Transporteurs verdeeld over kwaliteit diervervoer
Onder leiding van de World Society of the Protection of Animals (WSPA) overhandigde een coalitie van Europese dierenwelzijnsorganisaties ruim 150.000 handtekeningen aan EU-commissaris Androulla Vassiliou. Zij is onder andere verantwoordelijk voor diergezondheid en dierenwelzijn. Volgens de WSPA kwamen bijna 40.000 handtekeningen uit Nederland.
„Met deze petitie roepen we de Europese Unie op een einde te maken aan het leed van miljoenen landbouwhuisdieren die door heel Europa worden getransporteerd”, zegt de WSPA. De coalitie wil dat de huidige regelgeving wordt gewijzigd om zo bij het vervoer van met name slachtvee de reistijden te verkorten.
Export naar Duitsland
„Wij vinden de kwaliteit van vervoer belangrijker dan de duur van het transport”, zegt Pascalle de Ruyter, woordvoerder van de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE). „Vervoerscondities, uitrusting van de wagens, vakbekwaamheid van de chauffeurs en handhaving van transportregels zijn bepalend voor het dierenwelzijn.”
De maatschappelijke acceptatie van dierentransport over grotere afstanden wordt volgens De Ruyter te veel bepaald door incidenten en gebrek aan kennis over de invloed van transport op het dierenwelzijn. ,,Met 99 procent van de transporten is niks mis. Burgers zien alleen de incidenten.” Nederland exporteerde vorig jaar 3,7 miljoen vleesvarkens en 5 miljoen biggen. Circa 83 procent van de vleesvarkens en 50 procent van de biggen gaan naar Duitsland.
Uit de Nota Dierenwelzijn blijkt dat het ministerie van LNV op de langere termijn wil dat transporten van dieren die voor de slacht weggaan korter worden. Dat vermindert de kans op dierenwelzijnproblemen en op verspreiding van besmettelijke dierziekten. In de toekomst is een Europese regeling voor een maximale transportduur van 8 uur voor slachtdieren denkbaar. Voor de fokdieren, grotendeels biggen, is de inzet om de transportcondities te optimaliseren.
Dierwaardig Vervoer
Op initiatief van Saveetra en NBHV, organisaties voor veetransporteurs en veehandelaren, is vorig jaar het kwaliteitssysteem Dierwaardig Vervoer geïntroduceerd. Dit vrijwillige certificeringsysteem voor veetransportbedrijven is een verbeterde versie van het vorige kwaliteitssysteem Veewaardig Vervoer.
Minister Verburg van LNV drong ook aan op een privaat kwaliteitssysteem voor diertransporten vanwege incidenten met transporten in 2007 en 2008, en klachten over het overheidstoezicht daarop. Dierwaardig Vervoer bepaalt de voorwaarden waaronder dieren vervoerd mogen worden. „Het nieuwe systeem gaat een stapje verder, omdat het is gebaseerd op de Europese transportverordening. Daarnaast gelden bovenwettelijke eisen”, aldus De Ruyter.
Transportwagens die worden ingezet voor transporten langer dan 8 uur moeten worden gekeurd en gecertificeerd. „Daarbij wordt onder andere gelet op de ventilatie, watervoorziening, temperatuurmeting en de vanaf 1 januari 2009 verplichte gps op de wagen.” Ook zijn weegbrieven van lege en geladen wagens verplicht voor controle op de belading. Veehouders moeten verklaren dat hun dieren geschikt zijn voor Dierwaardig Vervoer, en chauffeurs moeten weten hoe de temperatuursbeheersing in hun wagen werkt.
Klepkeuring van de baan
Volgens de PVE zijn ongeveer 975 vrachtauto’s van in totaal 400 bedrijven betrokken bij dierenvervoer in Nederland. „Van de 300 Nederlandse bedrijven zijn nu ruim 100 bedrijven gecertificeerd voor Dierwaardig Vervoer”, beweren de PVE. „Dit zijn voornamelijk exporteurs.”
Voor gecertificeerde exporteurs geldt de stalkeuring in plaats van de duurdere klepkeuring. De genoemde keuringen vinden plaats voorafgaand aan internationale transporten, bij goedkeuring worden de benodigde exportcertificaten afgegeven. Bij een stalkeuring beoordeelt de dierenarts de varkens op stal, en controleert hij de vrachtwagen.
Bij een klepkeuring wacht de dierenarts totdat alle dieren zijn geladen, en dat kost meer tijd en geld. Voor bedrijven die zijn gecertificeerd voor Dierwaardig Vervoer, zijn de klepkeuringen van de baan.
Veetrans is incidenten beu
Op 21 juli 2008 is Veetrans, een vereniging voor zowel beroepsvervoerder als handelaren met veewagens, van start gegaan. Dit initiatief van een aantal grote veevervoerders telt 85 leden, die een derde van alle veewagens in Nederland op de weg hebben. „We zijn ontstaan uit onvrede over de slechte publiciteit over veetransporten”, zegt Peter van Beers, voorzitter van Veetrans, die al eerder verklaarde dat het belangrijk is dat de transportsector met een kwaliteitssysteem komt dat alle maatschappelijk kritiek kan doorstaan en afrekent met knoeiers binnen de sector.
„Het systeem Dierwaardig Vervoer heeft te veel tekortkomingen en te weinig draagvlak. Transporteurs doen vooral mee om de duurdere klepkeuring te voorkomen, maar het systeem voldoet onvoldoende aan de 14 extra randvoorwaarden die vooraf zijn gesteld door het COV, CBL en de Dierenbescherming. We hebben twijfels over de onafhankelijkheid van het college van deskundigen, het gebrek aan feitelijke controle onderweg en de sanctionering.”
De Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), het Centraal Bureau voor de Levensmiddelenhandel (CBL) en de Dierenbescherming vinden dat Dierwaardig Vervoer nog onvoldoende tegemoet komt aan hun wensen.Omdie reden werd het voornemen om Dierwaardig Vervoer te koppelen aan de IKB-regeling Varkens in februari niet aangenomen.
Wensen betrokken ketenpartijen
Veetrans ontwikkelt een eigen kwaliteitssysteem, waarmee ze volgens eigen zeggen meer tegemoet komt aan de wensen van de betrokken ketenpartijen. „COV, CBL en de Dierenbescherming zijn positief over ons systeem. We willen onder andere meer fysieke controles langs de weg, de beladingsgraad beter afstemmen op de reistijd, de rust- en rijtijden van de chauffeur beter afstemmen op de rusttijden voor het vee en sanctionering van overtreders zelf.”
„Zorg dat de chauffeurs van de vrachtwagens hun verantwoordelijkheid ook nemen, en straf niet bij één misstap van een chauffeur het hele transportbedrijf.” Veetrans wil met haar eigen kwaliteitssysteem de standaard worden inNederlanden daarbuiten. Het lijkt erop dat COV, CBL en de Dierenbescherming de regeling van Veetrans, die komende maand naar buiten wordt gebracht, afwachten. Ook vanuit het buitenland ontvangt Veetrans positieve berichten. Komende weken presenteert Veetrans het systeem aan GlobalGap.
De PVE pleiten voor één kwalitatief goed systeem. „Het beste is om alle positieve elementen uit Dierwaardig Vervoer en het Veetrans-systeem te benutten en te koppelen aan IKB Varkens met centrale coördinatie van het systeem en één controle-instelling”, vindt De Ruyter.
Incidenten bepalen imago
Volgens de PVE worden overtredingen bij diertransporten door dierenwelzijnsorganisaties sterk uitvergroot. „Bij slechts 1 procent van alle transporten wordt een overtreding geconstateerd. Het merendeel betreft het ontbreken van de juiste papieren. Daarnaast zijn het overtredingen van de beladingsgraad van de dieren, de welzijnswet of de vervoerswegenwet.”
De afgelopen tijd kwam de veetransportsector ook ten onrechte in een kwaad daglicht. Dat bleek uit de vrijspraak van veehandelsbedrijf Janssen in Koningsbosch op 15 januari 2009. De exporteur werd vrijgesproken van verdenking van overbelading van een zeugentransport eind 2007. Eerder werd Janssen ook al van een vergelijkbare overtreding vrijgesproken door de Rechtbank Dortmund. In beide gevallen was er onvoldoende bewijs voor overbelading.
Spoeddebat Tweede Kamer
Het laatste voorval leidde medio 2007 in de Tweede Kamer tot een aantal spoeddebatten over diertransporten en het instellen van vliegende brigades VWA/AID die strenger controleren op naleving van de regels en de klepkeuring .
In september 2007 concludeerde marktonderzoeksbureau Ergo dat de aanpak van lange afstandtransporten volgens het publiek de hoogste prioriteit heeft als het om dierenwelzijn gaat. Ergo voerde dit onderzoek uit in opdracht van de Rijksvoorlichtingsdienst en het ministerie van LNV en formuleerde de conclusies in het rapport ‘Opvattingen over dierenwelzijn inNederland’.
„Tijdens de uitvoering van de enquête haalden enkele incidenten met veevervoer het nieuws. Dit had waarschijnlijk invloed op de uitkomsten van het onderzoek”, aldus Ergo. Onterechte beschuldigingen van transportbedrijven en incidenten beïnvloeden blijkbaar het beeld bij de consument met een groot risico op imagoschade voor de gehele sector.
Tekst: Janet Beekman
Beeld: Hans Swaep