Nieuwe maatlat energie en diergezondheid
De MIA, waaraan de MDV gekoppeld is, is geen subsidieregeling maar een fiscale stimuleringsregel, zo verbetert Herman Docters van Leeuwen van de onafhankelijke stichting SMK in Den Haag. Afgelopen tijd is er hard gewerkt aan de nieuwe conceptregeling vanaf 1 april. De stichting, ooit begonnen met Milieukeurcriteria voor landbouwproducten na de ‘gifpieper’ in de jaren negentig, houdt zich (onder andere) bezig met beheer en ontwikkeling van de MDV. Zeven certificatiebedrijven zorgen voor de controle.
„De ondernemer heeft een financieel voordeel als er een nieuwe stal gebouwd wordt die voldoet aan de MDV. Dat geldt zeker voor de Vamil. Daarmee kun je gericht afschrijven in een jaar waarin winst wordt gemaakt. Niet onbelangrijk want in de varkenshouderij zijn sterk wisselende inkomens. Sinds 1 januari is het fiscaal voordeel groter dan daarvoor. Afschrijven kan weer tot de restwaarde.”
„De afgelopen twee jaar was afschrijven slechts tot 50 procent van de WOZ-waarde mogelijk. Hierdoor bleef het voordeel van MIA/Vamil beperkt tot tussen de 5 en 10 procent van het investeringsbedrag. Vanaf 1 januari verwachten we dat het voordeel weer ruim 10 procent is. Varkenshouders hebben op die manier extra investeringsruimte om te kunnen voldoen aan de eisen van de toekomst.”
Sectoren duurzamer maken
Maar dat zal slechts gelden voor zo’n 30 procent van de varkenshouders, de ‘voorlopers’. Als 100 procent van de nieuwe stallen zou voldoen, enkele jaren geleden gebeurde dat bijna bij de vleesvarkens, dan worden de MDV-criteria aangepast. Dat klinkt niet leuk voor een varkenshouder maar heeft alles te maken met de opzet van de MDV.
„Uitgangspunt is dat we de varkenshouderij, maar ook bijvoorbeeld de pluimvee- en melkveesector, duurzamer willen maken. Daarvoor heb je ambities nodig die verder gaan dan de huidige wetgeving, bijvoorbeeld voor dierenwelzijn en ammoniakemissie. De vraag is altijd of er systemen en technieken zijn waarmee voldaan kan worden aan dat hoge ambitieniveau. Daarbij moet je geen onmogelijke eisen stellen want dan ben je louter virtueel bezig. Het gaat om de vertaling van ambities naar praktijk. Dat er alleen meerkosten worden gecompenseerd, toetst Brussel.”
„We hebben veel overlegd met ons eigen College van Deskundigen MDV, waarin LTO Noord, NAJK, de Federatie Agrotechniek en de ministeries van LNV en VROM zitten. En daarom houden we hoorzittingen om boeren, agrarische adviseurs, accountants en stallenbouwers hun mening te laten geven over het concept.”
In de praktijk zal rond de 30 procent van de varkenshouders bij de nieuw- of verbouw van een stal voldoende punten kunnen halen voor de Maatlat. Op langere termijn zal de rest aansluiting kunnen vinden, maar dat is geen automatisme.
Middel om reclame te maken
„Dat hangt af van veel factoren. Kost iets veel extra geld waardoor het eigenlijk niet terugverdiend kan worden? Dan kan het later veel goedkoper worden door massaproductie. Het hangt ook af van toekomstige wetgeving en maatschappelijke eisen en wensen. Wel zien we dat de Maatlat een soort checklist wordt bij de bouw van een standaardstal.”
„Dat past in ons streven naar een duurzame veehouderij.” De Maatlat staat in de belangstelling, zo weet Docters van Leeuwen. „En stallenbouwers gebruiken het als reclame door te melden dat ze een MDV-waardige stal kunnen bouwen.”
Er gaat veel geld om bij de Maatlat via MIA/Vamil. „In 2007 werd voor een investeringsbedrag van 334 miljoen aangemeld voor varkens, pluimvee en melkvee. Vorig jaar zal dat ook zoiets geweest zijn. Reken maar uit wat 5 tot 10 procent is.”
Thema maatlatten aangepast
Vanaf 1 april tot 1 januari 2010 moeten bijvoorbeeld voor guste en dragende zeugen minimaal 82 punten gehaald worden om in aanmerking te komen voor de nieuwe MDV. Voor de ammoniakmaatlat minimaal 4, voor dierenwelzijn 45, voor diergezondheid 13 en voor energie 11 punten. De eerste twee thema-maatlatten zijn bekend en alleen wat aangepast, de laatste twee zijn nieuw. Om minimaal 82 punten te halen, moet een varkenshouder nog 9 extra punten halen. Hij mag zelf bepalen bij welke van de vier thema’s.
Op dit ogenblik wordt gewerkt met concepten (die bij de SMK opgevraagd kunnen worden), maar Docters van Leeuwen verwacht niet veel wijzigingen. „Natuurlijk kan er iets uit de praktijk komen, maar we denken ons werk goed gedaan te hebben. Of er in de toekomst nieuwe eisen komen? Ik denk dat iedereen dat zelf kan invullen. Verder staan wij open om nieuwe ontwikkelingen in de bestaande criteria op te nemen.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Agrio archief