Internationale opmars van Jutland Meat
Het aantal vleesvarkens in Denemarken daalt de laatste maanden. Varkenshouders verkopen in plaats daarvan jaar op jaar meer biggen van 30 kilo naar Duitsland. De grote vleesverwerkers hebben het daardoor moeilijk. Marktleider Danish Crown en Tycan zetten het mes in hun slachterijen. In de kantlijn breidden kleinere slachterijen uit. Slagteriet Brørup met 2.000 slachtingen per week. Binnenkort realiseert dit bedrijf extra slachtcapaciteit voor nog eens 5.000 varkens per week.
Ook de onderneming van de Nederlander Frans Stortelder Jutland Meat breidt uit. „We zijn blij dat we binnenkort eindelijk de capaciteit kunnen benutten die we hebben”, aldus Stortelder die voorheen in Nederland directeur was van Sturko Meat en een Dumeco-divisie. In 2005 streek hij neer in Denemarken en kocht een slachterij in Noordwest Jutland, die Danish Crown in de etalage moest zetten vanwege een te groot marktaandeel. Voorwaarde bij de verkoop was dat de slachterij, gedurende enkele jaren, niet alle capaciteit zou benutten.
Groten verliezen marktaandeel
Jutland Meat kan varkenshouders een meerprijs van bijna 3,5 euro cent per kg bieden. Stortelder: „Het is niet zo vreemd dat de grote slachterijen marktaandeel verliezen. Er wordt altijd geknaagd aan de positie van de marktleider. Dat zie je ook bij andere grote spelers, elders in Europa. Wij gaan 15.000 varkens per week slachten, maar op een totaal van 450.000 slachtingen per week in Denemarken valt dat aantal in het niet.”
Stortelder weet varkenshouders aan zich te binden door het directe contact dat hij met ze heeft. „Als een veehouders onder zijn varkens te kampen heeft met onduidelijke aandoeningen, nodig ik hem uit om samen met de dierenarts aan de slachtlijn te komen kijken. Grote slachterijen kunnen onmogelijk dezelfde service bieden. Het persoonlijke,directe contact wordt gewaardeerd.”
Naast de communicatievoordelen die Jutland Meat biedt, weet de onderneming ook een meerwaarde te creëren door maatwerk te leveren. „Als een klant in Italië een nauwere gewichtssortering wil en kritischer is op de pH van het vlees, zoek ik boeren die daarbij passen. Wij moeten het van de extra toegevoegde waarde hebben, niet van de discountmarkt. In de discount-categorie wordt in Europa veel geïmporteerd, bijvoorbeeld uit de Verenigde Staten en Chili.”
Te laag eindgewicht
Een ander voorbeeld van een marktsegment waarin Jutland Meat actief is heeft te maken met het eindgewicht. „In Denemarken wordt traditioneel bij een laag eindgewicht geslacht, ruim 80 kilo. Sommige klanten vragen een zwaarder gewichtstraject. Daar speel ik op in.”
De derde factor die voor Deense varkenshouders de doorslag geeft om aan Jutland Meat te gaan leveren is de contante uitbetaling. Anderen betalen een voorschotprijs en eens per jaar een nabetaling, vergelijkbaar met de uitbetalingsmethodiek van de Nederlandse zuivelcoöperaties. Stortelder: „Het gevolg is dat het geld een hele tijd lang niet beschikbaar is maar op de rekening van de slachterij staat. Varkenshouders vinden onze contante uitbetaling aantrekkelijker.”
Hij maakt zich niet druk om de onderneming van mega-varkenshouders in Denemarken, Danpork, dat dubbel zoveel extra uitbetaalt dan Jutland Meat en aan Duitse slachterijen levert. „Dat is hun werkwijze. Ik houd me er niet mee bezig. Deze zomer is het prijsverschil met Duitsland opgelopen. Dat is traditioneel zo. Ook hebben de Duitse slachterijen een loonkostenvoordeel, met Oost-Europees personeel. Hier in Denemarken gaat de automatisering door.”
Sterkte van Denemarken
Hij vervolgt: „Begin 2008 was het verschil in vleesprijs lang niet zo groot. Ook in Nederland niet. Sinds de dollar zo goedkoop is geworden, is het moeilijk concurreren met de Duitse markt. Denemarken, dat traditioneel grote hoeveelheden vlees vermarkt buiten Europa, heeft het moeilijk met de dure euro. Maar dat is pas sinds kort. Jaar op jaar heeft de Deense varkenshouderij goed gedraaid, terwijl de sector in Nederland het moeilijk had.”
„Dankzij de hoge gezondheidsstatus kan Deens varkensvlees overal ter wereld worden vermarkt. Dat is het sterke punt van Denemarken. Er wordt heel veel in geïnvesteerd en dat is maar goed ook, anders zou de markt voor varkensvlees in Europa sterk verslechteren. Ik heb gekozen om hier te gaan ondernemen omdat de sector stabiel is, de milieu-zaken goed voor elkaar heeft en veterinair alles puik op orde is. ”
Stortelder is enigszins verbaasd over de neerwaartse prijsontwikkeling in september. „In heel Europa is veel minder aanbod dan vorig jaar. Daarom zou je een varkensprijs verwachten die zich op een hoger niveau stabiliseert.”