Meer varkens en minder akkerbouw
De opeenvolging van stallen, maakt de groei van het bedrijf in de afgelopen 30 jaar zichtbaar. De nieuwste stal met plaats voor 1.500 gespeende biggen en 1.200 vleesvarkens staat het verst van het woonhuis, en is onder andere herkenbaar aan de luchtwasser in de kopgevel. „Mijn overgrootvader die met wat vee en grond begon, kwam oorspronkelijk uit Duitsland”, vertelt Jan Bredek, vierde generatie op het huidige landbouwbedrijf.
„Opa was veenarbeider en boer en mijn vader begon in 1959 met acht melkkoeien, tien zeugen en 100 kippen op acht hectare grond.” In 1979 stopte Hennie, Jans vader, vanwege fysieke problemen met het melken van koeien en specialiseerde zich in varkens. Daarnaast werd meer grond gekocht voor akkerbouw. „Mijn oudste zoon wilde aanvankelijk akkerbouwer worden, maar dat ging toch niet door. Later besloot Jan om door te gaan in de varkens”, zegt Hennie, die ook nog steeds actief is op het bedrijf.
Leuren met biggen
Het bedrijf had jarenlang alleen zeugen en verkocht alle biggen aan vermeerderaars in de omgeving. „In 1998 besloten we om de meeste biggen zelf af te mesten. We bouwden een stal voor 2.000 vleesvarkens. In die tijd bestonden vaste relaties tussen fokkers en mesters nog nauwelijks. We waren het zat om steeds te leuren met onze biggen. Het leek ons daarom beter en plezieriger werken om meer vleesvarkens te houden.
Ons bedrijf is daardoor ook minder kwetsbaar geworden. We zijn minder afhankelijk van de sterk schommelende biggenprijzen.” Als laatste uitbreiding kwam vorig jaar de nieuwste stal voor 1.500 gespeende biggen en 1.200 vleesvarkens gereed. In 2005 begonnen de Bredeks al met het aanvragen van de benodigde vergunningen. Omdat het bouwblok te klein was, bleek een bestemmingsplanwijziging nodig.
In februari 2009 startte de bouw van de nieuwe stal en op 4 juli dit jaar hield de maatschap open dag. Met deze stap groeide de maatschap zowel in het aantal zeugen als in het aantal vleesvarkens. Bredek schat de investeringskosten van de nieuwe stal op 400 tot 450 euro per plaats.
Elke diergroep een eigen stal
Eén van de voormalige vleesvarkensstallen is omgebouwd tot stal voor guste en drachtige zeugen, die in groepen van zes dieren zijn gehuisvest. De stal waar vroeger de gespeende biggen werden opgelegd, is omgebouwd tot kraam- en dekstal. „Omhet risico op verspreiding van dierziekten te beperken, hebben we nu voor elke diercategorie een aparte stal. In combinatie met een vaste kracht per stal hebben we de uitwisseling tussen stallen en diergroepen tot een minimum terug gebracht.”
Tot voor kort was sprake van een gemengd bedrijf met varkens en akkerbouw, zoals nog op één van de bedrijfsborden op het erf staat. Om de nieuwbouw van de laatste uitbreiding te kunnen financieren, besloten Jan en Natasja om 20 hectare akkerbouwgrond van de in totaal 60 hectare grond te verkopen.
„Bedrijfsontwikkeling door opschaling is belangrijk om te kunnen blijven concurreren op de internationale vleesvarkensmarkt”, stelt Bredek. „Je moet tegelijkertijd ook specialiseren. Bij een bepaalde bedrijfsomvang is het niet meer mogelijk om in twee takken te blijven investeren en energie te steken.”
„Varkens houden, vinden we leuk werk en daarin zien we de meeste toekomst, ook al zijn de rendementen momenteel niet goed.” De bedrijfsstrategie is gericht op lage voerkosten in combinatie met gezonde varkens.
Eigen voer telen
Sinds 1998 teelt Bredek al eigen ccm voor de varkens, die allemaal brijvoer krijgen. Dit seizoen slaat Bredek weer 40 hectare ccm op in zes sleufsilo’s. „Het voeren van ccm is goed voor de gezondheid, en het zorgt voor lagere voerkosten. Ik test de nieuwe maïsoogst wel op mycotoxinen, want ik wil daar geen problemen mee krijgen.”
Met het voeren van Grain Pro, een tarwegistconcentraat van Van Triest Veevoeders, voert Bredek ook een relatief goedkope eiwitbron. Daarnaast bevat het brijvoer ook tarwezetmeel, aardappelstoomschillen, restmelk en een maatwerkkrachtvoer dat per diergroep eventuele tekorten aanvult. „De biggen krijgen geen tarwegistconcentraat vanwege de smaak en de zeugen geen melk, omdat dat te weinig constant van samenstelling is.”
„Het luistert nogal nauw bij de voeding van de zeugen. Daar wil ik geen fouten maken.” Sinds de overstap naar een andere mengvoerleverancier zijn de totale voerkosten gedaald. „Het huidige mengvoer is goedkoper en de varkens presteren beter, dus daar zijn we blij mee.”
Verhoogde diergezondheid
Maatschap Bredek heeft nu een forse sprong in de bedrijfsontwikkeling gemaakt. „Dat kan alleen met gezonde varkens en als technisch goed wordt gedraaid. Een gesloten bedrijfsvoering en aparte stallen per diergroep verhogen de gezondheidsstatus.”
Bij de aanvoer van gelten zorgt Bredek voor een quarantaineperiode en worden de dieren geënt tegen influenza, PRRS, mycoplasma en parvo. „We enten alleen als het nodig is. Eens in de drie maanden voeren we een bloedmonitoring uit. Daaruit bleek dat een enting van biggen tegen mycoplasma voorlopig niet meer hoeft. Onze vleesvarkens enten we alleen tegen influenza.”
Ook met het antibioticumgebruik is Jan terughoudend. „Niet te snel toepassen en bij voorkeur alleen curatief. Mensen moeten ook niet zo snel een kuurtje halen, maar het geduld hebben om uit te zieken.” Om insleep van ziektes te voorkomen, wil de Drentse varkenshouder alleen de hoogst noodzakelijke transporten op zijn bedrijf toelaten.
Afzet via handelaar
„Een tijdje terug heb ik een vrachtwagen waar al vleesvarkens op zaten, niet op mijn erf toegelaten. Ik wil wat dat betreft geen enkel risico nemen en laat alleen schone en lege vrachtwagens toe om onze vleesvarkens te komen halen.” De afzet van de vleesvarkens naar Duitsland verloopt via een handelaar. Per twee weken worden momenteel tussen de 160 en 200 vleesvarkens geladen.”
„Als de stallen helemaal vol liggen, zal dat aantal wekelijks worden geleverd aan Barfuss, onderdeel van het Duitse vleesconcern Westfleisch. „Jaren terug hebben we varkens geleverd aan Hendrix Meat dat later door Vion is overgenomen. Sinds 2005 leveren we onze varkens aan een Duitse vleesverwerker, vanwege een hogere uitbetalingsprijs. De Duitsers hebben iets meer geld over voor een luxer, vleesrijker varken.”
Bredek wilde in zijn nieuwe stal een aangenaam stalklimaat met minder tocht en koos daarom voor een ander ventilatiesysteem dan in de stal uit 1998. „We hebben door ervaring leergeld betaald. In de nieuwe stal wordt de lucht aangezogen via verbrede spouwmuren. De lucht wordt via dwarsschotten in de spouw naar beneden geleid en komt via de ruimte onder de voergang de afdeling in. Ik verwacht dat het positief uitpakt voor de gezondheid van de varkens”, aldus Jan.
Net als de volledig in kunststof uitgevoerde vloer van de hokken voor de gespeende biggen, waarin ook een strook dichte vloer is opgenomen. „Het dichte liggedeelte maakt het voor de biggen comfortabeler, omdat er geen koude lucht van onderen optrekt.”
Voorlopig stoken op gas
De ligplaatsen van de biggen in de kraamafdeling worden bijverwarmd via deltabuizen. Ook wordt de warmteproductie van de zware vleesvarkens via het rondpompen van water benut voor de gespeende biggen. „We hebben ook nog stil gestaan bij de mogelijke aanschaf van een houtkachel en over stroverbranding gesproken.”
„Voorlopig stoken we gas, ook al omdat het weer extra werk is om een eigen verwarmingsinstallatie aan de gang te houden. Hetzelfde geldt voor het schoonhouden van de luchtwasser, het kost meer tijd dan je denkt. Maar wie weet, is een biomassa gestookte kachel nog iets voor de toekomst, afhankelijk van de energieprijzen.”
Klaar voor 2013
Bij de nieuwbouw is rekening gehouden met de milieu- en dierwelzijnsregels die in 2013 van kracht worden. In de nieuwe vleesvarkensstal is een Uniqfill chemische luchtwasser geplaatst, die zorgt voor 95 procent reductie van de ammoniakuitstoot vanuit deze stal. Door interne saldering voldoet het bedrijf aan de milieueisen.
Bredek wacht de discussie over de definitieve regelgeving wat betreft de oppervlakte-eis af. „Natuurlijk benutten we de stalruimte zo goed mogelijk.”Om te voldoen aan de welzijnswet hangen er kettingen met balletje of kettingen met pvc-pijpjes als afleidingsmateriaal.Om aan voldoende punten voor de MIA-/Vamilregeling te komen, is er bij de beren ook een schuurborstel geplaatst.”
„Om de betonnen vloer achter de rvs-trog zo goed mogelijk te beschermen tegen het ‘zure’ brijvoer is op een strook van één meter een coating aangebracht. In de afdelingen voor vleesvarkens zijn de hokafscheidingen van beton. „Uit ervaring weten we dat beton sterk en duurzaam is, de varkens kunnen er weinig aan slopen. Via verticale uitsparingen in de betonnen afscheidingswanden kunnen de varkens in het ene hok de varkens in het hok ernaast zien en hebben ze contact met elkaar.”
„Dat leidt af. En is ook goed voor het dierenwelzijn.” In het dak van de nieuwe stal is per afdeling een lichtplaat geplaatst, waardoor daglicht naar binnen valt. Dat werkt volgens Bredek plezierig en de varkens hebben daarmee een dag- en nachtritme. De dragende zeugen zijn alvast in groepshuisvesting gezet, en voldoen volledig aan de eisen van 2013.
De marges in de varkenshouderij zijn momenteel krap. „De grote supermarktketens verdienen het meeste aan varkensvlees, ten koste van de boer. Gelukkig gaat het Europees Parlement per lidstaat onderzoeken wat de verhouding is tussen de prijs die de boer voor zijn product krijgt en de prijs voor hetzelfde product in de winkel. Hopelijk gaat een onderzoek naar de margeverdeling in de voedselsector ons ook een eerlijke prijs opleveren. Alleen op die manier kunnen wij boer blijven en zorgen voor een kwalitatief goed product”, besluit Bredek.
Bedrijfsprofiel
De man-vrouw-maatschap Bredek in Emmer Compascuum wordt gerund door Jan Bredek en zijn vrouw Natasja. In 30 jaar tijd groeide het gemengde akkerbouw/varkensbedrijf uit tot een goed georganiseerd en gespecialiseerd varkensbedrijf. Het bedrijf telt 400 Topigs 20-zeugen en 3.000 vleesvarkens. De zeugen worden gedekt door of geïnsemineerd met sperma van Nederlandse Piétrainberen.
Afnemer van de vleesvarkens is het Duitse vleesverwerkingsbedrijf Barfuss, onderdeel van Westfleisch. In totaal is er 40 hectare grond, waarop CCM wordt verbouwd als varkensvoer. Bredek werkt samen met een akkerbouwer in de buurt. Ze laten CCM en aardappelen rouleren over hun totale oppervlakte, en er zijn afspraken gemaakt over de mestafzet. Jan verzorgt de gespeende biggen en vleesvarkens en Natasja doet de zeugen.
Hennie, de vader van Jan, en Dora, de moeder van Natasja, helpen ook nog veel mee op het bedrijf. Jan en Natasja hebben vier kinderen (drie jongens en een meisje) in de leeftijd van één tot zes jaar oud. Jans moeder past veel op de vier kinderen, waardoor het jonge echtpaar de handen vrij heeft om het werk achter te verzetten.
Tekst: Janet Beekman
Beeld: Geert Marissen