerika de Europese markt bederft. Hoewel de huidige varkensprijzen laag zijn, is deze angst volgens Hoogduin ongegrond.
„De voedselmarkt is fundamenteel aan het veranderen, hoge prijzen van graan en melk zijn daarvoor de eerste indicaties. Maar als je kijkt wat er op het gebied van vlees aan zit te komen, mag je spreken van blijvende veranderingen”, meent Hoogduin. „Uiteraard is extra concurrentie niet leuk, maar gelet op de trend moet je weg onder de beschermende paraplu van de Europese Unie.”
„Dit vraagt van een boer veel meer ondernemerschap en inventiviteit op de markt. Er ligt een veel grotere markt open. Een mooie rol. Vanzelfsprekend is op een vrije markt de kans op stevige prijsfluctuaties groter, maar dat is in de varkenshouderij geen onbekend verschijnsel. Reserveringen in goede tijden moeten een dip kunnen opvangen.”
Stijging van grondprijs
De overheid heeft volgens econoom jarenlang een beleid gevoerd dat boeren aanmoedigde om te stoppen door vruchtbare cultuurgrond te bestemmen voor natuur. De veranderingen op de voedselmarkt vragen om een heroverweging van dit principe, stelt Hoogduin. Gelet op de toenemende schaarste voorziet Robeco een verdere stijging van de grondprijs. Dan komt er volgens Hoogduin een punt dat het niet verstandig is om grond voor voedselproductie in te ruilen voor natuur. „Dat is dan letterlijk te kostbaar en gelet op de schaarste van voedsel ook onwenselijk. Maar ook hierin zal de markt zijn werk moeten doen.”
Hoogduin vreest niet dat de verwachtingen in het rapport van Robeco, dat van grote uitdagingen in de voorziening van voedsel en water spreekt om de groeiende bevolking en de hogere welvaart te beteugelen, op termijn leidt tot ontwrichting en conflicten binnen of tussen samenlevingen. „Ik heb het geloof dat het menselijk vernuft zorgt voor oplossingen. Waarom somber zijn, terwijl er sprake is van economische groei en een stijgende levensverwachting?”
Tekst: Eric de Lijster
Beeld: Tjitske Sluis