Vleesvervanger drukt vlees van het bord
Wereldwijd groeit de consumptie van vlees. Die groei is er vooral in landen waar de welvaart toeneemt zoals China en Zuid-Amerika. De toenemende consumptie zorgt mondiaal gezien wel voor problemen, omdat voor de productie van vlees veel land nodig is. En land is niet oneindig beschikbaar.
Het zou veel efficiënter zijn, als mensen plantaardige eiwitten zouden eten in plaats van vlees. Vlees in het menu vervangen door plantaardige eiwitten betekent, dat we met één hectare land vijf keer zoveel mensen van hun dagelijkse portie eiwit kunnen voorzien.
Andere houding over vlees
Dat vlees van het dagelijks menu geschrapt gaat worden, lijkt voorlopig niet aannemelijk. Toch is er in onze westerse wereld wel sprake van een veranderende houding ten opzichte van vlees. Voor een groeiende groep mensen lijkt het dagelijks eten van vlees bij de warme maaltijd geen vanzelfsprekendheid meer. In Nederland blijkt dat onder meer uit cijfers over de consumptie van vlees.
De afgelopen 15 jaar vertoont de consumptie van vlees per inwoner een licht dalende trend: van 87,4 kg per persoon in 1995 naar 84,5 kg in 2008 (-3,3 %). De consumptie van varkensvlees verminderde ook. Die ging in dezelfde periode omlaag van 44,2 kg naar 40,8 kg(-7,6 %). Dit blijkt uit cijfers van de Productschappen, Vlees en Eieren (PVE).
Vier jaar geleden kwam er in Nederlandse huishoudens gemiddeld nog op 5,1 dagen per week vlees op tafel. Dat is inmiddels minder dan 4,7 keer geworden. Nederlanders eten meer vis (gemiddeld een keer per week) en vleesvervangende producten (gemiddeld 0,6 keer per week). Dit blijkt uit onderzoek van Deloitte, Branchegroep Retail.
Vlees en zuivel als eiwitbron
Uit het oogpunt van voeding is het teruglopen van de vleesconsumptie geen enkel probleem. De dagelijks aanbevolen hoeveelheid eiwit ligt op 0,8 g/kg lichaamsgewicht. De werkelijke eiwitconsumptie van volwassenen bedraagt 1,1 g/kg lichaamsgewicht per dag; 37 procent boven de norm.
Een en ander blijkt uit een studie die de Animal Sciences Group (ASG) van Wageningen UR dit voorjaar publiceerde. Vlees(waren) en zuivel vormen de belangrijkste eiwitbronnen. „Mensen kunnen best zonder vlees”, vertelt Martijn Katan, hoogleraar voedingsleer aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, „maar dan moeten ze wel zorgvuldig letten op wat ze verder eten.
Een simpeler oplossing is wél vlees, maar dan minder. Twee keer in de week een bescheiden stukje is gezond en scheelt onbetwistbaar voor het milieu.” Katan ventileerde deze mening onlangs tijdens een bijeenkomst over vleesvervangers, georganiseerd door Foodlog.nl.
Vleesvervangers in trek
In plaats van een schnitzel of karbonade landt bij consumenten steeds vaker een vleesvervanger in de pan. Vooralsnog is het marktaandeel van vleesvervangers nog klein, al zal het de komende jaren wel groeien. De overheid is een warm voorstander van de ontwikkeling van nieuwe vleesvervangers.
Landbouwminister Gerda Verburg maakte onlangs bekend dat ze 1,7 miljoen euro subsidie beschikbaar heeft voor ondernemers die alternatieven voor dierlijke eiwitten ontwikkelen en eiwitbronnen als algen, wieren, schimmels, insecten en kweekvlees aanboren. Verburg wil dat consumenten kunnen kiezen uit een ruimer aanbod van duurzaam geproduceerde eiwitten.
De regering wil niet zo ver gaan, dat ze de consumptie van vlees ontmoedigt door een vleestax te heffen. Verburg vindt dat de markt zijn werk moet doen. Het besef dat vlees niet tegen heug en meug moet worden opgedrongen aan de consument, leeft ook binnen de vleesindustrie. Al is het ‘vleesmensen’ er veel aan gelegen dat de vleesconsumptie niet te veel wordt ontmoedigd.
„Laat vleesvervangers geen excuus worden om maar weer op de oude voet door te consumeren. Kies wat bewuster voor lekker vlees. Dat is gezond”, aldus Paul Jansen, directeur agribusiness bij Vion tijdens de Foodlog-bijeenkomst.
Tarwe en lupinemeel
Vooralsnog lijken de ontwikkelaars van vleesvervangende producten de wind in de zeilen te hebben. Eén van hen is de Zeeuwse ondernemer Jos Hugense. Hij staat aan de wieg van Meatless, een vleesvervangend product op basis van tarwe- en lupinemeel. Het product dient vooral als grondstof voor fabrikanten die vleesvervangende producten maken.
Meatless wordt ook in combinatie met echt vlees gebruikt, bijvoorbeeld in worsten en hamburgers. Meatless heeft nu in Goes een productielijn die goed is voor 800 kg per uur. Volgend jaar komt er een tweede productielijn bij met een grotere capaciteit. Onder de merknaam Meatlight is sinds kort bij wijze van experiment een lijn vleesproducten te koop in de supermarkten van Agrimarkt.
Meatlight is verkrijgbaar in gehakt, worstjes en hamburgers. Deze producten bevatten 20 procent Meatless. Het Meatlight-gehakt is hierdoor dertig procent minder vet dan het maximale vetgehalte van tartaar. Volgens Hugense verliep de verkoop van Meatless de eerste weken boven verwachting.
Teveel vlees voor kattenvoer
Marketeer Dick Veerman, de man achter Foodlog.nl, concludeert dat het gebruik van vleesvervangers niet de enige manier is om de belasting van de aarde te beperken. Volgens hem is er ook winst te boeken door een groter deel van slachtdieren daadwerkelijk voor menselijke consumptie te benutten.
„Er zijn te veel onderdelen van het varken die tegenwoordig honden- en kattenvoer als bestemming hebben. Het hart bijvoorbeeld. Dat is eigenlijk te gek voor woorden. We zouden het hele beest moeten opeten.”
Verschillende typen vleesvervangers
Vleesvervangers rukken in hoog tempo op en verdringen (varkens)vlees van het bord van de consument. Enkele populaire vleesvervangers zijn:
Meatless. Dit is een product op basis van tarwe of lupine en smaakcomponenten.
Vegaburger. Een hamburger samengesteld op basis van plantaardige grondstoffen.
Valess. Vleesvervanger op basis van magere melk.
Tempé. Een plantaardige eiwitbron gemaakt van gefermenteerde sojabonen.
Tofu. Plantaardige eiwitbron op basis van sojabonen.
Quorn. Mycoproteïne, een eiwitbron die geproduceerd wordt door schimmels op een groeimedium van melasse en ammonium. Soms wordt kippenei-eiwit toegevoegd.
Groenten en vruchten. Voorbeelden zijn bruine bonen, linzen, pinda’s, cashewnoten en walnoten.
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: Ingrid Zieverink