Naar 1.600 zeugen op twee etages
In gebrekkig Engels volgen de instructies voor één van de Poolse bouwvakkers, die in Mariënheem aan de nieuwe etagestal werken. Er is nog volop bedrijvigheid in de stal in aanbouw, waar de laatste hand wordt gelegd aan de installatie van de boxen, de waterleidingen en twee luchtwassers. John Wichers Schreur die in 1992 in de maatschap kwam met zijn vader Johan en moeder Annie, laat graag zien hoe het allemaal gestalte krijgt.
En passant heeft hij nog even contact met de mensen die de stal bouwen. „Zoveel mogelijk in eigen beheer doen”, zegt John, die erg kien is op de kosten. Daardoor presteert hij, blijkt uit berekeningen van Rabobank, technisch en financieel 20 procent boven het gemiddelde. „Dat moet ook wel, anders hadden we de financiering voor een dergelijke nieuwbouw niet rond gekregen. Wij zijn wel blij met het vertrouwen van de bank in ons, maar nog belangrijker vinden we dat zij de varkensmarkt op langere termijn zien zitten.”
Investeren en groeien
De berekende kostprijs van een big bedraagt volgens het Landelijk Biggenprijzenschema van juli dit jaar 55,15 euro. De biggennoteringen blijven ver achter bij de recordhoge varkensprijzen. Met gemiddelde prijzen van rond de 30 euro per big worden de kosten lang niet goed gemaakt. De lage biggenprijzen in combinatie met de gestegen bedrijfskosten brengen zeugenhouders in zwaar weer.
„Deze periode wordt er niks verdiend, dat klopt. Maar zo is de varkenscyclus nu eenmaal. Het klinkt tegenstrijdig, maar juist in zo’n markt moeten we wel investeren en groeien”, zegt Wichers Schreur. „Alleen met grotere, uniforme koppels kun je in de toekomst nog tegen een gunstige prijs de markt op. Met opschalen kunnen we ook de kosten verlagen, onder andere door kwantumkortingen op voer en het terugbrengen van de vaste kosten per dier.”
Opschaling is de Overijsselse familie niet vreemd. In 1970 deed Johan de melkkoeien weg en startte hij met 150 zeugen. In tussenstappen ging het van 300 zeugen op een locatie in Raalte naar 800 op de huidige locatie langs de N35 in Mariënheem. „In 2001 hadden we daar al twee nieuwe stallen gebouwd voor 800 zeugen en 650 vleesvarkens. Nu willen we door naar 1.600 zeugen en 1.000 vleesvarkens.”
Gunstig voor de afzet
Over de markt op langere termijn is John positief gestemd. „Ik verwacht de komende jaren wel een betere markt. Met name het aantrekken van de economie in Oost-Europa is gunstig voor de afzet van varkensvlees. Azië vind ik een wisselvallige markt, waar Nederland niet te veel op moet rekenen.” De biggen gaan nu via varkenshandel Tijs in Haarle naar vaste afnemers in Duitsland. „Ik gebruik Topigs 40 zeugen en een Duitse Piétrain beer. Dat levert een goede classificatie van de vleesvarkens op. Daarom kan ik met mijn biggen overal naar toe.”
Wie denkt dat de maatschappelijke discussie over megastallen de bouw van de etagestal in de weg heeft gestaan heeft het mis. „We hadden de vergunningen van de gemeente Raalte al lang binnen, voordat die discussies op gang kwamen. Ik vind het allemaal nogal een opgefokt gedoe. Wij hebben bijvoorbeeld tegen onze bouwplannen geen enkel bezwaarschrift ontvangen. Gelukkig niet, anders staat de bouw twee jaar stil en uiteindelijk gaat het toch door. Er is namelijk geen grond om het tegen te houden. We zitten 350 meter van het dorp en met onze luchtwassers voldoen we aan de milieu-eisen.”
Aan het kopse eind van de lange nieuwe etagestal plaatst Wichers Schreur een zogenoemde combiwasser tegen de uitstoot van ammoniak, stof en geur. Het is een chemische luchtwasser met daarachter een biologische wasser met boomwortels. „De biologische wasser draagt met name flink bij aan de reductie van stof en geur.”
Vergunning geen probleem
Vanwege de investering in de combiwasser als milieuvriendelijk bedrijfsmiddel levert deze investering 40 procent subsidie op. Daarnaast komt de maatschap in aanmerking voor de Vamil-regeling en de milieu-investeringsaftrek MIA. De Vamil levert liquiditeits- en rentevoordeel op omdat de ondernemer zelf bepaalt wanneer hij de investeringskosten van een bedrijfsmiddel afschrijft. Met de MIA zijn 40 procent van de investeringskosten van de combiwasser aftrekbaar van de fiscale winst.
Het verkrijgen van de milieu- en bouwvergunningen van de gemeente leverde geen problemen op. Er is gekozen voor een etagestal van ruim 100 meter lang en 32 meter breed. Het bouwblok in het bestemmingsplan was te klein om de gewenste uitbreiding zonder verdieping in de stal te realiseren. „Tweederde van het bouwblok was al volgebouwd met de stallen uit 2001, dus er was te weinig ruimte over.”
Vanwege de maximale bouwhoogte van tien meter in het buitengebied ligt de benedenverdieping anderhalve meter onder het maaiveld. „Gelukkig zijn er al enkele etagestallen in Nederland. Om ons te oriënteren hebben we die bekeken. Onder meer de stal van Henk Dekker in Aadorp en een stal in Brabant. Dat zag er met korte looplijnen allemaal erg efficiënt uit, waarna we de knoop hebben doorgehakt.” Ook de zijn de kosten van de bouw van een etagestal circa 10 procent lager dan die van een stal met het dubbele vloeroppervlak zonder verdieping. „De fundering moest wel zwaarder worden uitgevoerd en in de verdieping gaat ook extra beton, maar het scheelt wel één dak en één fundering.”
Dierenwelzijn en lage kosten
Achteraf past de etagestal ook goed wat dierenwelzijn betreft. De temperatuur van het souterrain is constanter en in de zomer is het er koeler. Om die reden zijn de zeven afdelingen met 34 kraamhokken beneden gesitueerd. „Rondom werpen, hebben zeugen het al moeilijk genoeg. Dan moet je hittestress zoveel mogelijk beperken.”
Naast de kraamzeugen bevinden zich beneden ook 11 biggenafdelingen. Op de verdieping liggen alle 560 drachtige zeugen en er is een vleesvarkensafdeling. Via een betonnen helling van 10 procent kunnen biggen en zeugen heen en weer van boven naar beneden en andersom.
Grote ventilatoren bij de luchtwassers zuigen de lucht in de stal af. De aanvoer van frisse lucht loopt door kanalen in de zijwanden van de stal. Hier is een frisse neuzensysteem aan gekoppeld om een goede voeropname te garanderen. Om bij heel warm weer nog verder te kunnen koelen, zijn boven alle boxen sprinklers geïnstalleerd waarmee verneveling mogelijk is. „Het is belangrijk dat varkens zich prettig voelen, ook bij warm weer. Anders vreten ze niet en verliezen ze te veel conditie met negatieve bedrijfsresultaten als gevolg.”
80 hectare maïs
Om de voerkosten zoveel mogelijk te drukken, installeerde de varkenshouder een brijvoerinstallatie. Het rantsoen bestaat uit tarwezetmeel, stoomschillen, bierborstelmix en CCM. Het mengvoer van twee voerfirma’s levert de benodigde mineralen, vitaminen en spoorelementen. „Vanwege de hogere grondstofprijzen is het momenteel wel opletten dat de samenstellingen van de mengvoeraanvullingen wel doen wat ze moeten doen. Wij verbouwen in totaa l80 hectare maïs voor de ccm, waarvan 13,5 hectare eigen grond is. De CCM levert goede groeiresultaten en gezonde varkens.”
Andere forse kostenbesparingen zijn de houtgestookte kachels op zaagselpellets met een warm watercirculatiesysteem en de mestafzet naar Coöperatie Biogreen in Heeten. „Ik bespaar 50 procent op stookkosten in vergelijking met gas en de mest wordt verwerkt in een biovergistingsinstallatie. Dat scheelt circa 8 euro per kuub mestafzet.”
De gier van de varkens op de bovenverdieping wordt opgevangen in 50 centimeter diepe betonnen putten onder de roosters. „Af en toe lossen we deze giervoorraad door letterlijk de stop eruit te trekken. Dan loopt de gier weg in een groter mestvoorraadbassin in het midden van de stal. In dit bassin wordt ook de mest uit het souterrain verzameld. Het afvoerpunt van dit bassin ligt 4,5 meter onder het maaiveld.”
Gesloten bedrijf
Wat de toekomst betreft wil de Mariënheemse maatschap toe naar een gesloten bedrijfsvoering waarbij alle biggen ook zelf worden afgemest. „Dat is bedrijfseconomisch interessanter. Ook speelt mee dat de politiek af wil van biggenexport vanwege dierenwelzijnseisen. In Denemarken zie je in de zeugenhouderij nu ook al een sterke ontwikkeling naar gesloten bedrijven.”
Binnen nu en vijf jaar hoopt de familie Wichers Schreur alle eigen biggen als vleesvarkens af te leveren. „Dan heb je het over 20.000 vleesvarkens. Daarvoor hebben we op de nieuwbouwlocatie hier geen ruimte. We gaan die zoeken op varkensbedrijven die stoppen, bij voorkeur in een straal van 15 tot 20 kilometer om het vermeerderingsbedrijf heen. Voorlopig is dit nog niet aan de orde, omdat we voor het kopen van extra locaties de financiële ruimte nu niet hebben en het ook lastig is om goede locaties te vinden.”
Met de gedrevenheid en het kostenbewustzijn van de ondernemers in Mariënheem zit het wel goed. Ze realiseren goede technische (25,9 afgeleverde biggen per zeug per jaar) en financiële resultaten. „Wij zijn ervan overtuigd dat we de investering in de nieuwe etagestal terug verdienen. De markt is nu niet goed, maar dat is een kwestie van tijd.” Volgens de Rabobank heeft 60 procent van de zeugenhouders geen opvolger. „Over enkele jaren betekent dat voor ons ruimte in de zeugenhouderij. Dus we gaan gewoon door, want ondernemen zit ons in het bloed en wij hebben veel plezier in dit vak.”
Tekst: Janet Beekman
Beeld: Ellen Meinen