Varkenshouders zijn te weinig kostprijsbewust
In de wereld buiten de varkenshouderij lijken ondernemers een veel duidelijker beeld te hebben van hun kostprijs. Vraag een willekeurige ondernemer in de industrie naar zijn kostprijs per product en hij kan die zo benoemen. Maar juist in de varkenshouderij, waar de marges klein zijn, de markt uiterst dynamisch is en kostprijzen heen en weer vliegen, zouden varkenshouders tot in detail hun bedrijfscijfers moeten kennen.
Actuele cijfers over de kostprijs hebben de meeste varkenshouders niet in hun hoofd en daarmee ontberen ze de mogelijkheid om hun bedrijf efficiënt te sturen. Men heeft veelal geen idee hoe de kostprijs te analyseren of te interpreteren. Men weet het ongeveer, maar met een schatting van de kostprijs kan de varkenshouders zijn bedrijf niet goed sturen.
Grote verschillen tussen varkenshouders
„In het algemeen kun je wel stellen dat van de agrarische sector de varkenshouders het meest bewust zijn van hun kostprijs door de kleine marges”, zegt Gé Backus, agrarisch econoom van het LEI. „Ze zijn gewend te tellen. Toch zie je onder varkenshouders grote verschillen in bewustzijn over de kostprijs. Ik schat dat slechts twintig tot dertig procent van de varkenshouders de kostprijs echt scherp in beeld heeft; die tot in finesse weten wat hun kostprijs is.
Van de overige varkenshouders zal er een deel tussen zitten dat op termijn zal stoppen en zich niet meer op de kostprijs, maar op de voerwinst richt. Een aanzienlijk deel zal door willen gaan. Zij moeten meer alert zijn op de kostprijs, omdat deze onder meer bepaalt hoeveel investeringsruimte en leencapaciteit ze hebben.”
Opvallend is dat met name de varkenshouders, die hun kostprijs scherp in beeld hebben, tot de groep goed presterende bedrijven horen. Veelal gaat het hier om varkenshouders die ook goede ondernemers zijn. Backus: „Een mooi bedrijf is geen garantie voor goede resultaten. Banken gaan daarom tegenwoordig niet uit van het onderpand, maar van de varkenshouders.”
Blijvers met grote bedrijven
De parallel van goed presterende bedrijven en kostprijsbewustzijn wordt niet alleen door Backus gezien, maar ook geconstateerd door de verschillende adviseurs van accountancy- en adviesbureaus. „Het grootste gedeelte van de varkenshouders weet zijn kostprijs niet”, vertelt Accon avm adviseur Patrick Janssen, die met dezelfde geschatte percentages als De LEI-deskundige komt.
„Maar degenen die het wel weten, zijn vooral de blijvers met de grote bedrijven. Ze zijn bewust van hun kostprijs en sturen hier zoveel mogelijk op.” Adviseur Joan Jansen van de Gibo Groep schat dat het percentage boeren, dat wel kostprijsbewust is, in zijn regio wat hoger ligt. Gibo onderkent de noodzaak om de kostprijs scherp in beeld te krijgen en heeft dit onderwerp tot speerpunt voor het komende jaar gemaakt.
„De bedrijven die hun kostprijs kennen, doen het gewoon beter. Dat heeft met echt ondernemerschap te maken. Goed draaien, betekent niet alleen een hoge productie en de stal op orde hebben, maar ook dat de administratie op orde is en dat men de cijfers kent. Varkenshouders moeten echt meer kostprijsbewust zijn.”
Overstappen op ander systeem
„Ze kunnen juist op dat cijfer hun bedrijf sturen. Ze kunnen hun energierekening bekijken. Als deze hoog is, kan er iets met de CV of ventilatie zijn. Dierenartskosten kunnen duiden op een sluimerende ziekte. Met de arbeidskosten kun je bekijken of je medewerkers goed inzet. Maar via de kostprijs kan je ook bepalen of het bedrijfsmanagementsysteem goed werkt of dat je over moet stappen op een ander systeem.”
„Zeker als je de kostprijs ten opzichte van een referentiekostprijs gebruikt, kan een varkenshouder zien of hij efficiënt werkt. Als hij de kostprijs kent, weet hij ook waar de meeste winst te behalen is door eerst te focussen op de grootste besparingen.”
Tal van verbeterpunten
Hoe groot de winst is, die een varkenshouder kan behalen via de kostprijs, valt volgens Joan Jansen moeilijk te bepalen en is per bedrijf verschillend, maar het kan naar zijn ervaring zomaar drie cent per kg geslacht gewicht of één euro per big opleveren. Joan Jansen: „Tot nu toe blijkt dat bij elk bedrijf waar wij komen, dat de kostprijs niet goed in beeld heeft, na een analyse en interpretatie de kostprijs lager wordt.”
Patrick Janssen: „De winst die varkenshouders op de kostprijs kunnen behalen, wordt teveel onderschat. Op een bedrijf zijn tal van verbeterpunten en door met varkenshouders de cijfers te analyseren en te interpreteren, trek je ze mee om die verbeterpunten te laten zien.”
„De top-25 bedrijven”, zegt Backus, „zijn continu bezig om verbeterpunten aan te brengen op hun kostprijs. Ze hebben een leerbereidheid en hebben zelfkritiek. Ze zijn ‘the devil in the detail’ ofwel: ze leggen de nadruk op elk detail.”
Nieuwe regels dierenwelzijn
De deskundigen zijn verontrust dat zo weinig varkenshouders hun kostprijs kennen. De sector staat aan de vooravond van grote veranderingen, want in 2013 moeten alle bedrijven aan de nieuwe regels van milieu en dierwelzijn voldoen. Dat vraagt grote investeringen en als de varkenshouder zijn kostprijs niet kent, weet hij ook niet of dergelijk investeringen kunnen of verstandig zijn.
„Bedrijven kunnen er nu doorheen gerold zijn”, legt Patrick Janssen uit, „en ze zullen denken dat alles goed is, omdat hun rekening-courant er goed uit ziet, maar de meeste varkenshouders moeten voor april dit jaar hun plannen indienen voor 2013. Men kan een berekening maken waarbij de ammoniak en het aantal dieren kloppen, maar klopt het nog steeds na een echte financiële berekening gebaseerd op de kostprijs?”
„Zonder een duidelijk beeld van de kostprijs kan men geen goede plannen indienen. Het wordt daarom tijd dat de varkenshouder met de neus op de feiten wordt gedrukt en dat hij met de kostprijs in beeld zich afvraagt waar hij staat en of hij daadwerkelijk kan uitbreiden. Een varkenshouder kan nu een goede kostprijs hebben, maar heeft hij nog steeds een goede kostprijs na de forse investeringen? Hij moet zich daar echt bewust van zijn. Onlangs sprak ik nog met een varkenshouder, waarvan de architect een prachtig plan had gemaakt, maar uit zijn cijfers bleek dat dit financieel totaal niet haalbaar en realistisch was.”
Toekomstperspectief bepalen
Backus: „De conclusie om straks door te gaan, moet onder meer op de kostprijs zijn gebaseerd. En als het niet mogelijk is om te investeren, dan kan de varkenshouder daar beter nu achter komen dan over vijf jaar. Wees alert. De varkenshouder moet nu die confrontatie met zichzelf aangaan en nagaan welke mogelijkheden er voor hem zijn. Dat kan beteken dat hij bijvoorbeeld moet samenwerken met andere varkenshouders in de aankoop of afzet. Vele kleintjes maken één grote.”
Joan Jansen: „Met de kostprijs kan de varkenshouder zijn toekomstperspectief bepalen en zien of zijn bedrijf nog bestaansrecht heeft. Dan moeten de kostprijscijfers wel betrouwbaar zijn en daar ontbreekt het aan. Veel bedrijven hanteren verschillende kostprijsberekeningen en vergelijkingen onder elkaar zijn vaak moeilijk te maken.”
Kostprijs big en vleesvarken dalen
De berekende kostprijs van een big bedraagt volgens het Landelijk Biggenprijzenschema van januari 2010 49,10 euro. De kostprijs per kg varkensvlees bedraagt 1,54 euro. In vergelijking met vorig jaar is de kostprijs daarmee gedaald. In juli 2009 bedroeg deze nog 50,09 euro per big en 1,59 euro per kg vlees. In januari 2009 waren deze cijfers nog 52,68 euro en 1,67 euro.
Volgens Gé Backus van het LEI is de daling vooral het gevolg van de lagere grondstofprijzen van voer. „Op de langere termijn zie ik wel een stijging van de kostprijs doordat de druk op de markt toeneemt vanwege de toenemende vraag naar Feed, Fuel en Food.”