Franz Meyer zu Holte: ‘Megaverlies voor Europese varkenshouders’
Is de Europese varkenshouderij in de grootste crisis sinds jaren terechtgekomen?
„Op zich is het niet vreemd dat de Europese varkenshouderij vorig jaar in een dal terechtkwam. De aloude varkenscyclus functioneert nog steeds. Het cyclische dal waarin varkenshouders terechtkwamen, werd echter veel dieper door de sterk gestegen prijzen van voer en energie. Vleesvarkensvoer kostte hier in juli 2006 nog 15 tot 16 euro per ton. Nu is die prijs met ruim 25 euro per ton ongeveer 65 procent hoger. En zo is het ook met zeugen- en biggenvoer.”
ISN berekende een totaal vermogensverlies van 3,5 miljard euro voor vermeerderaars in Midden-Europa. Hoeveel meer kunnen deze ondernemers nog dragen?
„Door de onbevredigende opbrengstprijzen en de hoge voerkosten kregen vermeerderaars, ook bij goede technische resultaten, te maken met verliezen van 20 tot 30 euro per big. Tel je dat op voor Centraal Europa dan kom je aan een totaal vermogensverlies van 3,5 miljard euro. Veel vermeerderaars zijn door hun reserves heen. Velen werken met een overbruggingskrediet van de bank. Diverse bedrijven zijn al bankroet gegaan en overgegaan naar een nieuwe eigenaar.”
Hoe komt het dat vooral vermeerderaars zwaar interen terwijl vleesvarkenshouders het verlies beperkt kunnen houden?
„Zowel de opbrengstprijs van de biggen als die van de vleesvarkens is het resultaat van marktwerking. En dat is ook de enige manier. Uit solidariteit de biggenprijs verhogen, is geen oplossing. Ieder probeert in zijn sector het optimum te bereiken. Dat is de beste weg naar zo efficiënt mogelijk produceren van de gewenste kwaliteit.”
Waarom kunnen varkenshouders de sterk gestegen kosten van voer en energie niet doorberekenen aan hun afnemers?
„Helaas gaat de opbrengstprijs voor varkenshouders alleen omhoog als het aanbod van varkens afneemt of als de vraag toeneemt. Wanneer dat gebeurt, is niet in te schatten.”
Mag je van varkenshouders die verlies lijden wel verwachten dat ze producten van topkwaliteit blijven leveren?
„Juist als je te maken hebt met een lastige afzetmarkt is het zaak om topkwaliteit te produceren. De combinatie van volume en kwaliteit bepaalt wie de langste adem heeft. Je ziet dat leveranciers van kleinere partijen biggen en varkens van mindere kwaliteit een veel lagere opbrengstprijs ontvangen. Daardoor verdwijnen juist zij het snelst van de markt.”
Zijn er niet simpelweg te veel varkens in Europa?
„Het aantal varkens per bedrijf blijft maar toenemen. Dat heeft gevolgen voor de varkenscyclus. Grotere zeugenbedrijven kunnen weliswaar failliet gaan tijdens een dal van de varkenscyclus, dat betekent meestal niet dat zo’n bedrijf helemaal stopt. Vaak komt er een andere eigenaar die gewoon verder produceert. Gevolg daarvan is dat tijdsduur van een dal in de varkenscyclus toeneemt.”
Het is dus nodig dat een aantal producenten echt stopt?
„Zeugenhouders doen er verstandig aan om, voorafgaand aan het plegen van grote investeringen, voor zichzelf op een rij te zetten of ze wel door moeten zetten. Stoppen en het kapitaal uit het bedrijf in geld omzetten, kan ook een goede keuze zijn.”
Stoppen kan jammer zijn als binnenkort weer een goede tijd aanbreekt…
„Het is niet waarschijnlijk dat de hogere opbrengstprijzen de oplopende kosten voor energie en voer helemaal goed gaan maken, mede gelet op de krappere bestedingsruimte van consumenten.”
Kan de Europese varkenshouderij de concurrentie op de wereldmarkt aan?
„Naast de problemen op de afzetmarkten heeft de Europese varkenshouderij te maken met een aantal extra handicaps ten opzichte van andere varkensproducerende regio’s. Denk aan het Europese toelatingsbeleid ten aanzien van ggo-voergrondstoffen, de stimulansen om veevoer te gebruiken voor bio-energie, en de discussie over het castreren van beren.
Door het leveren van goede kwaliteit hebben Europese varkenshouders in de loop der jaren een goede positie op de wereldmarkt opgebouwd. We moeten op die markt echter hard concurreren met landen als de Verenigde Staten, Canada en Brazilië. Het mag dan ook niet zo zijn dat de Europese politiek ons opzadelt met zwaardere lasten dan de andere spelers op de wereldmarkt.”
Wanneer zullen de biggenprijzen net als de vleesvarkenprijzen flink gaan stijgen?
„Het klopt dat de vleesvarkenprijzen flink gestegen zijn. Vergeet echter niet dat de huidige opbrengstprijzen van vleesvarkens nog steeds onvoldoende zijn om alle kosten te vergoeden. Dan moeten we toe naar een prijs van minstens € 2 per kg geslacht gewicht. Voor de biggenprijzen geldt dat ze pas zullen gaan stijgen als het aanbod kleiner is dan de vraag. Dat moment komt zodra de afname van de biggenproductie door een krimp van het aantal zeugen groter is dan de toename van de biggenproductie als gevolg van het stijgende aantal grootgebrachte biggen per zeug. Het is niet te zeggen wanneer dit precies het geval is.”
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: ISN