Samenwerken als het bij je past
Er zijn verschillende manieren om samen te werken. Dat varieert van de gezamenlijke inkoop van voer of verkoop van biggen, zoals bijvoorbeeld binnen Unifar. Tot een verregaande samenwerking waarbij voer, genetica en bijvoorbeeld de dierenarts op alle samenwerkende bedrijven gelijk zijn, de werkwijze van Family Farmers.
Mark Bankers, commercieel directeur bij Family Farmers geeft aan dat samenwerken betekent dat je de krachten bundelt. „De Rabobank heeft een onderzoek gedaan naar de margeverdeling in de keten, daaruit blijkt dat individuele bedrijven niet het optimale resultaat behalen. Door krachtenbundeling lukt het beter om de marge gelijkmatig over de verschillende schakels in de keten te verdelen”, aldus Bankers.
De regie in handen houden
Hoe groter een samenwerkingsverband is, des te meer voordeel de samenwerkende ondernemers volgens John Schrijver, voorzitter van aan- en verkoopvereniging Unifar, kunnen behalen. „Het volume van een bestelling of levering bepaalt het voordeel. Omvang is macht.”
De voorzitter van de vereniging vindt dat varkenshouders de regie in handen moeten houden, anders gaat iemand anders met het geld lopen. „Dat wil overigens niet zeggen dat een samenwerkingsverband als Family Farmers voor sommige varkenshouders geen perfecte keuze kan zijn.”
Samenwerken is volgens Knijnenburg, onlosmakelijk verbonden met de lange termijnstrategie van een ondernemer. „Wat brengt partijen bij elkaar? Het financiële voordeel moet een resultante zijn van de samenwerking, niet de reden om de samenwerking aan te gaan”, zegt Knijnenburg.
Constante volumes
„En uiteindelijk moet het voordeel wederzijds zijn. Leveranciers moeten ook voordeel genieten van de samenwerking met een groep varkenshouders. Dat kan door het afnemen van constante volumes, zekerheid van afname en het leveren op bepaalde tijden. Voor afnemers zit het voordeel in een geborgde kwaliteit, uniformiteit en aanvoer van eveneens constante volumes.
„De varkenshouderij kan niet zonder samenwerking, iedere fokker heeft een mester nodig.” Samenwerken moet, volgens Knijnenburg, altijd vanuit de voordelen bekeken worden. „Iedereen heeft elkaar nodig. De goederenstroom loopt van links naar rechts, biggen gaan van de fokker, naar de mester en dan via de handel naar de slachterij. De financiële stroom gaat de andere kant op. Ook is er een tweezijdige informatiestroom die in de meeste gevallen nog lang niet optimaal is. Juist bij samenwerking is informatie heel belangrijk.”
Knijnenburg noemt hier Family Farmers als voorbeeld. Zij werken onder meer met hetzelfde fokmateriaal en dezelfde voerleverancier en dierenarts, en delen op deze wijze veel informatie met elkaar. „Dat de uitwisseling van informatie tussen fokker en mester belangrijk is, blijkt ook uit de ontwikkeling en invoering van het biggenpaspoort.”
Zorgen uit handen geven
„Niet iedereen is geschikt om samen te werken. Je moet binnen een samenwerkingsverband hetzelfde doel nastreven”, zegt Albert Knijnenburg, sectormanager veehouderij bij Rabobank Nederland. „De één voelt zich goed bij Milieukeur en de andere varkenshouder voelt zich goed bij bijvoorbeeld Family Farmers omdat deze organisatie financiële stabiliteit kan bieden en hiermee een deel van de zorgen overneemt.”
„Weer andere varkenshouders genieten van het ondernemen in totale vrijheid.” Volgens een grove schatting van Bankers werkt 10 procent van de varkenshouders samen. „Deze varkenshouders werken breder samen dan alleen de gezamenlijk in- en verkoop. Ze gebruiken hetzelfde voer en bijvoorbeeld dezelfde dierenarts.”
Gezamenlijke in- en verkoop
Vereniging Unifar regelt de in- en verkoop collectief. Voor 50 euro in het jaar zijn varkenshouders lid en kunnen ze aan alle acties van de vereniging meedoen. Schrijver kan niet precies zeggen hoeveel euro de individuele varkenshouder verdient met de gezamenlijke in- en verkoop.
„De één heeft een betere uitgangspositie dan de ander, maar als je met een actie geen voordeel behaalt, doe je daar niet aan mee.” Volgens Bankers is het grootste bezwaar van varkenshouders tegen samenwerking, het uit handen geven van een deel van het bedrijf. In het geval van Family Farmers betekent deelname meestal ook een andere voerleverancier, dierenarts en soms zelfs genetica.
Volgens Family Farmers-directeur Bankers is een gesprek met een collega-varkenshouder die al aangesloten is bij het samenwerkingsverband vaak voldoende om een twijfelende varkenshouder op andere gedachten te brengen. „Als je veel biggen wil produceren, moet je veel in de stal zijn. Dat lukt als je het regelwerk onderbrengt bij Family Farmers. Nieuwe deelnemers produceren het eerste jaar 1,5 big per zeug meer dan voorheen.”
Tekst: Joyce Cornelissen
Beeld: Agrio archief