Ziekteverzuim beter managen
In de veehouderij ligt het percentage ziekteverzuim op 1,9 procent. In 2006 was dat nog 2 procent. Bijna de helft van het landelijk gemiddelde. Dit betekent echter niet dat varkenshouders op hun lauweren kunnen rusten. Er zijn nog steeds knelpunten. Het ziekteverzuim is voor kleine bedrijven, zoals gezinsbedrijven, een groter probleem dan voor grotere bedrijven. Als een werknemer tijdelijk door ziekte wegvalt, loopt het verzuimpercentage op kleine bedrijven al snel op tot 30 procent. Een goed en preventief ziekteverzuimmanagement is belangrijk en voorkomt onnodige hoge kosten.
Praten over ziekteverzuim
Marlies Kamps is adviseur Verzuimmanagement van Stigas die de cijfers van ziekteverzuim in de landbouw bijhoudt. Volgens Kamps wordt er in de varkenshouderijsector, en vooral op de gezinsbedrijven, te weinig over ziekteverzuim gepraat. Er bestaat veelal een verschil van verwachting tussen werkgever en werknemer. Overigens geldt dit niet alleen voor werknemers, ook over het ziekteverzuim van het meewerkende gezinslid moet gepraat worden.
„Op het merendeel van bedrijven lopen werknemers die al lang op het bedrijf werken”, vertelt Kamps. „Juist door die band verwacht de werkgever dat bij ziekte de werknemer gewoon doorwerkt, terwijl de werknemer thuis blijft. Door het gebrek aan communicatie ontstaan er spanningen en stress, waardoor het verzuim langer duurt.”
Kamps: „Praat over de verwachting van ziekteverzuim, houd twee keer in het jaar een algemeen werkoverleg en bespreek het onderwerp. Maar stel vooral een verzuimprotocol op, waarin staat beschreven wat een werknemer moet doen bij ziekteverzuim en welk traject er gevolgd wordt bij langdurige ziekte.
Contact houden
„Mensen vinden het fijn om frequent contact te hebben. Regelmatig even bellen of bezoeken verbeteren de band”, adviseert Kamps. „Bij terugkeer naar het werk wordt eenvoudiger als er sprake is van een goede onderlinge relatie. Is de periode van ziekte verzuim langer dan zes weken dan wordt werkhervatting heel moeilijk en is juist het belangrijk om contact te houden met de werknemer om het re-integratieproces te vergemakkelijken.”
Het overgrote deel van de langdurige klachten in de varkenshouderij wordt veroorzaakt door bewegingsklachten. Bukken en optillen van biggen zorgen voor veel rugklachten, maar ook het werken met de hoge drukspuit. Opvallend is dat het aantal knieblessures in de varkenshouderij hoger ligt dan in andere sectoren, vanwege het duwen van schotten met de knie.
Preventieve maatregelen zijn daarom nodig en elk bedrijf dat meer dan 25 werknemers heeft is verplicht een preventie-adviseur aan te stellen. Op een varkenshouderijkandit de werkgever zelf zijn, die hier een cursus voor heeft gevolgd. Volgend jaar komt Stigas met een zogenaamde Arbocatalogus met preventieve maatregelen.
Wetgeving bij langdurige ziekten
Zeventig procent van de zieke werknemers is binnen twee weken weer terug. 15 procent duurt tussen de twee en zes weken. Na zes weken treedt de Wet Verbetering Poortwachter in werking. Werkgever en werknemer moeten een aantal stappen nemen:
- De Arbodienst Achmea Vitale stelt een probleemanalyse op. Werkgever is verantwoordelijk dat dit gebeurt.
- Na 8 weken opstellen Plan van aanpak dat beiden ondertekenen.
- Indien dit medisch mogelijk is, moet men de werknemer passend werk aanbieden.
- Na 13 weken moet het verzuim worden gemeld aan het UWV.
- Werkgever moet een re-integratiedossier aanleggen en bijhouden
- Van de 8e tot en met de 104e week elke zes weken Plan van Aanpak evalueren en bijstellen.
- In week 52-53 evaluatie van de re-integratieactiviteiten met een re-integratieverslag.
- Werknemer re-integreren in zijn eigen werk of in een aangepaste functie . Als dit niet kan, moet de werkgever re-integratie bij een andere bedrijf regelen of laten regelen.