Geschoold personeel onvindbaar
Eenduidige cijfers over de vacaturemarkt in de Nederlandse veehouderijsector zijn niet voorhanden, laat staan cijfers over de personeelsbehoefte op varkensbedrijven. Volgens Marco Burgers komt dit doordat niet alle vacatures uit deze sector bij UWV Werkbedrijf gemeld worden. „Ondernemers hebben daar weinig vertrouwen in.”
Burgers is directeur bij het bemiddelingsbureau voor agrarisch personeel in Zuid-Nederland Alles voor groene arbeid. Het aantal vacatures bij de diverse arbeidsbureaus geeft volgens Burgers geen realistisch beeld van het totaal aantal vacatures in de landbouw.
Om ondernemers toch inzicht te geven in de ontwikkelingen heeft de redactie van Pig Business een inschatting gemaakt van de personeelsmarkt, door cijfers die wel voorhanden zijn over vacatures en gediplomeerden te interpreteren.
Groot aanbod vacatures
De meest actuele cijfers over de werkgelegenheid komen van Aequor. Dit kennis- en communicatiecentrum voor voedsel en leefomgeving bracht drie maanden geleden een rapport uit over de personeelsbehoefte in de primaire dierlijke sector. Uit een enquête onder 2.017 van hun leerbedrijven blijkt een kwart van deze bedrijven personeel in dienst te hebben.
In 2008 bleken deze bedrijven gemiddeld 0,3 vacatures te hebben openstaan. 49 procent van de bedrijven geeft aan dat het om een uitbreiding van personeel gaat, bij 43 procent van de bedrijven zijn het vacatures ter vervanging van vertrekkend personeel.
Het werkelijke aantal vacatures kan hoger, maar ook lager uitvallen. Een deel van de arbeidsplaatsen wordt bijvoorbeeld ingevuld door een zoon of dochter die van school komt. Dit is wel werkgelegenheid, maar hier wordt geen vacature voor geplaatst.
Hoe representatief dit beeld is voor de hele dierlijke sector of de varkenshouderijsector, is onduidelijk. Het gaat immers om leerbedrijven die met de inzet van stagiaires een deel van hun arbeidsbehoefte invullen. Wie de cijfers wel doorberekent, komt met 23.666 bedrijven (CBS 2007) op 1.775 vacatures per jaar.
Aanbod personeel blijft achter
Aan de aanbodskant vallen de getallen lager uit. Er komen jaarlijks ruim 500 gediplomeerden van de middelbaar agrarische scholen (mas) op de arbeidsmarkt. Van de hogere agrarische scholen (has) diplomeren jaarlijks ruim 300 studenten. Samen 800 gediplomeerden. Daarmee kan nog niet eens de helft van het aantal vacatures op veehouderijbedrijven worden ingevuld.
Bovendien studeert een deel van deze gediplomeerden verder en een ander deel vindt uiteindelijk werk buiten de primaire sector. Het tekort aan personeel wordt de komende jaren alleen maar groter. In 2008 werkte driekwart van de geënquêteerde bedrijven uit het Aequor-onderzoek nog zonder vreemde arbeid.
Door de schaalvergroting in de veehouderij verwachten de ondernemers een stijging van de behoefte aan personeel voor het komende jaar van 4 procent. Niet alleen in aantallen, ook in niveaus verschillen vraag en aanbod van elkaar. Uit het onderzoek blijkt dat de vacatures in 2008 vooral op mbo 2 (24 procent) en 3 (29 procent) niveau waren. De vraag naar mbo 4 en hbo studenten waren respectievelijk 14 en 6 procent. Het grootste deel van de mbo leerlingen volgt daarentegen het mbo 4 traject, dat hen opleid tot bij voorbeeld bedrijfsleider.
Gediplomeerd personeel vinden met het juiste opleidingsniveau is dus lastig en zal naar verwachting lastiger worden. Die ervaring hebben de leerbedrijven ook. Van de geënquêteerde bedrijven zegt 40 procent dat de vacatures moeilijk in te vullen zijn. Een derde van de vacatures staat langer dan drie maanden open. En dat verwachten ze voor de komende vijf jaar weinig verandering in.
Tekst: Joyce Cornelissen
Beeld: Agrio archief