Export naar Hongarije en Polen neemt toe
In 2000 was 65 procent van het totaal aantal geëxporteerde vleesvarkens bestemd voor de Duitse markt. Vijf jaar later in 2005 was dat percentage gestegen naar 80 procent. In de drie jaren die daarop volgden, steeg dat percentage licht. Het bleef schommelen tussen 83 en 84 procent. Maar in de eerste 39 weken van dit jaar zakte de export naar Duitsland met 7 procent naar 77 procent, in vergelijking met dezelfde periode in 2008. De totale export van vleesvarkens nam niet af in deze periode.
Die steeg zelfs met 11 procent naar ruim 3 miljoen vleesvarkens. Terwijl het aantal vleesvarkens dat werd uitgevoerd naar Duitsland verminderde, groeide de export naar Hongarije en Polen. Uit beide landen blijven er geluiden komen dat de varkensstapel krimpt terwijl de vraag groot is.
Duitsland betrouwbare partner
Nederland springt handig op deze behoefte in, en ziet het aantal vleesvarkens dat uitgevoerd wordt alleen maar groeien. Dit geldt trouwens ook voor Denemarken. Cees Oostrom, varkenshandelaar uit Loenen aan de Vecht ziet de laatste weken dat het aantal varkens met de bestemming Polen en Hongarije iets afneemt. Oostrom is van mening dat Nederland voorzichtig met Duitsland om moet gaan.
„Duitsland is een betrouwbare partner en wij moeten het belang van het buurland als afzetmarkt niet uit het oog verliezen. We moeten die markt niet kwijtraken. Ik heb minder vertrouwen in de Oost-Europese markten. Bestaan deze nog over tien jaar? Niemand weet dat.\"
Henri van Loo uit \'t Harde exporteert sinds een jaar structureel zijn vleesvarkens. Hij doet dit via varkenshandel Van Ginkel in Scherpenzeel. Wekelijks exporteert Van Loo ongeveer 400 varkens. Dat zijn twee vrachtwagens vol. De varkenshouder merkt geen verschil of zijn vleesvarkens nu naar het buitenland gaan, of hier in Nederland naar de slachterij worden gebracht.
Hele koppel in één keer
„Ik heb een afspraak met de handelaar. Hij verkoopt de varkens op die plek waar ik de hoogste prijs krijg. De ene keer is dat Duitsland en de andere keer rijdt de vrachtwagen verder door naar Hongarije. Moeilijkheden bij betalingen in de landen, daar merk ik niets van dat is een zaak van de handelaar.\" Van Loo gebruikt geen speciale beer. En extreem zware vleesvarkens levert hij ook niet af.
Hij levert een heel koppel in één keer af. Als gevolg daarvan zitten er soms wat zwaardere varkens tussen. Het afleveren van zwaardere vleesvarkens kan mogelijk bedrijfseconomisch interessant zijn. Je krijgt dan niet alleen meer kilo\'s vlees per vierkante meter ook kan de vleeskwaliteit beter zijn.
Van Loo spreekt over een financieel voordeel vanwege de afzet van zijn varkens in het buitenland. Maar hij laat in het midden hoe groot dat voordeel is. Dirk Govers van vee- en varkenshandel VAEX geeft een richting aan. „Hangt natuurlijk af van de kwaliteit, als je geen extreem vette varkens exporteert, maar fatsoenlijke varkens met een bevleesdheid tussen 50 en 55 procent krijg je als varkenshouder gauw 3 tot 4 cent per kg extra.
Amper exportkredieten
Oostrom stelt vast dat er risico\'s kleven aan de afzetmarkten in Oost Europa. „In dergelijke landen is de handel risicovoller. Maar ik ben handelaar en wil handel doen. Betalingsgarantie is in Oost-Europa een ander verhaal dan hier in Nederland. Wij proberen een betalingstermijn af te spreken van 2 tot 3 weken. Maar wat doe je als zij de varkens komen laden en dan geen of onvoldoende geld hebben. De handel draagt het financiële risico niet de varkenshouder.\"
Van alle landen in Oost-Europa werkt alleen Slowakije met de euro. Andere landen hanteren een lokale munt. Het verschil in valuta en de schommelingen is een extra risico. Dat duidelijk zichtbaar werd met de financiële crisis, die nog steeds voortduurt. Lokale munteenheden waren weinig waard met als gevolg dat de prijs onder druk kwam te staan en prijzen daalden. Verzekeringsmaatschappijen willen weinig risico nemen en verstrekken amper exportkredieten.
Vettere varkens
Handelaren hebben contact met de spelers op de afzetmarkten en zijn goed op de hoogte van de wensen. Varkenshouders hebben de voorkeur om een heel koppel mee te geven aan de handelaar. Als er in een koppel varkens zitten die niet geschikt zijn voor de Duitse markt kunnen deze in Polen of Hongarije afgezet worden. De varkenshouder kan hierdoor zijn koppel beter verwaarden.
„In landen zoals Hongarije en Polen willen ze rijpere en vettere varkens\" zegt Oostrom. „Vet is in dat soort landen nog een weelde. Als de jus langs de kin loopt dan is het goed. Varkens verdwijnen in Polen vooral in de worst. De Polen exporteren de worsten naar Rusland. Duitsland wil kwaliteit. Een varken dat lichter of zwaarder is dan 94 kilo wordt niet afgenomen. „Het Piétrain varken gaat naar Duitsland en het Tempo varken gaat naar andere landen\" aldus Govers. In Polen en Hongarije zijn ze minder kritisch betreft het gewicht.
Volgens Van Oostrom kan Duitsland ook wel eens mindere kwaliteit varkens gebruiken. „Zij zijn net zoals Nederland een netto exporteerder. De Duitsers bedienen ook andere markten en kunnen daardoor ook andere varkens gebruiken.\" Handelaren merken dat de afnemers in Polen en Hongarije ook kritischer worden en meer eisen gaan stellen. Maar over het algemeen kunnen varkens die niet geschikt zijn voor de Nederlandse en Duitse markt nog steeds goed afgezet worden in Hongarije en Polen.
Slinkende varkensstapels
Negen jaar geleden, in 2000, was Italië nog een belangrijke afzetmarkt. Ruim 21 procent van de totaal uitgevoerde vleesvarkens ging naar Italië. Nu, anno 2009, is dat percentage gereduceerd tot iets minder dan 2 procent. Paul Westra van PVE veronderstelt dat de zelfvoorzienendheid hierin een rol speelt. Verder is er ook export vanuit Spanje. Dit ligt dichterbij waardoor de transportkosten lager zijn.
Sinds 2004 horen Hongarije en Polen tot de Europese Unie. Bij de toetreding kregen beide landen een pakket aan kwaliteitseisen cadeau. Veel kleine varkensbedrijven konden niet aan de eisen voldoen. Financiële middelen voor vernieuwing en uitbreiding ontbraken. Dit resulteerde in het sluiten van veel kleine bedrijven en een slinkende varkensstapel in beide landen.
Ook de huidige financiële crisis heeft geen positief effect gehad op de varkensstapel in de Oost-Europese land. Een andere kant van de medaille is de groei van de economie die ontstond na toetreding tot de EU. „Juist in landen met een opkomende economie neemt de vraag naar varkensvlees toe\", weet Oostrom.
Vernieuwing niet gestimuleerd
Het lijkt er op dat alle vleesvarkens die niet in Duitsland afgezet kunnen worden, naar bestemmingen verder weg geëxporteerd worden. Op dit moment heeft Nederland nog een voorsprong op landen zoals Polen en Hongarije. Voor de toetreding tot de Europese Unie werd uitbreiding en vernieuwing van de varkenssector in beide landen niet gestimuleerd. Nu Polen en Hongarije bij Europa horen, verandert dat. In beide landen is veel potentie en gaat de varkenshouderij groeien.
Govers ziet meer toenemende mogelijkheden in de export van slachtbiggen. Mogelijk is het financieel aantrekkelijker om de biggen zelf af te mesten. Hierbij speelt de voerprijs ook een belangrijke rol. Als deze omhoog gaan kunnen varkenshouders in Oost-Europa de interesse in biggen tijdelijk verliezen.
Ook Van Loo vraagt zich af of Oost-Europa wel een blijvende markt is. „Wij zorgen nu voor de infrastructuur in Oost-Europese landen. De sector is in die landen lekker aan het groeien. Ik zie die landen als een tussenmarkt. Als daar de varkensstapel verder groeit, neemt de vraag af.\" Welke landen dan interessant gaan worden, weet Van Loo niet. „Het moet ook niet te ver zijn, want dan rijzen de transportkosten de pan uit. Mogelijk moet onze varkensstapel dan krimpen. Dat is wat ze marktwerking noemen.\"
Tekst: Kitty Hovenkamp
Beeld: Susan Rexwinkel