Ideale werknemer gaat voor de varkenshouderij verloren
Volgens schattingen van de Vakgroep Varkenshouderij van LTO Nederland stopt tussen nu en het jaar 2013 een derde van alle varkenshouders. Dit betekent dat het aantal varkenshouderijbedrijven vermindert van zo’n 8.300 naar 5.500. De afname zal gepaard gaan met een forse schaalvergroting van de bedrijven die doorgaan. De werkgelegenheid op deze bedrijven zal groeien.
Die grotere arbeidsvraag lijkt een mooie kans voor de 2.800 ondernemers die de komende jaren hun bedrijf beëindigen. Een deel van hen zal na de bedrijfsbeëindiging elders aan de slag willen. In dienst treden bij een collega-varkenshouder lijkt een mogelijkheid om min of meer hetzelfde werk te blijven doen en vakkennis te blijven benutten.
Buiten de sector verder
Ondanks de kansen die worden geboden, lijken maar weinig stoppende varkenshouders er voor te kiezen om hun loopbaan te vervolgen als bedrijfsleider of medewerker in dienst van een collega-varkenshouder. Adrie Klaassen, ondernemerscoach in dienst van landbouworganisatie ZLTO: „De meeste varkenshouders die stoppen, gaan het liefst iets doen buiten de varkenshouderij.”
Klaassen constateert dat ex-varkenshouders in allerlei sectoren terecht komen. „Dat varieert van een baan in het constructiewerk tot een baan als kraanmachinist en van zzp’er in de bouw tot technisch specialist.” Ex-varkenshouders komen ook regelmatig terecht bij de bedrijfsverzorging, de zogenoemde AB-organisaties.
Bert de Lange, productmanager agro bij AB Oost in Almen (Gld.): „Ook bij ons zien we dat ex-varkenshouders bij diverse bedrijven terecht komen, maar bijna nooit in de primaire agrarische sector aan de slag gaan.”
Van ondernemer naar loondienst
Waarom ex-varkenshouders niet te porren zijn voor een baan in de varkenshouderij, is niet geheel duidelijk. De Lange vermoedt dat er sprake is van een soort psychische barrière. Ook Klaassen van ZLTO denkt in die richting. „Het is een grote verandering om van het vrije ondernemerschap over te stappen naar een loondienstbetrekking”, aldus ZLTO-er Klaassen.
De Lange van AB Oost oppert dat soms ook gezondheidsredenen een rol spelen. „Soms is dat juist de reden om te stoppen met het varkensbedrijf. Dan ligt het voor de hand dat je werk gaat zoeken in een andere richting.” Ondernemerscoach Klaassen constateert dat het jammer is dat veel kennis en ervaring uit de varkenshouderij verdwijnen door het gebrek aan belangstelling van ex-varkenshouders om in de sector te blijven werken.
„Misschien is ondernemerschap bij stoppende varkenshouders niet altijd hun sterkste kant. Vakmanschap en kennis zijn doorgaans wel aanwezig. Juist in een baan als medewerker of bedrijfsleider kunnen déze kwaliteiten goed tot hun recht komen.”
Liever geen ex-varkenshouder
Het beeld dat Klaassen schetst lijkt in de praktijk niet altijd op te gaan. Niet alleen zijn ex-varkenshouders huiverig om als werknemer op een varkenshouderijbedrijf aan de slag te gaan, het omgekeerde komt ook voor. Varkenshouders zitten niet altijd te wachten op een medewerker die een carrière als zelfstandig varkenshouder achter de rug heeft. Dat is de ervaring van Van den Belt. Hij begeleidde als netmentor van VarkensNET een netwerk van varkenshouders dat zich bezighield met ‘werken met personeel’.
„Meerdere varkenshouders binnen dat netwerk gaven aan dat ze liever iemand in dienst nemen die qua varkenshouderij geheel blanco is, dan een gestopte varkenshouder. Hun ervaring is dat mensen zonder varkensachtergrond zich het snelst aanpassen aan hun werksituatie. Veel vaardigheden die je als werknemer op een varkensbedrijf nodig hebt, zijn blijkbaar snel te leren”, aldus Van den Belt.
Van den Belt constateert dat varkenshouders het in de praktijk lastig vinden om met ex-varkenshouders een arbeidsbetrekking aan te gaan. „Wat daarbij meespeelt, is dat het vaak gaat om mensen die elkaar al kennen, in dezelfde regio wonen en deels hetzelfde sociale netwerk hebben. Daarnaast speelt leeftijd een rol. Stoppende varkenshouders zijn vaak een stuk ouder dan de huidige blijvers in de sector. De combinatie van factoren zorgt er voor dat er maar weinig succesvolle arbeidsverbanden tussen varkenshouders en ex-varkenshouders ontstaan.”
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: Susan Rexwinkel