Sovjetstal ombouwen tot rendabele varkenshouderij
Jan Willem de Vries van technologie-onderneming Nedap te Groenlo (Gld.) is enthousiast over de kansen voor varkenshouders en de toeleverende industrie in Oekraïne. Sinds 2005 pendelt de Fries regelmatig op en neer tussen Nederland en het grensland, ingeklemd tussen Rusland en de EU. De Vries: „Historisch gezien is niet Moskou maar Kiev het centrum van Rusland. Het is de voormalige graanschuur van Oost-Europa. Na de omwenteling van de macht in 1991, toen Oekraïne zelfstandig werd, is de varkensstapel fors gekrompen.”
„Driekwart van de varkensstapel bevindt zich nu in de dorpen bij de kolchozen. Daar beheert het personeel, net als in de Sovjet tijd, een privé bedrijfje met een paar koeien, kippen en varkens op een halve hectare grond. De zelfvoorzieningsgraad voor varkensvlees bedraagt slechts 60 procent en bovendien lonkt een enorme Russische exportmarkt. De verwerkende industrie is weliswaar heel divers, maar er zijn ook grootschalige moderne slachterijen.”
Gereguleerde economie
Toch is de werkelijkheid in Oekraïne minder florissant. De laatste jaren is er goed verdiend, maar het prijsverloop van varkensvlees is nog veel minder voorspelbaar dan in West-Europa. De politieke machtsverhoudingen zijn de oorzaak, vertelt Andrej Dykun van het gelijknamige adviesbureau Dykun Consultancy. Hij doet veel zaken met Deense investeerders, waaronder de onderneming Poldanor.
Een grote Russisch denkende minderheid, met name in het oosten van het land, zorgt ervoor dat er telkens een wisseling van de macht plaatsvindt. Waait de wind uit het westen, dan liberaliseert het beleid en staat zoveel mogelijk vrijhandel centraal. Draait de wind naar het oosten, dan reguleert de overheid de economie, alsof de communistische planeconomie nog niet heeft afgedaan. De huidige presidentsvrouw Timosjenko steunt de opbouw van de varkensstapel , er zijn volop nucleus fokbedrijven in opbouw, waaronder van Hypor.
Timosjenko weert de import van goedkoop Pools varkensvlees. Maar sinds vorig jaar is Oekraïne lid van het wereldhandelsoverleg. De marktbescherming moet worden afgebouwd, voorspelt LNV-raad vertegenwoordiger Meeuwes Brouwer. Dat biedt kansen voor de export van technologie vanuit Nederland, maar vergroot de kans op dalende prijzen van varkensvlees.
Invoertarieven veranderen
Door de recessie staan de investeringen in de veehouderij op een heel laag pitje. De koers van de grivna is fors onderuit gegaan. Brouwer: „Het is mijn taak om een objectief verhaal te vertellen. Geregeld veranderen de invoertarieven en wordt er een exportstop afgekondigd. Bovendien treft de kredietcrisis de Oekraïne hard.”
„Toch ben ik ervan overtuigd dat het nut heeft om je gezicht te laten zien. Je kunt alleen zaken doen als de mensen je kennen. Ineens komen opdagen, je voorstellen en direct handel drijven werkt niet.” Andrej Dykun: „Je kunt hier niet komen winkelen alsof je in de supermarkt bent.” Op 12 juni organiseerde hij een varkenshouderijcongres voor het Deense bedrijfsleven, vanuit Kiev.
Begin september vindt er een Nederlandse handelsmissie plaats, onder regie van het ministerie van Economische Zaken. In de plaats Dnipropetrovsk komt het Oekraïense en Nederlandse bedrijfsleven bij elkaar. De Vries: „Vroeger was het ieder voor zich, gelukkig trekken we nu samen op.” Tijdens de handelsmissie vinden er ook bedrijfsbezoeken plaats, aan het grootste varkensbedrijf van Oekraïne met 80.000 stuks en aan het bedrijf van Dnipro Hybrid.
Vijf man personeel
De eigenaar won enkele jaren geleden een prestigieuze ondernemersprijs, en bouwde zijn privé-onderneming uit tot een omvang van 350 zeugen en 4.000 vleesvarkens. De Vries: „Hij boekt geweldige resultaten. Het personeelsbestand is ingekrompen van vijftien naar vijf mensen. Als je op een efficiëntieniveau van 80 procent zit, vergeleken met Nederland, steek je er nog met kop en schouders boven uit.”
„Voor een Nederlander is het gemakkelijk om in de Oekraïne resultaten te behalen. Door te automatiseren kun je personeel interessanter werk bieden en een beter salaris.” Vijftien biggen per zeug per jaar is in Oekraïne een gemiddeld resultaat en de voederconversie van bijna 8 is nog niet half zo laag als in Nederland. Bovendien kan de personeelsorganisatie veel efficiënter.
Toch boeken de meeste Westerse ondernemers in Oekraïne geen succes met het inkrimpen van het personeelsbestand. De landbouwgrond van de kolchozen is niet te koop maar wordt verpacht. De pachter krijgt vaak ook de verantwoordelijkheid voor het personeel en het vee op de bijna altijd gemengde bedrijven. Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent in Oekraïne zorgdragen voor het bestaan van de dorpelingen in de nabijheid van de kolchoz.
Nieuw leven kolchoz
Het succes van de Groningse dokterszoon Cees Huizinga geeft een goed voorbeeld. Hij bouwde een akkerbouwbedrijf van 1.000 hectare in zeven jaar tijd uit tot een omvang van 10.000 hectare en moderniseerde een vervallen Sovjetrundveehouderij. Bedrijfsleider Johan Smit, die de rundveehouderij beheert, legt uit: „De dorpelingen hadden de keus. Of de kolchozveestapel verkopen en de stal sluiten, of verkopen aan Huizinga.”
„Dat laatste hebben ze gedaan. Ik ben met het personeel aan de slag gegaan en ben voortdurend op zoek naar vertrouwen. In het begin waren ze argwanend, maar nu ontstaat er een wij-gevoel.” Smit is van plan een leegstaande kolchoz in de buurt nieuw leven in te blazen met de opbouw van een varkensstapel. „De investeringen moeten zo laag mogelijk blijven. Maar varkenshouderij past uitstekend. We hebben voer en personeel en de prijzen zijn goed. Bovendien heeft het akkerbouwbedrijf baat bij zoveel mogelijk organische mest.”
Ook Jan Willem de Vries van Nedap raadt aan te investeren in bestaande gebouwen. „Oekraïne is zo interessant omdat er zoveel bruikbare veestallen leegstaan. Zelf de akkerbouwtak van een kolchoz beheren is niet noodzakelijk. Voer kan ook worden aangekocht. Alle mogelijke veevoergrondstoffen zijn ruim beschikbaar. Ook komt het voor dat er ‘voer-voor mest-contracten’ worden afgesloten.
Voor niets weggegeven
Vooral voormalige koeienstallen zijn geschikt voor renovatie tot varkenshouderij. Er zit voldoende inhoud in en het geraamte van de stal gaat in geen honderd jaar kapot. Je sloopt de stalinrichting en de vloer. Vervolgens richt je de stal opnieuw in, je automatiseert het voeren en je hebt een stal die aan moderne West-Europese eisen voldoet. De stallen worden haast voor niets weggegeven.”
Hoogwaardige technologie met individuele dierherkenning en voerstations past volgens De Vries uitstekend bij ondernemers die op afstand grootschalige ondernemingen in Oost-Europa willen besturen. „Je stuurt op datgene wat fout gaat. ‘Management by acception’, thuis op je computer is alles te zien. Bovendien kan je zelf bepalen hoe en wat er gevoerd wordt.”