De Filipijnen varkensland van uitersten
Een inwoner van de Filipijnen consumeert per jaar gemiddeld 17 kilogram varkensvlees. Ter vergelijking: voor rundvlees is dit 3 kilogram. Na vis is varkensvlees het meest geconsumeerde dierlijke product op de eilandengroep. Varkensvlees geniet een hoge status en wordt bij het diner veel in combinatie met rijst gegeten.
De varkenshouderij in de Filipijnen heeft net als in de rest van Azië een groot potentieel. Ondernemers uit binnen- en buitenland zien mogelijkheden en investeren gezamenlijk in het opzetten van samenwerkingsverbanden in de keten met grootschalige geautomatiseerde varkensbedrijven.
Grote tegenstellingen
Vanwege het grote contrast tussen gespecialiseerde varkensbedrijven en amateuristische achtertuintjes is er veel spreiding in kengetallen. Van de 13,7 miljoen varkens wordt 71 procent in de achtertuinen van mensen gehouden. De overige 29 procent leeft in grootschalige varkensbedrijven. In tegenstelling tot het aantal varkens wat wordt gehouden in de achtertuin (-1 procent) hebben gespecialiseerde bedrijven het afgelopen jaar een groei van bijna 10 procent gerealiseerd.
De Filipijnse varkenshouderij kenmerkt zich door grote tegenstellingen. Enerzijds is de man met de dekbeer in een zijspan die de huizen langs gaat om de varkens te dekken, een vertrouwd beeld. Anderzijds werken grootschalige bedrijven met kunstmatige inseminatie.
De zeugenstapel in de Filipijnen telt rond de één miljoen zeugen. Het gemiddeld aantal zeugen over alle bedrijflocaties is tussen 20 en 30 zeugen. Bij gespecialiseerde bedrijven is het gemiddelde tussen 200 en 300 zeugen. De grootschalige bedrijven zijn over het algemeen gesloten bedrijven. De kostprijs van de Filipijnse varkenshouderij kenmerkt zich door lage arbeids- en bouwkosten. Een werknemer in de varkenshouderij verdient gemiddeld 3,50 euro per dag. De gemiddelde kostprijs per kilogram geslacht varkensvlees bedraagt 1,60 euro.
Veel dierziektes
Voor 50 procent is de kostprijs opgebouwd uit voerkosten, 10 procent medicijnkosten en 40 procent overige kosten als arbeid, energie, rente en water. Door de wereldwijde kredietcrisis draait de varkenshouderij nu break-even. Normaliter maakt de varkenshouder tussen de 5 en 10 procent winst per kilo varkensvlees. De technische resultaten kennen een grote spreiding.
Bij de grotere bedrijven worden gemiddeld 24 biggen gespeend. Bij de zeugen in de achtertuintjes ligt het gemiddelde op 12 gespeende biggen. Het aantal levend geboren biggen per worp ligt tussen de negen en tien. De meeste gebruikte rassen zijn Duroc, Landvarken en het Groot Yorkshire.
Het land heeft veel last van dierziektes als Aujeszky, MKZ en varkenspest. Tegen alle veel voorkomende ziektes wordt gevaccineerd. Bij een uitbraak is de procedure dat alle dieren op het bedrijf worden geruimd.
Dikke fractie naar akkerbouw
Het tropische klimaat is van grote invloed op de huisvesting van varkens. In de warmste periode van maart tot en met mei kan de temperatuur oplopen tot 40 graden Celsius. De gespecialiseerde stallen kenmerken zich door een open karakter wat de natuurlijke ventilatie bevordert.
De buitenkant van de stallen bestaat uit halfverlaagde betonnen muren die zorgen voor de inlaat van voldoende lucht. Een plastic zeil bedekt de bovenste helft van de muren. Dit helpt om het klimaat te sturen. De daken van de stallen zijn gemaakt van gegalvaniseerd staal. Moderne stallen gebruiken in de warmste periode van het jaar daksproeiers en tunnelventilators ter verkoeling.
Daarnaast zorgen waterbaden in de varkenshokken voor extra verkoeling in de hokken. De ondergrond van de varkenshokken bestaat geheel uit stalen roosters. In ondiepe putten wordt de mest opgevangen. Vervolgens wordt de mest in grote bezinkingbakken verzameld en gescheiden. De dunne fractie gaat naar andere bakken waar verdere scheiding van zwevende deeltjes volgt. Uiteindelijk gaat de dikke fractie naar de akkerbouw. De doorzichtige dunne fractie wordt geloosd op het oppervlaktewater.
Afzetmogelijkheden varkensvlees
Varkensbedrijven in de Filipijnen gebruiken steeds vaker complete mengvoeders. Belangrijkste hoofdingrediënten als maïs en sojameel worden geïmporteerd vanuit Argentinië en de Verenigde Staten. Veel kleinere bedrijven bereiden nog zelf het voer. Binnenlandse producten als cassava (bruine wortel) en gedroogd kokosmeel zijn populaire voedermiddelen.
De varkensbedrijven zijn geconcentreerd in bepaalde gebieden. Vooral provincies dicht bij de hoofdstad Manilla zijn populair bij varkenshouders. Een kleine transportafstand vergroot de afzetmogelijkheden van varkensvlees. Via een handelaar worden de varkens in kleine aantallen aan privéslachterijen verkocht.
De meeste varkensbedrijven leveren de varkens op een leeftijd van zeven maanden met een levend slachtgewicht van 80 tot 85 kg aan de slachterij. Vleesvarkens die bij binnenkomst in de slachterij 100 kg of meer wegen worden slecht geclassificeerd. Vlees van deze dieren komt geheel in gehakt en worst terecht. Kopers van het vlees hebben meestal een kraam op de versmarkt in de stad. Op de markt bieden ze vers varkensvlees aan voor een gemiddelde kiloprijs van 2,64 euro. In supermarkten is diepgevroren vlees te koop.
Vanwege de recent officieel verkregen ‘vrij van mond- en klauwzeer status’ groeit de export van Filipijnse varkens. Belangrijke afzetlanden zijn Hong-Kong en Singapore. Het grootste deel van het vlees blijft echter in het binnenland.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Carlo Maala