CO2-sturing verfijnt de minimum ventilatie
Het ventileren van stallen is nodig om een gewenst stalklimaat voor de dieren te realiseren en zo prettige leefomstandigheden aan de varkens te bieden. Dat wil zeggen: een aangename temperatuur en lucht van goede kwaliteit op dierniveau. Ventilatie – het verversen van stallucht door lucht die van buiten komt – is nodig om de luchtkwaliteit in de stal op peil te houden.
Varkens verbruiken zuurstof en verhogen het koolzuurgehalte (CO2) van de lucht in de stal. Verder zorgen ze voor een toename van het vochtgehalte en de concentraties ammoniak en koolmonoxide. Door verse lucht aan te voeren, wordt voorkomen dat het zuurstofgehalte in de stal te veel zakt en dat zich in de stallucht te veel CO2, water (H2O) en andere ongewenste stoffen ophopen. Het waarborgen dat er in een afdeling voldoende verse lucht binnen komt, gebeurt door het instellen van een minimum ventilatieniveau.
Ventilatie nauwkeurig regelen
Het is in de varkenshouderij gebruikelijk om bij het instellen van de minimum ventilatie gebruik te maken van een vaste minimum ventilatiecurve. Deze is gebaseerd op de leeftijd en het gewicht van de varkens. De minimum ventilatie is nauwkeuriger te regelen, als je voortdurend de luchtkwaliteit kunt meten en daar vervolgens het ventilatieniveau op afstemt.
„Het CO2-gehalte in de stallucht blijkt daarvoor een goede parameter te zijn”, vertelt Harry Pardoel van Pardoel/AAC bv in Den Bosch. Al in 1989 lanceerde Pardoel een ventilatiesysteem voor varkensstallen, waarbij het afstemmen van de minimum ventilatie is gebaseerd op metingen van het CO2-gehalte in de afdelingen. CO2-sturing is tot op heden echter nauwelijks te vinden in varkensstallen in ons land. In de pluimveehouderij, met name bij vleeskuikens, is het sturen van de minimumventilatie met behulp van het CO2-gehalte al wel behoorlijk ingeburgerd.
CO2-sturing is in de ogen van het Deense Skov een goed hulpmiddel bij de klimaatbeheersing in varkensstallen. Skov verkoopt een ventilatiesysteem met directe luchtinlaten van buiten naar de afdelingen. In Denemarken is dit een heel gebruikelijk systeem. Het Skov-systeem is leverbaar met een besturing op basis van temperatuur en CO2.
Ventilatie past zich aan
„Ook in onze klimaatcomputer zit een curve voor de minimum ventilatie”, vertelt Henny de Haas, in Nederland, België en Engeland verantwoordelijk voor de verkoop van Skov-apparatuur. „De CO2-regeling zetten we daar overheen. Wanneer het CO2-gehalte in de afdeling boven een ingestelde waarde komt, gaan we meer ventileren. Zakt het CO2-gehalte onder een bepaalde waarde, dan schroeven we de minimum ventilatie terug tot onder het niveau van de vaste curve.”
De Haas vertelt dat met de CO2-sturing als het ware een actieve minimum ventilatieregeling wordt gecreëerd. „Hiermee bereik je dat de ventilatie zich automatisch aanpast aan het bioritme van de varkens. Als de varkens slapen, produceren ze minder CO2 en kan de ventilatie op een laag pitje staan.”
„Neemt de activiteit van de dieren toe – bijvoorbeeld als ze gaan vreten – dan stoten ze meer CO2 uit en gaan de ventilatoren automatisch sneller draaien.” Het systeem houdt ook rekening met het verschil in zuurstofgehalte in de buitenlucht. Harry Pardoel: „In de koude wintermaanden bevat een kuub lucht meer zuurstof dan in de zomermaanden. Je hoeft dan minder te ventileren. Met CO2-sturing gaat dat automatisch.”
Het sturen van de minimumventilatie op basis van het CO2-gehalte leidt tot een betere en meer constante luchtkwaliteit. Werken met een CO2-sensor brengt echter nauwelijks meerkosten met zich mee. Er is namelijk geen meetventilator meer nodig om het ventilatieniveau te controleren. Daarnaast wordt energie bespaard doordat er nooit sprake is van een te hoog minimum ventilatieniveau.
‘Het draait als een speer’
Paul Weenink in het Gelderse Lievelde werkt sinds begin vorig jaar in zijn nieuwe vleesvarkensstal met het systeem van CO2-sturing. In de stal liggen 1.344 vleesvarkens. De varkenshouder is laaiend enthousiast. „Het draait als een speer. Al kan ik dat natuurlijk niet allemaal toeschrijven aan de klimaatbeheersing op grond van CO2-sturing. Het is een totaalplaatje. Ik heb bij de nieuwbouw alles ruim bemeten: 4,5 kuub per varken in plaats van de gebruikelijke 3 kuub bijvoorbeeld.”
„Ook de maximum ventilatiecapaciteit ligt fors boven de gebruikelijke normen. De varkens moeten het zo goed mogelijk hebben.” Weenink geeft meer prioriteit aan het CO2-gehalte dan aan de afdelingstemperatuur. Zeker bij zware varkens. „Als het dan een paar graden te koud of te warm is, maakt voor de varkens niet veel uit. Veel belangrijker voor goede prestaties is, dat de varkens leven in lucht van goede kwaliteit.”
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: Ellen Meinen