Jan Schokker: ‘Je loopt tegen allerlei regelgeving aan’
Hoe gaat het met Greenpower Salland in Heeten?
„Heel goed, zeker wat betreft de technische vervolmaking. Natuurlijk is het een heel nieuw project met steeds nieuwe zaken. We begonnen met vergisting, daarna verwerking, warmte en mineralenconcentraat. Maar het doel is nog steeds hetzelfde als in 2001 toen we begonnen, een stabiele mestafzet en een bijdrage aan de verduurzaming van de sector.”
Loopt het minder vlot dan destijds gedacht?
„Je loopt tegen allerlei regelgeving aan omdat je de eerste bent met zo’n project. Eigenlijk moet je alles steeds weer bevechten. Het duurde 4 jaar voordat we konden gaan bouwen. En 2 jaar voordat we toestemming kregen voor een proef met vloeibare mineralenconcentraten. Eerst wilde het ministerie een landelijke proef, maar uit angst om de derogatie te verliezen, moest eerst met Brussel overlegd worden. ”
Wat kun je doen aan die vertragingen?
„Nou, ik heb wel eens voorgesteld dat je een soort managementteam van ambtenaren en ondernemers aan de slag laat gaan. Bij de start van dit project zei gedeputeerde Theo Rietkerk dat er in Overijssel veertig van die vergisters moeten komen. De politiek wil dat dus, maar vervolgens gaat elke ambtenaar vanuit zijn eigen loket allerlei zaken bemoeilijken. Dat doen ze niet om dwars te liggen, maar het werkt enorm vertragend. Als je nu een team met ambtenaren en ondernemers samenstelt, dan kunnen die snel een bepaald doel bereiken.”
U bent ook niet blij met de producten voor covergisting?
„Er is een positieve lijst met toegestane producten, maar die is kort. En die producten worden dan meteen duurder. Eigenlijk zou alles wat niet meer voor menselijke of dierlijke consumptie geschikt is, moeten kunnen. Ik ken een bloembollenteler in de buurt. Die brengt zijn bollen naar Luxemburg voor vergisting, want hier mag het niet. Moet je nagaan hoeveel kilometers.”
Hoe zou dat moeten?
„Ik vind dat het een ‘ja, tenzij’ moet zijn. Je ziet dat een enorme stroom afvalproducten wordt verbrand of gecomposteerd omdat de producten niet voor covergisting gebruikt mogen worden. De overheid roept steeds om verduurzaming, maar de regels maken dat niet makkelijk.“
U wilt uw leden een stabiele mestprijs garanderen, lukt dat al?
„Voor 2008 en 2009 gaan we uit van rond de 14 euro per kuub. Dat moet volgend jaar naar de 10 euro. Je loopt het risico van lage mestprijzen. Neem de pluimveemestverwerking in Moerdijk. Als je op de mestmarkt 35 euro betaalt, dan is verwerking voor 18 euro aantrekkelijk. Maar als die kippenmest voor 8 euro naar Duitsland kan, dan zie je dat veel boeren proberen om onder hun contract uit te komen. Logisch want je moet als boer wel je bedrijf draaiende houden.”
Moeten de leden extra investeren?
„We willen niet opnieuw geld vragen, maar zoeken groene investeerders en vooral partijen waarmee we kunnen samenwerken. Dat kan met kennis zijn, of bij het onderhoud van de WKK’s (Warmte Kracht Koppeling). Of met andere vergisters zodat we potentiële klanten meer leveringszekerheid kunnen bieden. Dan kun je een hogere prijs vragen.”
Hoe loopt het proefproject met vloeibare mineralenconcentraten?
„In de akkerbouw heel goed, in de melkveehouderij minder. Het is een kali-stikstofconcentraat waar telers van aardappelen, maïs en granen veel belangstelling voor hebben. Melkveehouders vinden die kali niet interessant. Dan kun je dus je product niet echt verwaarden. Maar hier in de streek zitten vooral melkveehouders. Vanaf Ommen heb je akkerbouw, dus meer transportkilometers.“
U bent ook nog steeds bezig met stadsverwarming in Deventer?
„Voor de nieuwe wijk Steenbrugge. We werken samen met Essent. Alleen kan dat niet. Essent legt een leiding voor ons biogas en wij plaatsen daar een WKK-installatie. We hopen volgend jaar een contract te kunnen afsluiten. Die WKK kost ons wel een miljoen. In Greenpower is al zo’n 7 miljoen euro geïnvesteerd. Ook daarom zijn we op zoek naar nieuwe investeerders en partners.”
Wordt Greenpower een succes?
„Ja, daar ben ik van overtuigd. Aan de ene kant zullen we een stabiele mestafzet kunnen verzorgen voor een prijs waarmee we met andere landen kunnen concurreren. Uit allerlei onderzoeken blijkt steeds dat we als Nederlandse varkenshouderij de concurrentie aankunnen, behalve met de mestafzet. En daarnaast dragen we bij aan een beter imago. Mest is straks geen probleem meer, maar een waardevolle grondstof in een duurzame varkenshouderij. Dat wordt heel belangrijk in de toekomst.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ruben Meijerink