Zelfvoorziening China een illusie
Ook al staat de zelfvoorziening hoog in het vaandel geschreven, toch zal China de grootste importeur van varkensvlees worden. Dat is de overtuiging van Knud Buhl, internationaal directeur van de Danish Meat Association (vergelijkbaar met het Productschap Vee en Vlees, red). Denemarken is de grootste exporteur van varkensvlees in de EU.
Zijn verhaal wordt bevestigd door de cijfers die landbouwdeskundigen tijdens het ‘Chinese-European Pig Summit’ op de EuroTier beurs in Hannover (D.) ten toon spreiden. Het inkomen van de Chinees groeit jaar op jaar sneller en de consumptie van varkensvlees groeit in hetzelfde tempo mee. Weliswaar vergrootte het immense Aziatische land in 30 jaar tijd de populatie van 300 miljoen naar 565 miljoen varkens, maar het aanbod blijft in toenemende mate achter bij de vraag.
Bovendien is de Chinese varkenssector in 2006 en 2007 hard getroffen door de prijsexplosie van veevoer. In combinatie met een hevige uitbraak van de ziekte PRRS kwam de groei van de varkenspopulatie in 2007 zelfs tot stilstand. Inmiddels zijn er signalen dat de opschaling van de Chinese varkensstapel weer op gang is gekomen.
Minder Chinese gezinsbedrijven
China staat voor grote uitdagingen, wil het zijn streven naar zelfvoorziening in varkensvlees waarmaken, zo valt te beluisteren uit het verhaal van Zhang Baowen. Hij is voorzitter van het nationale Chinese veehouderij organisatie CAAA. Hoewel varkens in de traditionele huishoudens in China symbool staan voor geluk en fortuin, neemt het aandeel van de gezinsbedrijven in de varkensvleesproductie snel af.
Varkensboeren worden consumenten van varkensvlees, zo blijkt uit de cijfers die Zhang Baowen toont. In de afgelopen tien jaar verhuisden bijna 100 miljoen varkenshouders naar de grote steden. Ze stopten met hun traditionele landbouwbedrijven op het platteland, om meer te gaan verdienen in de stad. Jaarlijks komt het traditionele gezinsbedrijf niet verder dan 50 tot 100 verkochte varkens.
Ondanks de trek naar de stad zorgt dit type gezinsbedrijf echter nog steeds voor eenderde van de totale vleesvarkenproductie. China telt nog anderhalf miljoen kleine gezinsbedrijven. Ze zijn bij de bedrijfsvoering afhankelijk van bijproducten uit de locale levensmiddelenindustrie. Maar de productie en afname van voer is niet goed op elkaar afgestemd en bovendien worden de meeste varkens niet in de dichtst bevolkte gebieden gehouden.
Ontwikkeling grootschalige bedrijven
De Chinese overheid rekent op de ontwikkeling van grootschalige varkenshouderij-integraties. In 2015 moet 65 procent van al het varkensvlees afkomstig zijn van dit bedrijfstype. Nu is het aandeel van de grootschalige varkenshouderijen die meer dan 3.000 varkens per jaar afleveren nog niet meer dan 15 procent. Deze grootschalige varkenshouderijen kunnen veel efficiënter produceren en veel betere technische resultaten halen, zo luidt de logische redenering. Wereldwijd gaat de schaalvergroting immers ook door.
Maar China kan zich nog niet meten met de westerse standaard, zo blijkt uit het betoog van Prof.Dr. Wang Agiuo van de agrarische universiteit van Beijing. Er is technische training nodig om personeel te leren werken met kunstmatige inseminatie. Ook de logistiek rondom het gebruik van berensperma van KI-bedrijven blijkt een probleem te zijn. Samen met fokkerij-organisaties uit ondermeer Frankrijk en Denemarken poogt China de genetische kwaliteiten van de van 34 verschillende inlandse varkensrassen te verbeteren.
Er wordt gebruik gemaakt van alle mogelijke moderne technieken, tot en met DNA-merkerselectie. Tegelijkertijd heeft de Chinese overheid een project opgestart om de traditionele inlandse varkensrassen te beschermen. Naast de opschaling van de varkenshouderij en het verbeteren van de technische resultaten wil China de eigen productie van soja vergroten.
Import levend vee
Uitbraken van dierziekten frustreren de ontwikkeling van de varkenshouderij. Om die reden handhaaft China het strikte quarantaine beleid rondom de import van levend vee. De intensieve controle op vleesproducten blijft ook gehandhaafd, verwacht Knud Buhl van de Danish Meat Association. Ondanks deze handelsbelemmerende controles ziet hij kansen. Chinezen consumeren onderdelen van het varken, zoals oren, harten, levers en darmen, die in Europa als afvalproduct worden verwerkt.
Ook bieden de veranderende eetgewoonten van de consumenten in de grote steden mogelijkheden. Bovendien zet China zijn beleid van dalende importtarieven voort. Sinds de EuroTier beurs reisde de Chinese landbouwdelegatie door West Europa. Rondom de Agromek beurs in Denemarken in de laatste week van november bezochten ze de fokkerij-organisatie DanBred en de grootste slachterij ter wereld van Danish Crown inHorsens.
Ook Nederland werd met een bezoek vereerd. Er werd overlegd met Topigs over de fokkerijstructuur en de delegatie bezocht een firma voor slachterij-apparatuur. Na twee weken rondreizen door Europa concluderen de Chinezen dat ze nog een lange weg hebben te gaan voor ze zich kunnen meten met West Europa. Handelsbarrières zullen kleiner worden.