Bouwen als het financieel slecht gaat
Het jaar 2013, waarin varkenshouders uiterlijk moeten voldoen aan de eisen voor emissiearme huisvesting en meer dierwelzijn, komt met rasse schreden dichterbij. Varkenshouders die nog niet voldoen aan alle eisen, verbeteren of vernieuwen hun stallen. Schaalvergroting is een andere factor die zorgt voor bouwactiviteit in de varkenssector. Door de grootte van de bedrijven besluiten veel varkenshouders om het bouwen volledig in handen geven van bouwbedrijven. Een kleine groep bouwt in eigen beheer.
En nog steeds zijn er varkenshouders die zelf bouwen. Frank van de Mortel uit Asten bouwt eigenhandig een nieuwe kraamstal van 32 bij 24 meter, met 120 kraamzeugplaatsen. Voor Van de Mortel is het de normaalste zaak dat hij zelf bouwt. „Toen wij 15 jaar geleden dit bedrijf kochten hebben wij al een stal gebouwd. Vroeger bouwden de meeste varkenshouders alles zelf” is de waarneming van Van de Mortel.
Minder tijd voor zelf bouwen
Op het grondwerk en putstorten na, bouwt Van de Mortel met de hulp van twee andere personen bijna dagelijks aan de nieuwe kraamstal. „Mijn varkens gaan voor de bouw, ik maak eerst het werk in de stallen af en dan pas klim ik de steiger op”, zegt Van de Mortel. Op dit moment heeft hij 360 zeugen en 700 biggen. Na afronding van de kraamstal wordt de oude kraamstal met kleine aanpassingen omgebouwd tot biggenstal met 1.400 biggenplaatsen.
Door de bouw van de kraamstal groeit het bedrijf met 700 biggen. In vergelijking met 15 jaar geleden is zijn bedrijf groter waardoor de varkenshouder minder tijd over heeft voor bouwwerkzaamheden. „Tijd is een beperkende factor aan het worden. Gelukkig is het nog lang licht zodat wij menig uurtje in de avond door kunnen bouwen” aldus Van de Mortel.
De varkenshouder uit Asten twijfelt of hij een eventuele volgende stal ook zelf kan bouwen in verband met de tijd. „Dat zou ik jammer vinden, want bouwen vind ik leuk en je kan sneller corrigeren als je zelf bouwt. Je kunt continue je ideeën aanscherpen. Oorspronkelijk zou ik in de nieuwe stal 6 afdelingen maken. Tijdens het bouwen besefte ik dat ik bij maximaal 4 weken speen en dan zijn 5 afdelingen beter.”
Keuze voor gelijmde betonblokken
Van de Mortel kiest voor eenvoud en kwaliteit. Hij koos voor gelijmde betonblokken en geen prefab. De hokken in de stal hebben een afmeting van 1,80 bij 2,60 meter. Het rooster onder de zeugen is van gietijzer en de biggen liggen op kunststof roosters.
Voor het einde van de bouwperiode staat de aankoop van een luchtwasser op het lijstje. „Ik wacht nog even met de aanschaf, want er komt steeds meer informatie met betrekking tot kinderziektes beschikbaar. Verder neemt het aantal producenten toe waardoor de prijs scherper kan worden”, legt Van de Mortel uit.
Varkenshouder Frank van de Mortel vindt bouwen leuk, maar wat hij nu precies bespaart in vergelijking met laten bouwen, vindt hij moeilijk te zeggen. „Net zoals een aannemer heb ik bouwmaterialen nodig. Alleen de staalprijs is aardig gezakt, maar isolatiematerialen bijvoorbeeld blijven kostbaar. Wat ik win zijn de arbeidskosten die ik nu niet meereken.”
Voldoende werk tot 2013
Aannemersbedrijf Teunissen in Ysselsteyn-Venray (L.) heeft voldoende orders in portefeuille. Het bedrijf zit voor dit jaar vol. De aannemer verwacht dat er door het aanscherpen van de milieu- en welzijnseisen voldoende bouwwerk blijft tot 2013. Inandere sectoren verloopt de bouw wat minder vlot waardoor aannemers harder op zoek gaan naar opdrachten in andere sectoren.
Teunissen ondervindt geen hinder van de concurrentie. „Wij zitten in een gebied waar altijd al concurrentie was, ik merk niet dat het toeneemt.” Stalinrichtingsbedrijf Vereijken Hooijer in Beek en Donk werkt al twee jaar op de top volgens Gesiena Hooijer. „Er wordt veel gebouwd in de varkenssector en het is nu goedkoper dan voor de financiële crisis. Aannemers staan bij wijze van spreken in de rij. Dat gunstig is voor de varkenshouders. Zij hebben nu meer onderhandelingsruimte.”
„Als ze het goed doen, kunnen zij scherpe prijzen afspreken.” Hooijer merkt dat de concurrentie in de bouwsector toeneemt. Aannemers zijn minder star om de post arbeidskosten te verlagen. Ook bij de stalinrichters neemt de concurrentie toe. Hooijer: „de prijzen worden scherper. Je loopt dan het risico dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. De marges voor ons zijn kleiner geworden.”
Elk jaar meer papieren nodig
Het pakket papieren voor de aanvraag van allerlei vergunningen die je nodig hebt om een stal te mogen bouwen, groeit elk jaar een paar centimeter. „Het is vrij complex” is de mening van adviseur Gieljan Iersel van Exlan Consultants in Veghel. „Een paar jaar geleden kon een varkenshouder zelf aan de slag om de situatie met betrekking tot stank (geurhinder) te bekijken terwijl er nu een rekenmodel voor gebruikt moet worden. Een varkenshouder moet van veel meer zaken op de hoogte zijn dan een aantal jaren geleden.”
Ook Sander Hooch Antink van adviesbureau Bomap in Lochem merkt dat zijn klantenkring groeit. „Voorheen was het voorbereiden van de vergunningaanvragen de taak van de voorlichter. Door de complexe materie heeft de voervoorlichter op dit terrein nu onvoldoende kennis van zaken”, laat Hooch Antink weten.
Zelf bouwen of laten bouwen
Het aantal varkenshouders dat zelf bouwt neemt af. Van Iersel is van mening dat je kosten kunt besparen als er zelf gebouwd wordt. Maar in de meeste gevallen moet je dan wel een aantal zaken regelen of uitbesteden. „Als je te veel uitbesteedt kost dat weer geld.” Aannemersbedrijf Teunissen kent een aantal grote varkenshouders die zelf bouwen maar daarbij extra personeel inhuren voor het varkensbedrijf en de bouwactiviteiten.
„In het algemeen kost het varkenshouder te veel tijd, en besteden ze de bouw of verbouw van een stal uit aan aannemers”, is het idee van Teunissen. Ook Hooch Antink stelt vast dat zelf bouwen afneemt: „Als je zelf bouwt moet je wel de handigheid en vaardigheden hebben. De verzorging van de dieren moet op de eerste plaats blijven staan. Soms zien we dat varkenshouders Oost-Europeanen inhuren om het werk rond te zetten.”
Tekst: Kitty Hovenkamp
Beeld: John Peters