‘Toekomst varkenssector is toekomst voersector’
Voor het eerst sinds het seizoen 2003/2004 heeft de Europese Unie de varkenshouderij een private opslagregeling aangeboden. Vanaf november 2007 ging er 100.000 ton aan karkassen de particuliere koelhuizen in. In februari kwamen de eerste opgeslagen tonnen weer de markt op. De Brusselse EU-ambtenaren Ave Schank en François Prévost draaien aan de knoppen van deze vangnetregeling.
Boven het metrostation Maalbeek nabij het centraal station van Brussel houden ze kantoor in het directoraat voor de agrarische sector en plattelandszaken. Uitvergrote foto’s van agrarische producten op ramen en in de gangen van het immense overheidsgebouw houden de honderden ambtenaren van dit directoraat ‘in touch’ met hun doelgroep, de agrarische sector in Europa. De EU-27, zoals het vandaag de dag heet.
Ave Schank vertegenwoordigt een van de nieuwe EU-landen. Ze is afkomstig uit Estland, volgde in het kader van een EU-stimuleringsprogramma een deel van haar universitaire opleiding in Denemarken. Daarna werkte ze een periode bij het ministerie van veeteelt in Estland en sinds twee jaar is ze marktdeskundige voor varkens- en schapenvlees.
Collega François Prévost hield zich jarenlang bezig met het veevoerdossier, maar wisselde van departement. Ook hij is inmiddels twee jaar lang actief als marktdeskundige voor varkens- en schapenvlees. „Dat zijn zo de gewoonten in het Europese ambtenarenapparaat. Na verloop van tijd verwissel je van departement.”
Marge wordt niet gehaald
Prevost, die afkomstig is uit Parijs, heeft net als ieder ander de explosief gestegen voerprijzen niet zien aankomen. Maar hij voorzag in 2007 wel een naderende crisis. „Overal waar ik varkenshouders sprak, gaf ik hen de boodschap mee niet méér varkens te gaan houden.”
„De marge van 50 euro tussen de voerprijs en de vleesprijs (in euro’s per kg geslacht gewicht) die we als richtlijn aanhouden wordt al tijden niet meer gehaald.” Vooral het eerste kwartaal van dit jaar moet er geld bij, zo blijkt uit de grafiek die de marktdeskundige ter illustratie laat zien.
In 2007 groeide het aantal varkens in Nederland toch nog met vier procent, terwijl de populatie in de meeste andere EU-lidstaten afnam. Dat wekt verbazing bij de EU ambtenaren. „Ik was zeer verrast”, reageert Schank spontaan. Het effect van de particulier opslagregeling willen de EU ambtenaren niet overdrijven. „Op een totaal van 23 miljoen ton varkensvlees per jaar is 100.000 ton niet veel. Het heeft effect maar het mag niet marktverstorend werken”, aldus Prévost.
„Ik weet dat er verschillend over wordt gedacht. Het zou alleen de slachterijen ten goede komen. Maar ik zie de varkenshouderijen en de slachterijen niet los van elkaar. Ze hebben een gezamenlijk belang.”
Particuliere opslagregeling
De opslagregeling is in november ingegaan en mag maximaal vijf maanden duren. De bedoeling was al het vlees in uiterlijk in de maanden april en mei 2008 weer op de markt te brengen. Maar de opslagperiode kan maximaal drie maanden worden verlengd. „Tot nu toe hebben we weinig vernomen maar de verlenging kan tot drie dagen voor de regeling afloopt worden aangevraagd”, legt Schank uit.
Het blijkt dat Nederlandse bedrijven relatief weinig gebruik hebben gemaakt van de particuliere opslagregeling. Schank somt op: „Spanje, Denemarken, Italië, Duitsland, Frankrijk en pas op de zesde plaats komt Nederland.” Maar de Nederlandse industrie maakt wél volop gebruik van exportrestituties. Prevost: „Qua volume gaat het dan om een veel grotere hoeveelheid varkensvlees.”
Voerprijs voorspellen
Ondanks de crisis waarin de varkenshouderij verkeert, zijn de marktdeskundigen van de EU redelijk optimistisch gestemd. Recente cijfers over de ontwikkeling van de Europese varkensstapel geven aan dat de omvang afneemt met enkele procenten. „Maar of dat genoeg is om de hoge voerkosten goed te maken is de cruciale vraag”, aldus Prévost.
De EU marktdeskundigen laten zich adviseren door een panel van specialisten uit de 27 EU landen over de te verwachten marges in het resterende deel van 2008. „Wij kunnen het verloop van de voerprijs niet beter voorspellen dan de vakjournalistiek”, aldus Prévost. Hij haalt krantenknipsels tevoorschijn en somt op: De voorspellingen lopen ver uiteen. De Parijzenaar gebruikt onder andere de cijfers van de Frans/Duitse voergigant Töpfer als leidraad.
„De ontwikkeling van de voerprijs is met grote onzekerheid omgeven. Maar de toekomst van de varkenssector is de toekomst van de veevoersector. Vijftig procent van het veevoerareaal dat in Europa wordt geteeld gaat naar veevoer en 50 procent van de totale vleesconsumptie betreft varkensvlees. Het heeft enorme impact. Het afschaffen van de ‘set-aside’ regeling voor granen ook.”
Teelt energiegewassen
Er ontspint zich vervolgens een discussie tussen de beide EU beleidsmakers. Volgens Préévost bepaalt de vrije marktwerking de ontwikkeling van de veevoerprijs méér dan het beleid van de EU aangaande dier- en beendermeel, genetisch gemanipuleerde organismen en biobrandstoffen.
Maar zijn attente en veel jongere collega Schank wijst de ervaren Prévost op de cijfers die de ontwikkeling van de teelt van energiegewassen weergeven. Een voortdurend stijgende lijn tot in lengte van jaren, conform de doelen die de EU zich heeft gesteld voor wat betreft het bijmengen van biodiesel. Wat zijn de consequenties voor de teelt van veevoer en de prijsontwikkeling? Een moeilijk vraagstuk dat nadere studie vergt.
Introductie nieuwe gmo-gewassen
Meer concreet is de dreiging die er uitgaat van het Europese beleid voor genetisch gemodificeerde organismen (gmo). Uit de scenariostudie ‘Economic impact of unapproved gmo’s on EU feed imports and livestock production’ blijkt dat in het slechtste geval de Europese varkenssector in 2010 met 35 procent in omvang zal zijn gereduceerd, als de USA en Zuid-Amerika in hoog tempo doorgaan met het introduceren van nieuwe gmo-gewassen.
Dat leidt tot importblokkades en de stroom soja uit Noord-Amerika droogt helemaal op. Maar ook Zuid-Amerika levert dan niet meer aan Europa. Argentinië en Brazilië richten zich op de toenemende vraag uit China.
Schank licht de situatie toe: „De toelatingsprocedures duren in Europa langer dan in Amerika. Dat levert een vertraging op. Maar de grootste belemmering is de politieke besluitvorming in de EU. De landbouwministers beslissen over ieder individueel gmo gewas. Voor toelating is een gekwalificeerde meerderheid nodig. Maar er zijn altijd staten die tegen stemmen.”
Averechts effect
Kleinere landen zoals Griekenland, Oostenrijk en Luxemburg. Maar ook Frankrijk is kritisch.” Prévost reageert: „Sarkozy krijgt deze zomer de voorzittershamer. Maar ik kan zijn visie moeilijk schatten. Over het ene onderwerp denkt hij liberaal, maar over andere kwesties juist niet.”
De scenariostudie legt scherp de hypocrisie en innerlijke tegenstrijdigheden in het huidige Europese beleid bloot. Schank: „Als het ‘worst case scenario’ werkelijkheid wordt, daalt de vleesproductie in Europa enorm en stijgen de importen uit landen waar gmo-gewassen wel worden geteeld. Het effect op de consument is averechts. Indirect eten ze dan juist meer voedsel dat is geteeld met gmo-gewassen. Maar tot nu toe heeft dat inzicht geen verandering in het politieke beleid opgeleverd. We moeten nog diepgravender onderzoek doen en met nog betere argumenten komen.”
Vrijhandelsoverleg
Is het geen optie om de toelating van GMO-gewassen als een ‘non trade issue’ in de WTO-onderhandelingen in te brengen, zoals de Brusselse PVE-medewerker Frans van Dongen bepleit? Schank: „Varkensvlees is een van de belangrijkste exportproducten van de EU. Vijf tot tien procent van het totale EU-volume is voor export bestemd. Het is belangrijk om marktposities te behouden.”
Prévost: „Ik ben benieuwd naar de uitkomst van het Doha-overleg. De onderhandelingen zijn nog niet afgerond, ook al staat erop papier dat de exportrestituties worden afgebouwd en de importquota moeten verdwijnen. Het zijn onderdelen van een totaalpakket over wereldwijde handel. Als Europa er niet genoeg voor terugkrijgt, komt er geen onderhandelingsresultaat.”
„Geloof me, de marktondersteuning van de EU is nog niet verdwenen. Zover is het nog niet. Bovendien blijft de EU altijd ondersteuning verlenen. Maar het is niet de bedoeling dat de varkenshouderij voortdurend om hulp vraagt. Dat is in het verleden nooit het geval geweest en dat moet zo blijven. Alleen in tijden van crisis verlenen we ondersteuning.”
Druk gebarend en goedlachs heeft de Fransman in een paar uur tijd allerlei onderwerpen die in de Europese varkenshouderij spelen behandeld. Daarbij aangevuld en gecorrigeerd door Ave Schank, die in vloeiend Engels een positieve indruk achterlaat van de inbreng die ambtenaren uit nieuwe EU-landen kunnen bieden. Prévost trekt een slotconclusie: „Alleen als er minder wordt geslacht komt de sector uit de crisis.”