John Lorist nieuwe voorzitter Pigture Group
Zes stellingen
John Lorist komt in een gespreid bedje.
Het assortiment zeugen en eindberen van de Pigture Group moet verder inkrimpen.
De Nederlandse markt zal krimpen, Pigture Group kan alleen groeien op de internationale markt.
Over vijf jaar scoren ondernemers van Topigs-varkens 30 gespeende biggen per zeug per jaar, en 1.000 gram groei per dag bij de vleesvarkens.
Maatschappelijke discussies vormen een belangrijk onderdeel van het beleid van de Pigture Group.
Pigture Group verdwijnt steeds meer uit boerenhanden.
John Lorist
„De Pigture Group staat goed op de kaart en beschikt met Topigs en Varkens K.I. Nederland over een paar prachtbedrijven. Van een gespreid bedje is geen sprake. Het financieel resultaat van Pigture Group was de afgelopen jaren onvoldoende. Daar werken we hard aan. Verder doen we zaken in een omgeving die sneller verandert dan ooit. Wereldwijd zal het aantal varkensfokkerijorganisaties snel minder worden. Verder krijgen we te maken met nieuwe technieken als genomics en het sexen van sperma.”
„Of het assortiment kleiner wordt, hangt sterk van de markt af. Ik zie het nog niet zo snel gebeuren. We werken wereldwijd en om verschillende markten goed te bedienen heb je verschillende producten nodig. Zelfs als je alleen naar de Nederlandse markt kijkt, zie je een flinke diversiteit. Wij willen klanten voorzien van de genetica die ze zich wensen.”
„Wat de Nederlandse markt betreft, verwacht ik geen krimp. Maar ook geen groei. Internationaal gezien is er voor de Pigture Group wel veel ruimte om te groeien. Op de wereldmarkt horen we tot de grotere spelers. Die grotere spelers hebben samen nog maar een zeer bescheiden marktaandeel. Dit geeft aan dat er veel groeipotentieel is. Groeien is ook noodzakelijk, omdat schaalgrootte in toenemende mate het bestaansrecht van een fokkerijorganisatie bepaalt. De pluimveefokkerij is daar al verder mee. Wij gaan ook die kant op.”
„In de vermeerderingssector zie je het aantal gespeende biggen per zeug met ongeveer een halve big per jaar toenemen. Als die trend zich doorzet, en ik verwacht van wel, dan komen we zeker op die 30 gespeende biggen per jaar. Er zijn al verschillende bedrijven die dit realiseren en dus laten zien dat het praktisch haalbaar is. Wij vinden het belangrijk om de productie op een verantwoorde wijze te verhogen. Balanced breeding noemen we dat. Dat betekent onder meer dat we veel aandacht schenken aan de vitaliteit van biggen en zeugen. Over die 1.000 gram groei bij de vleesvarkens ben ik minder uitgesproken. Groei is geen doel op zich. Het draait in de vleesvarkenshouderij om rendement. De voederconversie is een belangrijker kengetal dan de groei per dag. Verhogen van de groei is bovendien niet alleen een kwestie van fokkerij. Naast het varken spelen factoren als management, gezondheid, vakmanschap en bedrijfshygiëne een grote rol. Alleen als dat allemaal goed op elkaar is afgestemd, zijn uitmuntende resultaten mogelijk.”
„Als varkenshouders moeten we er nog een beetje aan wennen dat de maatschappij zich in toenemende mate met ons bemoeit. En dat geldt in zekere zin ook voor een coöperatie als Pigture Group. Toch is Pigture Group zich al jaren bewust van maatschappelijke belangen. Zo was Topigs één van de eersten die voldeden aan de Code-Efabar. Met deze code onderstrepen fokkerijorganisaties dat ze kiezen voor verantwoorde en duurzame fokkerij en dat ze een varken als één functionerend geheel zien. Dat wil zeggen dat we niet selecteren op één specifiek kenmerk, maar kiezen voor gebalanceerde fokkerij.”
„Ik zou niet weten waarom de Pigture Group in toenemend mate uit boerenhanden verdwijnt. Het is een organisatie van en voor boeren. Als nieuwe voorzitter, wil ik er alles aan doen om dat zo te houden. Uiteraard is het zaak om de leden nauw te betrekken bij de groeiende werkorganisatie. Dat Pigture Groep ooit leden krijgt in het buitenland, sluit ik niet uit. De discussie daarover komt er aan. Dat doet echter niets af aan het uitgangspunt dat de fokkerij in boerenhanden moet blijven.”
Piet Verhoeven
„John Lorist wordt voorzitter van een prachtige organisatie die staat als een huis, zeker in Nederland. Het bereiken van de wereldtop in de varkensfokkerij betekent echter dat er iedere dag topsport moet worden bedreven. ‘Een gespreid bedje’ is dan ook niet helemaal de juiste omschrijving. John Lorist krijgt met vele uitdagingen te maken zoals het verder uitbouwen van de coöperatie, onder meer door samen te werken met Duitse varkenshouders.”
„Het ligt in de aard van de Nederlandse varkenshouder dat hij zelf wil kiezen. En als je in aanmerking neemt dat Topigs vele buitenlandse markten bedient, dan denk ik dat we met drie eindberenlijnen en vijf zeugenlijnen een prima basis voor ons fokprogramma hebben. Natuurlijk is hier sprake van een voortdurende afweging en je moet constant alert zijn op marktontwikkelingen, voor de korte en de lange termijn. Ik sluit dan ook niet uit dat er in de toekomst een lijn verdwijnt. Maar het is ook niet onmogelijk dat er een lijn bij komt.”
„Krimp op de Nederlandse markt verwacht ik nauwelijks. Wel dat we internationaal enorm zullen groeien. Voor het oog is er wereldwijd al een behoorlijke consolidatie in de varkensfokkerij opgetreden. Als je goed kijkt, zie je dat de drie, vier grootste spelers samen nog niet meer dan 35 procent van de markt bedienen. Er zijn dus nog geweldige groeimogelijkheden.”
„Het genetisch potentieel maakt dit zeker mogelijk. Er is echter wel een verschil tussen de genetische potentie en de resultaten in de praktijk. We zien dat het de vermeerderaars beter lukt om de genetische mogelijkheden te benutten dan de vleesvarkenshouders. Ik denk dat er veel te winnen is door een betere afstemming tussen zeugenhouder en vleesvarkenshouder. Door het ontbreken daarvan blijft er nu nog te veel potentie onbenut. Voor de fokkerij zijn er mogelijkheden om het fokdoel beter te ‘finetunen’ door meer te gaan doen met gegevens die in de slachterij worden verzameld. Overigens lijkt het wel of de focus nu alleen op groei ligt. Vergeet vooral de voederconversie niet.”
„Bij fokkerij ben je heel erg met het dier zelf bezig en dat raakt de maatschappelijke discussie over eigenwaarde van dieren. Binnen Topigs en Varkens K.I. Nederland erkennen we dat. We hebben een aantal kernwaarden geformuleerd, waarvan duurzaamheid er één is. Kortom, voor ons is het niet meer dan logisch om maatschappelijke eisen in het fokdoel mee te nemen. Het is al lang geleden dat we hebben gekozen om de zelfredzaamheid van het dier voorop te stellen. Een groot deel van die maatschappelijke eisen pakt overigens economisch gezien niet verkeerd uit. Denk aan vitaliteitskenmerken, robuustheid, sterk beenwerk en het fokken van een storingsvrije zeug.”
„Hier ben ik het niet mee eens. Mocht dit in de toekomst bewaarheid worden, dan heb ik de verkeerde opvolger gehad. De nieuwe voorzitter heeft juist de opdracht gekregen om boeren de zeggenschap over de fokkerij te laten houden. John Lorist is iemand met strategische capaciteiten en een grote daadkracht. Dus ik vertrouw er op dat hem dit gaat lukken. Contact met de leden verloopt voor een belangrijk deel via ons product, het varken. Zowel de medewerkers van de Pigture Group als de leden, zijn dagelijks met die varkens in de weer. Daardoor ontstaan er korte lijnen en communiceer je sterk via het product.”
John Lorist
John Lorist (48) is varkenshouder in Hemelum (Fr.). Hij heeft daar een bedrijf met 500 zeugen en 2.200 opfokzeugen. Daarnaast houdt Lorist 4.000 vleesvarkens op vier vleesvarkensbedrijven. En tevens heeft Lorist met een compagnon een vleesvarkensbedrijf in Duitsland. Ook is hij mede-eigenaar van Frievar, een samenwerkingsverband van 12 varkenshouders.
Piet Verhoeven
Piet Verhoeven (62) was varkensfokker tot vijf jaar geleden. Sinds 1981 is Verhoeven docent op de HAS in’s Hertogenbosch. Verhoeven is ruim 30 jaar bestuurlijk actief in de varkensfokkerij. In 1990 werd Verhoeven voorzitter van Varkensverbetering Zuid, en bleef vervolgens voorzitter van de opvolgers van deze organisatie. Dit gebeurde ook toen in 2002 Pigture Group ontstond. Verhoeven neemt op 8 december afscheid als voorzitter van coöperatie Pigture Group.
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: John Claessens