Mestmarkt blijft een troebele materie
Het gaat om Deurne, Tilburg, Uden, Barneveld, Lichtenvoorde en Markelo. „Daar is altijd beweging, dus hebben we elke week een notering”, verklaart Pieter Post, analist van het Dienstencentrum Agrarische Markt (DCA). Of de markt gaat bewegen door de begin dit jaar gestarte notering, is niet te voorspellen. Dat is ook niet de opzet, zegt Post. „Het is geen afspiegeling van wat er op de markt gaat gebeuren, het geeft een indruk van wat er op is gebeurd. Dat zijn feiten die niet zijn te weerleggen.”
Toch erkent hij dat de historie richtinggevend kan zijn voor de komende periode. „De notering biedt mogelijkheden tot nieuwe methodieken. Aanbieders en afnemers kunnen bijvoorbeeld gaan werken met gemiddelden of zelfs met contracten op basis van het gemiddelde.” Post kan zich voorstellen dat een grote aanbieder een contract afsluit op basis van het gemiddelde van het eerste halfjaar van 2008. Of zelfs op basis van de gemiddelde notering van het komende halfjaar. „Op die manier vlak je de pieken af. Voor varkenshouders kan dat mooi uitpakken.”
Twijfels over notering
Het is uitstekend dat er een initiatief komt dat inzicht biedt op de mestmarkt, vindt Jaap Uenk, voorzitter van de sectie meststoffendistributie van Cumela. „De mestmonitoring van het LEI functioneerde kennelijk niet, omdat er te weinig informatie werd aangereikt. „Dus het is prima dat er een vervangende notering komt.” Cumela is bij de notering niet betrokken. „Dat hoeft ook niet. Wij bemoeien ons niet met prijzen, want dan doe je het toch nooit goed.”
Dit bewijst de opstelling van de NVV. Ook de vakbond juicht transparantie in de mestmarkt toe. Toch heeft voorzitter Wyno Zwanenburg zijn twijfels bij de hoogte van de notering. „Wij hebben de notering gecontroleerd bij onze leden. De notering was soms wel drie euro te hoog.”
DCA-analist Post erkent dat varkenshouders soms zelfs vier tot vijf euro onder de notering zitten. „Die ondernemers zitten dichter bij een afzetgebied, waardoor de transportkosten lager zijn.” Ook DCA heeft een controle uitgevoerd. Veel aanbieders moesten volgens Post exact hetzelfde betalen als de notering aangaf. „Deze ondernemers blijken dan ook midden in het gebied te zitten.”
Per kilo fosfaat
DCA heeft geen belang bij de hoogte van de noteringen, benadrukt Post. „Wij brengen vraag en aanbod bij elkaar. Wij zijn slechts faciliterend. Dat is de grootste waarde voor de mestwereld: dat er geen belangen achter de notering steken.” Maar dat is precies het punt waar het bij de NVV knelt. „DCA kan wel belangeloos zijn, maar het zijn de intermediairs die de prijzen aanleveren”, stelt Zwanenburg. „En als er iemand een belang heeft bij een hoge notering, zijn zij het wel.”
Post blijft echter de controleerbaarheid benadrukken. „De zaken die zijn afgehandeld in de week ervoor dienen als basis. De prijzen zijn het afgelopen halfjaar steeds homogener geworden. Ik twijfel niet aan de integriteit van de inbreng.” Ander kritiekpunt van de NVV is de notering in prijs per kuubs. „In de praktijk wordt meestal niet per kuub afgerekend, maar per kilo fosfaat, eventueel in combinatie met het aantal kuubs.”
DCA heeft echter juist gekozen voor één duidelijke standaard om de prijs helder te houden en gaat uit van mestcode 50, de meest voorkomende mest in de gebieden met overschot. Post: „Wanneer in de praktijk het stikstof- of fosfaatgehalte iets afwijkt, is het logisch dat daar een andere ophaalbijdrage tegenover staat. Onze notering is geen statisch gegeven, de praktijk moet zelf een vertaalslag maken.”
Te vroeg voor oordeel
Cumela-vertegenwoordiger Uenk begrijpt de kritiek van de NVV. „Zij vinden de prijs te hoog. En dat is het euvel van het systeem: varkenshouders willen een transparantie die hen past. Maar zo zit de mestmarkt niet in elkaar. Er zijn veel aanbieders, distributeurs, loonwerkers en afnemers. In dat krachtenveld komt de prijs tot stand.”
De notering moet een kans krijgen, vindt Uenk. „Op de langere termijn valt pas te bezien of het systeem betrouwbaar is.” Ook moet nog blijken of het een succes wordt. „Wanneer het inderdaad gaat functioneren als basis om afspraken op te maken, dan is er sprake van een succes.” Uenk vindt het nog veel te vroeg om daar een waardeoordeel over te geven. De eerste drempel die DCA volgens hem moet nemen is de diverse partijen te overtuigen van de betrouwbaarheid. „Laat maar eens zien dat de markt inderdaad zo in elkaar steekt.”
Tekst: Marc van der Sterren
Beeld: Marcel Bekken