Vordering bedrijfsbate na staking onderneming
Zo oordeelde het gerechtshof Den Haag onlangs dat de rentevergoeding over een terugvordering van een onverschuldigde betaling op basis van de Retributieverordening Bestrijding Ziekte van Aujesky als nagekomen bedrijfsbate moet worden aangemerkt.
Rente over onverschuldigde betaling
Het gaat in deze zaak om een varkenshouder die in 1998 zijn bedrijf beëindigde. Hij had, als lid van de Nederlandse Vakbond van Varkenshouders, in het verleden deelgenomen aan de procedure tegen de Retributieverordening Bestrijding Ziekte Aujesky.
Op grond van die verordening moesten varkenshouders in de periode 1993-1998 heffingen betalen in verband met het inenten van hun dieren. In 1998 werd deze verordening onverbindend verklaard en in 2009 bepaalde de rechtbank dat de heffing onterecht was geweest. Daarom ontving de ex-varkenshouder een bedrag als onverschuldigde betaling terug van de overheid. Vervolgens procedeerde de Nederlandse Vakbond van varkenshouders verder over een rentevergoeding over dit bedrag. Uiteindelijk ontvangt de varkenshouder in 2016 nog een aanvullende betaling als rentevergoeding.
Rentevergoeding belast als nagekomen bedrijfsbaten?
De Belastingdienst vindt dat de door de ex-varkenshouder ontvangen rentevergoeding belast is als nagekomen bedrijfsbate. Hij had dit in zijn aangifte inkomstenbelasting 2016 moeten aangeven. De ex-varkenshouder vindt dat het recht op rentevergoeding pas is ontstaan nadat hij zijn onderneming had gestaakt. Daarom kan de vergoeding niet in de heffing worden betrokken.
Oordeel rechter
Het gerechtshof Den Haag oordeelt dat het recht op terugvordering is ontstaan in de periode dat de ex-varkenshouder de betalingen heeft gedaan, dus in de periode 1993-1998. In die periode was de ex-varkenshouder nog ondernemer.
Bij het staken van de onderneming gaan normaal gesproken alle activa over naar het privévermogen. Er geldt echter een uitzondering voor uit de ondernemingssfeer stammende onzekerheden rond de afwikkeling van een activum. In deze zaak is dat het geval. De procedure was immers op het moment van staking nog niet afgerond. Daarom blijven het terugontvangen bedrag en de aanvullende rentevergoeding voor de belasting gelden als ondernemingsvermogen tot de kwestie geheel is afgewikkeld.
Ook na staking onderneming nog ondernemingswinst
Uit deze uitspraak blijkt nogmaals duidelijk dat een vordering van een ondernemer ook lange tijd na staking van de onderneming alsnog als ondernemingswinst in de belastingheffing wordt betrokken. Kort samengevat: als een ondernemer na staking van zijn onderneming nog baten ontvangt die hun oorsprong kennen in de onderneming, moet hij deze als inkomen verantwoorden in zijn aangifte inkomstenbelasting. Nagekomen bedrijfslasten mogen dan ook alsnog in aftrek worden gebracht.
Meer weten?
Bij ABAB zijn we graag van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Wilt u meer weten over de verantwoording van nagekomen bedrijfsbaten in uw aangifte inkomstenbelasting? Neem vrijblijvend contact op met Bart van Kessel, relatiemanager bij ABAB, via telefoonnummer 0413-336524 of vul het contactformulier in.