Stabiele voerprijs verleden tijd
Voor snijmaïs wordt niet meer dan 1250 euro per hectare betaald, in Oost- Nederland zelfs minder. Ook afgeleide grondstoffen voor de varkenshouderij, zoals CCM, zakken snel in prijs. „Bij de zaai werd nog uitgegaan van een prijs van 20 cent per kilo, nu er wordt geoogst blijkt het product niet veel meer dan 10 cent per kilo meer waard te zijn.” Loonbedrijven in Oost-Nederland verbazen zich over de enorme maïsoogst en het effect op de prijs.
Geen maïs aankopen
Waarschijnlijk is de maïs in Oost-Nederland landelijk gezien het goedkoopst. „Vorig jaar was het te nat en in 2006 was het te droog. Toen moesten de melkveehouders maïs aankopen. Dit jaar hoeft er niet te worden aangekocht. Dat verschil merk je duidelijk”, aldus Henk Jan Coops, directeur van Coops Mengvoeders te Halle (Gld.). Ook is de vraag vanuit de biogasindustrie minder groot, denkt Coops. „De biogascentrale in Heeten heeft dit voorjaar maar 100 hectare maïs gekocht in plaats van 300 hectare in 2007.”
In Zuid-Nederland is het effect van de top maïsoogst op de prijs minder duidelijk, maar ook onder de grote rivieren kost maïs lang niet meer zoveel dan vorig jaar. Jan Minten Hoofd Verkoop en Logistiek van Brameco Zon voeders uit Eindhoven (N-Br.) schat de snijmaïsprijs in op ongeveer 1300 euro per hectare. „In het begin is hier in het zuiden 1600 tot wel 1800 euro per hectare betaald. De prijs is nu hard aan het zakken.” Minten constateert dat ook in Zuid-Nederland de maïsoogst erg ruim uitvalt.
De Frans-Duitse voergigant Toepffer, dat haar hoofdkantoor heeft gevestigd in Hamburg(Dld.) meldt in haar marktberichten over de maand september dat de maïsoogst in heel Europa ruim uitvalt. De schattingen lopen uiteen van 58 tot 62 miljoen ton maïs. Dat is circa 20 procent meer dan vorig jaar. Omdat de euro bovendien minder duur wordt, vergeleken met de dollar, trekt de export buiten de EU aan. Contracten voor oktober tot en met december leveren in Hongarije, waar veel maïs wordt geteeld, niet meer dan 120 euro per ton op.
Graanoogst groter dan verwacht
De forse maïsoogst in heel Europa volgt op de ruime graanopbrengsten die in augustus werden genoteerd, ook in heel Europa, op enkele landen na. Volgens Toepfer pakt de graanoogst nog ruimer uit dan aanvankelijk werd aangenomen. Met als gevolg dat graan niet veel meer dan 150 euro per ton kost en de bodem is nog niet bereikt. Marktbureau DCA uit Lelystad (Fl.) verwacht dat de prijs gestaag stukje bij beetje zal blijven dalen, al is de bodem wel in zicht.
Specialist Pieter Post: „De consumptie neemt jaar op jaar toe, maar het aanbod dit jaar ook. De voorraden bouwen zich weer op, nadat ze in 2007 geheel verdwenen waren en voor paniekreacties zorgden. Het graan-areaal is dit jaar fors toegenomen en de opbrengst ook. In een half jaar tijd zijn de prijzen weer genormaliseerd.”
2006 extreem laag
Er gaan stemmen op om het EU marktbeschermingsbeleid weer in werking te stellen. De Nederlandse minister Gerda Verburg is verklaard tegenstander. Het zeer lage prijsniveau van 2006 komt niet meer terug. Er is geen analist of deskundige die een dergelijke verwachting kan onderbouwen. De langjarige trend, weergegeven in het ‘OESO Outlook’ marktrapport voor de periode 2007 tot en met 2018, benadrukt de snellere toename van de vraag in vergelijking met het aanbod.
„Dat er in 2006 niet veel meer dan 100 euro voor een ton tarwe werd betaald was ook een extreem. Toen lag het prijsniveau voor veevoedergrondstoffen op een historisch laag niveau”, aldus Jan Bolhuis, die voor het Landbouw Economisch Instituut (LEI) in Den Haag de prijs van ondermeer veevoedergrondstoffen en krachtvoer volgt.
De dalende graanprijzen trekken de prijs van soja mee omlaag, zij het vertraagd. De sojaprijs piekte later en daalt nu minder snel dan de graanprijs. Maar ook voor de eiwitbron in mengvoeder geldt dat de bodem nog niet in zicht is. De mengvoedergigant Toepfer schrijft in haar marktberichten: „De noteringen in Chicago staan onveranderd onder druk, mede door de dalende aardolieprijzen. Ook stagneert de vraag vanuit Europa en China. Bovendien is de prijs van raapschroot in elkaar gezakt.” DCA-sepcialist Pieter Post: „Het zijn communicerende vaten. Als de graanprijs ineenzakt, gaat ook de sojaprijs mee omlaag.”
Vismeel uitzondering
De duurste component van mengvoeder, premixen en speciaalvoeders schommelen het minst in prijs, aldus Philip van den Brink, productmanager varkenshouderij bij Provimi BV voor West Europa. Hij wijst erop dat de prijs van de hoogwaardige eiwitbronnen, vergeleken met de explosieve prijsontwikkeling van soja in het afgelopen jaar, relatief weinig is gestegen. „Ik durf te stellen dat het verschil tussen soja en hoogwaardige eiwitten die wij gebruiken nog nooit zo klein is geweest.”
Bij het samenstellen van de mineralen-en vitaminenmengsels heeft Provimi vooral te maken gehad met explosieve prijsstijgingen van de vitamine E en van calciumfosfaat. Vitamine E is meer dan drie keer zo duur geworden, sinds de productie in China dit voorjaar aanmerkelijk afnam. Van den Brink ziet deze prijspiek als een incident. Hij rekent erop dat de prijsstijging elders extra productie oproept, waardoor het prijspeil weer zakt. Ook kan er minder vitamine E in de mengsels verwerkt worden, als het Provimi lukt alternatieve antioxidanten te vinden. Vitamine E wordt ondermeer gebruikt vanwege de antioxidatieve(ontgiftende) werking.
Goed verteerbaar fosfaat daarentegen blijft wel aanhoudend zeer duur, verwacht Van den Brink. „We maken gebruik van fosfaat dat uit rotsen wordt gewonnen, vooral in Marokko. Kunstmestfosfaat wordt steeds duurder en de prijs van dit calciumfosfaat-product lift mee. Ik zie voorlopig geen einde komen aan de prijsstijgingen. We gaan op zoek naar alternatieven, bijvoorbeeld door het enzym fytase in te zetten en de benutting van fosfaat uit grondstoffen te verbeteren.”
Mengvoer 20 cent
Bolhuis van het LEI verwacht dat de prijs van mengvoer in de maand oktober gemiddeld met een cent per kilo zal zakken en de komende maanden opnieuw met nog enkele centen. „Het hangt ervan af hoe mengvoederbedrijven zich hebben ingedekt en voor welke termijn.” Henk Jan Coops van Coops Mengvoeders beaamt dat. „Er zijn voorschotprijzen van 160 euro per ton betaald.
Te veel, weten we nu. De prijs van mengvoeder voor drachtige zeugen en vleesvarkens gaat richting 20 euro per 100 kg. Ook Jan Minten van Brameco-Zon ziet de mengvoederprijs op 20 euro per 100 kg uitkomen. De dalende trend zet zich in 2009 voort, verwachten marktanalisten. Toepfer voorspelt meer aanbod voor vrijwel alle voedergewassen. Weliswaar neemt de vraag ook toe, zeker ook vanuit de bio-energie sector, maar de impact van de teelt van energiegewassen is niet zo groot als wordt verondersteld.
Bovendien bouwen de voorraden zich weer op nadat ze het afgelopen decennium jaar op jaar geslonken waren. De onzekerheid over het prijsverloop wordt over een termijn langer dan een half jaar groter. Dan wordt namelijk duidelijk of de inschatting van het voedergewassenareaal voor 2009 klopt. Het weersverloop, de politiek, de koers van de dollar en de prijs van olie kunnen de voorspellingen behoorlijk in de war sturen.
Voorraden cruciaal
Bovendien bevinden de voer-voorraden zich nog steeds op een veel lager niveau dan in het verleden. Jan Bolhuis van het LEI: „ Vroeger was een voorraad van 70 tot 80 dagen normaal. Nu reikt het niet verder dan 56 dagen. Graanvoorraden zorgen voor prijsstabiliteit.” Bolhuis krijgt bijval van agrarische specialisten van de ABN Amro bank. In haar branche-rapport ‘De kracht van ondernemerschap’ benadrukt de agrarische afdeling van de bank de impact van de afnemende graanvoorraden.
Hoe minder marktbescherming, des te meer de opbrengstprijzen schommelen. Hetzelfde geldt voor de prijs van grondstoffen. „Bij een tegenvallende oogst kunnen de prijzen fors oplopen. Voorlopig is het rustig, maar vanaf volgend jaar kan het weersverloop de prijs van veevoer weer sterk gaan beïnvloeden”, aldus sectormanager varkenshouderij Wilbert Hilkens. „Varkenshouders hebben jarenlang met vrijwel constante voerkosten te maken gehad, maar dat is verleden tijd. De prijs van veevoer kan hevig blijven schommelen.”
Het ontbreken van ruime graanvoorraden heeft ook tot gevolg dat de prijsvorming sterk wordt bepaald door stemmingmakerij, vindt Jan Bolhuis van het LEI. „Over het algemeen verdienen handelaren en de veevoerindustrie er meer aan als de prijzen in beweging zijn. In de Verenigde Staten is het in het verleden wel gebeurt dat ambtenaren die zich bezig hielden met oogstramingen werden omgekocht. Voorspellingen hebben veel invloed. Ik vraag me dan ook af of het verstandig is om het EU voorraadbeleid helemaal af te bouwen.”
OESO-vooruitzichten markten
De Nederlander Loek Boonekamp verstrekt namens de in Parijs gevestigde economische ontwikkelings-organisatie OESO jaarlijks vooruitzichten over de diverse landbouwmarkten. Hij benadrukt dat het niet om voorspellingen gaat. Het zijn vooruitzichten, projecties. Voor de periode 2008 tot en met 2017 berekent het OESO een minder snelle daling van de landbouwprijzen dan in het verleden het geval was. Zonder inflatiecorrectie komen de prijzen van zowel voer als vlees, vergeleken met het afgelopen decennium, zelfs op een duidelijk hoger niveau te liggen.
„Maar als ik varkenshouder was zou ik er mijn investeringsbeleid niet op afstemmen”, aldus Boonekamp. Het computermodel waarmee de berekeningen worden gemaakt, kan 16.000 vergelijkingen aan met 25.000 verschillende variabelen. „Geen enkel ander macro-economisch model van de agrarische economie is vergelijkbaar qua capaciteit. Toch is het vergeleken met weercomputers maar een eenvoudig model.” Een betrouwbare voorspelling van het prijsverloop geeft het programma niet. Daar is het ook niet voor bedoeld.
Boonekamp: „We gaan uit van vooronderstellingen, zoals gemiddeld weer, gelijkblijvend politiek beleid en een toename van de opbrengsten per hectare met gemiddeld 1 procent per jaar. Maar de werkelijkheid is natuurlijk anders. Daarom kan je de lijngrafieken zeker niet met de vinger volgen om per maand de prijs van veevoergrondstoffen af te leiden. Het geeft hooguit een jaarlijkse indicatie.”
Prijzen volgens computermodel
Nieuw in het model is de factor bio-energie. De markt voor bio-energie is helemaal gemodelleerd. De prijs van bio-energie is sterk afhankelijk van de prijs van ruwe olie en als zodanig met een wiskundige functie in het computermodel verwerkt. Ook het subsidiebeleid speelt een rol. Het OESO computermodel is bedoeld ter ondersteuning van beleidsmakers. Effecten van veranderingen in beleid kunnen worden doorgerekend. Zo is bijvoorbeeld het effect van het afschaffen van de zuivelquotering ermee becijfert.
Boonekamp: „Natuurlijk zijn er trends aan te geven op de langere termijn. Zoals de afnemende productiviteit per hectare, terwijl de vraag naar voedsel, met name in de ontwikkelingslanden, toeneemt. De handelsdynamiek, zeker buiten Europa, zal sterk toenemen. Europa profiteert mee. Ook het effect van de Groene Revolutie is duidelijk. In 2017 wordt er twee keer zoveel areaal gebruikt voor bio-energie dan nu het geval is, bij een ruwe olie prijs van 100 dollar en gelijkblijvend beleid. Maar de hype rondom bio-energie en voedsel van de afgelopen tijd is zeker niet de enige factor geweest die de prijzen heeft doen stijgen.”
„Droogte in Australië en de groeiende economie in Azië speelden eveneens een rol. Zonder de groei in de productie van biobrandstoffen zouden de prijzen ook fors zijn gestegen. Misschien niet in die mate als nu het geval is geweest, maar prijspieken komen vaker voor, heeft het verleden geleerd. Begin jaren zeventig bijvoorbeeld, tijdens de oliecrisis.”