Vleesvarkenhouder start met zeugen
In eerste instantie was het de bedoeling van Marcel en Doreen om uit te breiden door de bouw van een nieuwe vleesvarkenstal met 3.000 plaatsen bij een van de bestaande bedrijven. En daarbij te investeren in mestverwerking op bedrijfsniveau. De vergunning voor de vleesvarkenstal is in februari 2008 aangevraagd. De mogelijkheden van het enkele jaren te koop staande vermeerderingsbedrijf, een stuk verder in de straat, zagen de ondernemers pas later.
Het bedrijf op nummer 17, was altijd al klant van de Varkenshandel Van den Berkmortel. „We laadden daar al biggen.” Het was een goedlopend bedrijf en de gunstige ligging, in dezelfde straat als de andere bedrijven, heeft uiteindelijk de doorslag gegeven. „Wanneer het bedrijf niet hier in de straat had gestaan, waren we er niet aan begonnen”, zegt Doreen van den Berkmortel.
Mogelijkheden onderzoeken
„Een aantal mensen meende dat een vermeerderingsbedrijf wel iets voor ons zou kunnen zijn. Gebrek aan kennis van de zeugenhouderij hoefde geen beletsel te zijn omdat we deze kennis in de vorm van een bedrijfsleider wel in huis zouden kunnen halen.” Dergelijke opmerkingen gaven de ondernemers voldoende aanleiding om de mogelijkheden van het bedrijf nader te bekijken.
Het bedrijf dat de ondernemers in de zomer van 2008 kochten, telde toen 330 Topigs 20 zeugen en 530 vleesvarkens. Door de vleesvarkens van het bedrijf te halen, wordt het bedrijf in fases geschikt gemaakt voor 560 zeugen. Met dit aantal zeugen kan Van den Berkmortel gesloten draaien.
Om het bedrijf voor alleen zeugen geschikt te maken, moeten de stallen aangepast worden. Van den Berkmortel had hier geen ervaring mee en heeft samen met Kees Jansen van Agramatic bekeken wat de mogelijkheden van het bedrijf waren. „Ook adviseurs van aanverwante bedrijven en niet te vergeten collega-varkenshouders hebben we mee de stal in genomen, om hun ideeën te horen.” Inmiddels is de tekening met alle wijzigingen van het bedrijf klaar. De nieuwe vergunningaanvraag is in januari ingediend bij de gemeente.
Doel: gesloten bedrijf
Het uiteindelijke doel van de varkenshouders is een gesloten bedrijf met 1.150 zeugen. Hiervoor moet op het vermeerderingsbedrijf een nieuwe stal worden bijgebouwd. De verwachting is dat de bouw in 2010 kan beginnen. Een van de bestaande bedrijven wordt dan uitgebreid met een nieuwe vleesvarkenstal met 2.900 plaatsen.
De gespeende biggen worden bij de nieuwe bedrijfsopzet opgefokt op een van de andere vleesvarkenbedrijven waar nu ruimte is voor 2.100 vleesvarkens, gelegen op driekantrooster. Met een paar aanpassingen is de stal geschikt te maken voor de opfok van de speenbiggen. De brijvoerautomaat, verwarming en trog moeten aangepast worden voor speenbiggen.
De ondernemers kijken positief terug op hun eerste maanden als vermeerderaar. Ze hebben veel geleerd. Vooral ook door met andere vermeerderaars van gedachten te wisselen over het wel en wee in de zeugenhouderij. „Heel frappant vond ik te horen dat iedereen het werk op zijn eigen manier invult. Ondanks het feit dat de bedrijfsactiviteiten grotendeels vergelijkbaar zijn.”
Een mooie tak
„Het aantal biggen per zeug hangt van veel factoren af, onder andere de conditie van de zeug, leeftijd van de eerste dekking, maar ook de omstandigheden bij de vorige worp. Vooral bij gelten luistert het nauw. Het werk is heel breed. Dat wist ik niet. Voor alles wat je doet, krijg je een zichtbare beloning.” Marcel vindt de zeugenhouderij een mooie tak. Hij plaatst er wel een kanttekening bij. „Het is ook veel bewerkelijker.”
De nieuwbakken vermeerderaars zijn niet bang om raad te vragen. „We hebben alles afgekeken van de vorige eigenaar en doen alles in overleg met de dierenarts en de voerleverancier. Paul van de Oever van KI Nederland is hier twee weken geweest om te helpen met het insemineren.”
Bij de overname van het bedrijf hebben ze zoveel mogelijk hetzelfde gelaten. De mensen die er kwamen, komen er nog steeds. „We zijn alleen per 1 januari van dierenarts veranderd, omdat we met één dierenarts voor het totale bedrijf willen werken. Zolang we niets veranderen, kunnen we de oude eigenaar om raad vragen. We waren zelf groentjes op het gebied van de vermeerdering.”
Ontwikkelen van eigen visie
De ondernemers hoeven niet alleen te vertrouwen op de deskundigheid van vertegenwoordigers. Ze hebben sinds september een ervaren bedrijfsleider in dienst. Hij is in principe verantwoordelijk voor de zeugen. Op piekmomenten krijgt de bedrijfsleider hulp van twee medewerkers van de varkenshandel of stagiaires. Dit komt neer op zo’n twee dagen in de week. Met de weekenddiensten draait Van den Berkmortel mee. „Zo blijf je zelf op de hoogte van wat er speelt bij de zeugen en de vleesvarkens. Daarom is het makkelijk dat het bedrijf in dezelfde straat is.”
Van den Berkmortel heeft in de korte tijd als vermeerderaar een eigen visie ontwikkeld. Op het bedrijf wordt niet alles uit de kast getrokken om ook de laatste, slechtste big te redden. „Dit zijn namelijk de biggen die de gezonde biggen infecteren.” Wel wordt ijverig geprobeerd om de speendip te minimaliseren door de eerste week na spenen in een bakje brij bij te voeren aan de biggen. „Een big moet vreten”, zegt Van den Berkmortel, „want een big die goed eet, groeit goed en groeit vanzelf over veel problemen heen.”
Zijn korte ervaring als vermeerderaar weerhield de ondernemer er niet van om een collega te adviseren in de eerste week brij bij te voeren. „De resultaten in de mesterij zijn onder andere afhankelijk van de kwaliteit en de verzorging van de big op het zeugenbedrijf.”
Historie en toekomst
Varkenshandel van den Berkmortel is bijna een halve eeuw geleden door de ouders van Marcel van den Berkmortel gestart. Destijds werden zowel runderen als varkens verhandeld. In de jaren negentig zijn er twee vleesvarkensbedrijven aangekocht en hebben Marcel en zijn vrouw Doreen het bedrijf overgenomen.
Het vleesvarkensbedrijf van de ouders van Doreen is in 2006 aan het bedrijf toegevoegd. In 2008 is de stap naar een gesloten bedrijf genomen door de aankoop van een vermeerderingsbedrijf. Wanneer de eerste fase uitgevoerd is, zal het bedrijf bestaan uit twee vleesvarkensbedrijven, een speenbiggenopfokbedrijf met vleesvarkens en een vermeerderingsbedrijf. In totaal 5.000 vleesvarkenplaatsen en 1.150 zeugenplaatsen.
Tekst: Joyce Cornelissen
Beeld: Twan van Asseldonk