Principeakkoord voor nieuw mestactieplan Vlaanderen
De regering Jambon is momenteel hopeloos verdeeld over het stikstofdossier. Terwijl de politiek alsmaar meer in de problemen komt met het stikstofdossier hebben de landbouw- en natuurorganisaties een princiepsakkoord bereikt over het zevende mestactieplan, dat de waterkwaliteit in Vlaanderen moet doen toenemen.
Kaderrichtlijn Water en Nitraatrichtlijn
Eind vorig jaar, in november 2022, gaf minister Demir de opdracht aan de landbouw- en milieuorganisaties om in onderling overleg voorstellen uit te werken voor een nieuw mestactieplan. Er werd concreet aan de landbouw- en natuurorganisaties de opdracht gegeven om op basis van eigen voorstellen tot een mestbeleid te komen dat tegemoetkomt aan de doelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn. Na maanden intensief onderhandelen werkt dit zijn vruchten af en ligt er nu een principeakkoord.
De milieu- en de landbouworganisaties onderstrepen dat dit akkoord meer is dan een loutere oplijsting van aparte voorstellen. „Het is een samenhangend geheel waarvan de impact verder zal gaan dan enkel een verbetering van de waterkwaliteit”, zegt Lode Ceyssens, voorzitter van de Boerenbond. „Het is bovendien een onderhandeld plan, waarin de nodige evenwichten bereikt werden en waarvoor draagvlak is bij zowel de milieu- als de landbouwsector. Het plan moet dus integraal bekeken worden. Een snelle verdere uitwerking is belangrijk, zodat MAP7 kan ingaan vanaf 1 januari 2024.”
6 pijlers
In het princiepsakkoord dat bereikt werd, is gezocht naar maatregelen die garanties moeten bieden om de doelen met betrekking tot een goede waterkwaliteit te bereiken en die rekening houden met de diversiteit van de Vlaamse landbouwbedrijven en landbouwmodellen, waaronder de biologische landbouw. Het akkoord is opgebouwd uit zes pijlers. „Er komt een gebiedsgerichte verstrenging voor het behalen van de waterkwaliteitsdoelen”, zegt Lode Ceyssens, voorzitter van de Boerenbond.
„Boeren worden begeleid naar meer duurzame landbouwpraktijken. Mest wordt geherwaardeerd als grondstof voor een betere bodemkwaliteit en een circulair landbouwmodel. Er worden meer klimaatrobuuste landbouwpraktijken ingezet. Er worden praktijken gestimuleerd die een positieve impact op de bodemkwaliteit hebben. De handhaafbaarheid wordt vereenvoudigd. Binnen de opvolging komt ook een samenwerking tussen overheden en middenveld.”
Generieke en gebiedsgerichte maatregelen
De organisaties stellen een pakket van zowel generieke als gebiedsgerichte maatregelen voor met aandacht voor de waterkwaliteit als ook de haalbaarheid voor de boer. „Concreet gaat dit onder meer over het behoud van de huidige verschillende gebiedstypes in functie van de waterkwaliteit waarbij in gebieden waar de kwaliteitsnormen nog niet gehaald zijn de bemestingsnormen verstrengd worden”, zegt Ceyssens.
„Langs alle waterlopen worden bufferzones eenduidig en controleerbaar uniform vastgesteld op 3 meter, vrij van bemesting, gewasbeschermingsmiddelen en met buffergewassen of braak, en op 5 meter langs natuurgebieden en waar de waterkwaliteit onvoldoende is, voor nitraatgevoelige teelten.”
Europese commissie
De organisaties benadrukken dat dit princiepsakkoord nog moet worden afgetoetst bij de Europese Commissie. Als de Commissie haar fiat geeft, dan pas kan dit akkoord vertaald worden naar een Mestdecreet met een verdere uitwerking van de maatregelen. Zowel de milieu- als landbouworganisaties zijn tevreden dat intensief maar constructief overleg leidde naar een consensus. „Deze vormt nu de basis voor een nieuw en gedragen principeakkoord dat kan leiden tot een nieuw mestactieplan dat moet garanderen dat de waterkwaliteit, in zoverre de landbouwsector hiervoor verantwoordelijk is, in Vlaanderen moet verbeteren”, zegt Lode Ceyssens. „Dit akkoord is een duidelijk engagement vanuit de landbouwsector om de doelen te bereiken.”
Tekst: Matthias Vanheerentals
Beeld: Ellen Meinen