Kees Sijssens: Groeien over de grens is interessant
In januari versterkte Cehave Landbouwbelang zijn positie in Duitsland en Polen. In Duitsland nam het bedrijf 50 procent van de aandelen over van Bongardt GmbH in Kamp Lintfort, een bedrijf met een jaaromzet van 10 miljoen euro. In Polen kocht de Veghelse voerfirma het bedrijf Janra met een omzet van 17 miljoen euro. De Poolse voerproductie van Cehave steeg daarmee met 60.000 ton tot 240.000 ton per jaar. Kees Sijssens, voorzitter van de hoofddirectie van Cehave Landbouwbelang, over de strategische zetten over de grenzen.
Waarom in Duitsland en Polen?
„Voor ons zijn dat aantrekkelijke markten. Polen is een sterke groeimarkt. Daar kunnen we grote volumes voer kwijt en daar moeten wij het van hebben. In Duitsland en België moeten we actief zijn om onze oorspronkelijke thuismarkten stabiel te houden. Een kwestie van de grenzen bewaken.”
Wat voor markten zijn het?
„Polen is een groeimarkt, maar het is nog erg wispelturig in de relatie. Het is niet eenduidig of het nu een markt is voor mengvoer of voor concentraten. Dat hangt sterk af van de graanprijzen. Veel boeren verbouwen hun eigen granen en mengen er concentraten bij. En ook de varkensprijzen hebben een grote invloed op de afzet. Boeren zijn geneigd hun stal lang leeg te laten liggen wanneer de varkensprijzen laag zijn. Duitsland is heel anders. Dat is een stabiele markt voor complete mengvoeders.”
Polen is lid van de EU. Verandert de primaire sector daardoor snel?
„Polen kent nog steeds veel kleine familiebedrijfjes, maar dat verandert inderdaad snel. Ze maken nu een consolidatieslag door waardoor ze veranderen van backyard-bedrijfjes naar grote professionele bedrijven. Daarom is het een erg boeiend land. Een leuke markt.”
Is internationaal zaken doen alleen boeiend vanwege het grotere volume?
„We hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling. Dat zijn fikse kosten. Die kunnen we nu over een veel groter volume uitsmeren. Voor onze werknemers is het ook interessant. Werknemers willen graag bij een internationaal bedrijf werken. En het moet natuurlijk wel geld opleveren.”
Is dat in het belang van de leden van de coöperatie?
„Zeker. De winst komt ten goede van de coöperatie, dus van de leden. Wanneer we in onze groei ook goed renderen, komt die winst ten goede van onze Nederlandse leden. Gewoon, in de vorm van cash. We laten ons vermogen voor de boeren werken. Zo is het ook in hun belang dat we onze onderzoekskosten efficiënter kunnen benutten. Daardoor kunnen we nog meer investeren in onderzoek, wat weer direct ten goede komt van de bedrijven. We doen in het buitenland kennis op, wat ook goed is voor onze adviseurs en onze leden. En we hebben een betere kijk op de internationale grondstoffenmarkt, zodat we ons voordeel kunnen doen bij de inkoop.”
Investeert u in die landen omdat ze ook een interessant investeringsklimaat zijn voor de leden varkenshouders?
„Dat speelt wel mee. In Duitsland zal het aantal Nederlandse varkensbedrijven niet sterk stijgen. Er komt wel eens een bedrijf te koop, maar het aantal blijft stabiel. In Polen zijn wel bedrijven te koop, al gaat het dan om kleinere bedrijven. Roemenië, Hongarije en Oekraïne zijn wat dat betreft interessanter. Daar is het gemakkelijker een bestaand groot bedrijf op te kopen. Een vergunning krijgen voor uitbreiding valt nogal tegen. Dat is in Oost-Europa niet anders dan hier. Varkenshouders kiezen daarom vaak liever meteen voor een groot bedrijf met alle vergunningen, al is het dan ook een bouwval.”
Is Cehave Landbouwbelang in die landen ook actief?
„In Hongarije hebben we al een fabriek, maar we kijken zeker ook naar Roemenië en Bulgarije. En in Oekraïne werken we aan de bouw van een fabriek voor concentraten.”
En dan heeft Cehave nog bedrijven in China.
„Dat is wereldwijd de grootste groeimarkt, dus willen we daar niet achterblijven. We hebben er vier fabrieken. Die willen we stap voor stap uitbreiden.”
De concurrentie tussen Nederlandse internationale mengvoerbedrijven is enorm. Nutreco, De Heus en ForFarmers spelen allemaal mee op het wereldtoneel. Zitten jullie elkaar niet in de weg? Of ondervindt u meer concurrentie van lokale bedrijven?
„We werken in een internationale wereld waarin we allemaal willen groeien. Natuurlijk hebben we dan met elkaar te maken. Maar dat maakt het alleen maar interessanter. Het stimuleert ons om goed ons werk te doen en goed rekenen, met goede adviseurs. Groeien is voor ons geen must. De groei moet wel rendabel zijn.”
Wat staat bij Cehave eigenlijk voorop? Groei in volume? Groei in Europa? Groei in mengvoer?
„Voorop staat dat we een bedrijf blijven dat zich binnen Nederland focust op voer en op de plantaardige sector. Hier maken we een autonome groei door, want overnames zijn hier niet heel gemakkelijk. Pas daarna volgt dat we in het buitenland willen groeien in voer in alle facetten. In concentraten, natte bijproducten, premixen, et cetera. De blik is daarbij vooral op het oosten gericht. Maar nogmaals: het gaat om rendabele groei. Volume zonder winst zegt mij niks.”
Tekst: Marc van der Sterren
Beeld: Cehave Landbouwbelang