Jan Mulder: ‘Binnen twee jaar Europees kwaliteitskeurmerk’
Voor de varkenssector is het een doorn in het oog. Varkenshouders moeten voldoen aan de strenge Europese en nationale eisen van dierwelzijn, milieu en voedselveiligheid. De extra eisen leiden tot extra kosten, terwijl goedkoop buitenlands varkensvlees - niet geproduceerd volgens de EU-regels - gewoon op de Europese markt wordt afgezet. Oneerlijke concurrentie. VVD-Europarlementariër Jan Mulder probeert als sinds zijn aantreden in het EU-parlement te pleiten voor gelijke spelregels.
Level Playing Field wordt dat in politiek jargon genoemd. De strenge EU-regels of deze zogenaamde Non Trade Concerns moeten volgens hem als onderhandeleis in de WTO worden meegenomen. „De kans is echter klein dat dit gebeurt”, zegt Mulder laconiek en met een politiek realisme.
„Ik ben er in ieder geval niet optimistisch over. Er is wel de wens geuit om hierover te praten, maar de ontwikkelingslanden en landen als Brazilië zouden hier niet mee instemmen. Zij willen niet dat wij hen dezelfde regels opleggen. In de volgende ronde zou het wel een onderdeel moeten zijn. De EU-producten worden echter duurder. Als het via de WTO-onderhandelingen niet lukt, is er een tweede oplossing.”
Europees Kwaliteitskeurmerk
Die tweede oplossing wordt in september door Mariann Fischer Boel, de Eurocommissaris voor landbouw, gepresenteerd: het Europese Kwaliteitskeurmerk. Mulder is er enthousiast over. Eigenlijk is het keurmerk zijn geesteskind. „De Europese producten moeten we herkenbaar maken. Al in 1998 heb ik een voorstel voor een keurmerk ingediend.“
„In 2003 kon ik als rapporteur voor de EU-begroting 2004 dit voorstel verder uitwerken en is er een studie gekomen met een proefproject om de mogelijkheden voor een Europees kwaliteitskeurmerk te onderzoeken. De conclusie was positief en ruim een jaar geleden was er een conferentie met vier- tot vijfhonderd mensen uit de Europese landbouw en voedselsector. Het draagvlak is groot en onomstreden. Dat keurmerk moet er binnen twee jaar komen.”
Het keurmerk moet voor de consument duidelijk maken dat het om producten gaat die volgens de hoge EU kwaliteitsnormen zijn geproduceerd. Lokaal moet duurzaam en lekker zijn en daar moet de bewuste consument meer voor willen betalen. Landen buiten de EU kunnen dat keurmerk ook dragen, maar dan moeten de producten wel aan de EU-eisen voldoen. Nu kan de consument veelal niet zien of het varkensvlees uit Europa afkomstig is. Als het keurmerk er is, kunnen de Europese producten makkelijker tegen de goedkope producten te concurreren, want dan kunnen Europese producten zich veel beter onderscheiden.
Verbeteren van inkomen
Nederlands varkensvlees is daardoor minder onderhevig aan de wereldprijzen, aldus Mulder. Het succes van het keurmerk is ook voor de Nederlandse varkenshouders gunstig. Nederland exporteert veel varkensvlees en de Europese burgers zullen meer Nederlands varkensvlees eten Voor varkenshouder betekent dit betere prijzen. Het verbeteren van het inkomen is volgens de VVD-er één van de grote voordelen van een Europees keurmerk.
Maar is het uitgangspunt dat de consument de hogere prijs wil betalen, niet een beetje idealistisch? In het verleden blijkt uit onderzoeken voor de biologische landbouw dat de burger wel duurdere en duurzame producten wil kopen, maar de consument gewoon voor het goedkoopste gaat.
„Ik heb hier toch een goed gevoel over”, spreekt Mulder zijn politieke intuïtie uit. „Maar uiteindelijk moet het publiek de daad bij het woord voegen en dit in hun koopgedrag tot uiting brengen. Dat blijft natuurlijk een vraagteken. Er zal een promotiecampagne moeten komen om de Europese consument duidelijk te maken dat ze voor de keurmerkproducten moeten kiezen.”
Stijgende grondprijzen
Voor Jan Mulder is creëren van een Level Playing Field niet alleen belangrijk voor de producten, maar ook als het op kostprijs van de landbouwproducten aankomt. Dat geldt sterk voor de varkenssector. Afgelopen periode zijn varkenshouders getroffen door stijgende grondstofprijzen. Een factor voor het duurdere veevoer is het gmo-beleid van de Europese Unie. Dat is naar de mening van Mulder te rigide en drijft de voerkosten op.
Het gmo-beleid moet soepeler. „In Europa zijn we huiverig voor genetische manipulatie, maar als de Europese autoriteit voor voedselveiligheid EFSA het gebruik van gmo goedkeurt, wie ben ik dan om dat af te keuren? De lidstaten zouden ook de adviezen van EFSA over moeten nemen en daarmee de nieuwe gmo\'s officieel moeten goedkeuren, maar met name Oostenrijk, Duitsland en Frankrijk doen dat doorgaans niet.“
„In Europa hebben we een nultolerantie voor gmo\'s die in de EU nog niet zijn toegestaan. Er mag absoluut geen gmo-soja of maïs worden geïmporteerd, die nog geen officiële Europese goedkeuring hebben gekregen. In de belangrijkste soja en maïs producerende landen worden die GMO\'s echter al volop geproduceerd en treedt er onvermijdelijk enige vermenging op.
Oneerlijke concurrentie
Europa kan daardoor steeds moeilijker veevoer uit die landen invoeren en is aangewezen op de duurdere grondstoffen elders. „Het is daarentegen vreemd dat varkensvlees dat geproduceerd is met EU-ongeautoriseerde gmo’s wel mag worden ingevoerd”, schetst Mulder. „Probleem is wel dat het Europese gmo-beleid de kosten voor de varkenssector aanzienlijk verhoogd en resulteert in oneerlijke concurrentie. Ik pleit voor het verhogen van de tolerantie van 0 tot 0,7 procent. Volgens deskundigen wordt op die manier een paar miljard euro aan voerkosten bespaard.”
Het opheffen van de nultolerantie moet de concurrentiepositie van Europees en Nederlands varkensvlees verbeteren. Mulder: „De Europese varkenshouder kan de concurrentie prima aan, mits de eisen zoals dierenwelzijn, transport en veevoer gelijk zijn met de rest van de wereld.“
„We moeten de Europese boer niet vastbinden en de voerkosten verlagen door de nultolerantie af te schaffen en een versnelde procedure te starten om GMO-graan hier te telen. De EFSA heeft een positief oordeel gegeven en daarmee zou de discussie ten einde moeten zijn. De EFSA oordeelt namelijk onafhankelijk en op basis van eigen cijfers en onderzoek. De Amerikaanse FDSA daarentegen baseert haar oordeel op gegevens die zij van bedrijven krijgt.”
Slechte wetgeving
Het wegwerken van concurrentievervalsende factoren geldt ook binnen Europa. De verschillende lidstaten gebruiken bij de uitvoering van richtlijnen andere regels of beleid. De Nitraatrichtlijn is daar een duidelijk voorbeeld van. De regels in Nederland zijn strenger dan elders.
Mulder: „In Nederland vonden we altijd dat wat de EU deed niet voldoende was. We komen daar gelukkig op terug, maar de Nitraatrichtlijn is nog een gevolg van die houding. Het is een slechte wetgeving. Waarom mag er in heel Europa maar 170 kg stikstof uit dierlijke mest worden gebruikt. Is de stikstof in kunstmest anders dan uit dierlijke mest? Waarom mag de digistaat niet worden gebruikt als kunstmestvervanger of laat men alleen het stikstofaandeel dat daadwerkelijk afkomstig is van dierlijke mest meetellen voor die maximum bemestingsnorm van 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare?“
We hebben straks niet alleen een energiegebrek, maar ook een tekort aan fosfaat. Mesterverweking en energieopwekking moeten daarom veel meer aandacht krijgen. De digistaat moet vrij gebruikt mogen worden. Recycling van mineralen moet een prioriteit zijn. Niet alleen energieopwekking.”
Lidstaten moeten vrij zijn
We moeten daarom de Nitraatrichtlijn afschaffen, vervolgt de Drentse politicus zijn pleidooi. „Er is de Kaderrichtlijn Water en sinds 2007 de Grondwaterrichtlijn met normen over de vervuiling van het bodemwater. De Nitraatrichtlijn bestaat uit middelvoorschriften om vervuiling van het grondwater met nitraat tegen te gaan, maar de grondwaterrichtlijn verplicht lidstaten om de doelen te bereiken die de nitraatrichtlijn ook beoogt te bereiken.“
„Voor het bereiken van die doelen is het echter veel beter dat lidstaten vrij zijn om de maatregelen te nemen die het beste passen bij hun lokale omstandigheden. Stoppen dus met de Nitraatrichtlijn.” Binnen Europa lobbyt de VVD-er ook om onverdoofd castreren op de agenda te krijgen. Het probleem is dat dit onderwerp in Nederland meer speelt dan in de rest van Europa, met uitzondering van Denemarken.
„Op mijn initiatief heeft het Europees Parlement één miljoen euro beschikbaar gesteld voor onderzoek naar onverdoofd castreren en het voorkomen van de berengeur in vlees. Uit een Wageningse proef blijkt dat de meeste mensen het niet eens ruiken, maar het blijft een punt van zorg. Er is een vaccin ontwikkeld dat effectief is tegen de berengeur, maar dat vaccin is nog niet toegelaten. We moeten uiteindelijk wel een definitieve Europese oplossing vinden voor het castratieprobleem. ”
Innovatie varkenssector
Wanneer alle concurrentieobstakels zijn geslecht, blijft er naar de visie van Mulder een gezonde Nederlandse varkenssector over. „In de rest van Europa is grote bewondering voor de innovatie van de Nederlandse varkenssector. In de Oost-Europese landen ontstaan echter grote bedrijven en wij hikken in Nederland tegen de megabedrijven aan.“
„Schaalvergroting is noodzakelijk, maar Nederland moet zich ook meer gaan richten op nichemarkten. Duitsland blijft de belangrijkste markt en we moeten het Duitse QS standaard overnemen. Daarmee kunnen we ons profileren om nog meer kwaliteit te bieden dan het Europese keurmerk. Nederland kan de concurrentie met de rest van Europa en de wereld dan goed aan.”