Vergunningsprocedure struikelblok voor 2013
„Aan de datum van 1 april valt niet meer te tornen”. Herman Litjens, senior specialist Ruimtelijke Ontwikkeling en Milieu bij ZLTO, is helder over de deadline voor het indienen van het bedrijfsontwikkelplan. „Varkenshouders die niets inleveren voldoen niet meer aan het Besluit Huisvesting. Zij moeten met terugwerkende kracht aan het ammoniakbeleid van 1 januari 2010 voldoen. Ik weet niet hoe de gemeente, als gezaghebbende instantie, het beleid gaat handhaven.”
„Ik weet wel dat het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) afspraken heeft gemaakt met het Ministerie van Justitie. Ik adviseer de varkenshouder om met de huidige, beschikbare kennis het plan van aanpak in te leveren. Ook 30 en 31 maart zal er nog veel onduidelijkheid zijn. Wat de overheid na 1 april beslist ligt buiten het waarnemingsvermogen van de varkenshouder.”
Grote politieke verdeeldheid
Waar de ZLTO de varkenshouder dringend adviseert om vóór 1 april het bedrijfsontwikkelplan in te dienen, is de verdeeldheid in politiek Den Haag groot. Bij monde van Tweede Kamerlid Ger Koopmans stelt het CDA dat het noodzaak is om vóór de gestelde datum het plan in te dienen. De Europese Richtlijn is immers al per 1 januari 2010 ingegaan. „De Nederlandse regering heeft weliswaar gedoogbeleid ontwikkeld, maar het is al een keer uitgesteld. Langer wachten is nu echt niet meer mogelijk.”
De VVD is een andere mening toegedaan. „Vasthouden aan de datum van 1 april heeft veel te grote gevolgen voor de sector”, meent VVD-Tweede Kamerlid Janneke Snijder. Ze ergert zich aan de onduidelijke houding vanuit Den Haag. „De voortslepende discussie over het bedrijfsontwikkelplan en de investeringen waartoe varkenshouders zich gedwongen zien moeten van tafel.”
„Als ik, in het kader van de verkiezingscampagne, op werkbezoek ben, valt me iedere keer weer op hoezeer het plan de varkenshouderij treft. Voor veel geld moet de ondernemer een bedrijfsplan maken, dat hij mogelijk niet kan uitvoeren. Er is nog veel te veel onzeker. Als het bedrijfsontwikkelplan controversieel wordt verklaard, dan ook de datum van 1 april. Juridisch is die datum niet heel hard. Het gaat om gedoogbeleid dat te verlengen is.”
Onder gedoogbeleid drie mogelijkheden
Het ministerie van VROM is eindverantwoordelijk voor de ammoniakdoelstellingen. Het stelt dat varkenshouders die vóór 1 april het bedrijfsontwikkelplan inleveren, tot 2013 onder het gedoogbeleid van de ammoniakeisen in de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Besluit Huisvesting vallen. Zij die niets inleveren, stemmen niet met het gedoogbeleid in. De varkenshouder die onder het gedoogbeleid valt, heeft de keuze uit drie mogelijkheden. De gemeente is belast met de handhaving van de gestelde termijnen. VROM stuurt binnenkort een leidraad voor het handhavingsbeleid naar de gemeenten.
Navraag bij de ZLTO-adviseurs leert dat de intensieve veehouderij er wel mee bezig is, maar dat er concreet nog niet veel actieplannen naar de gemeenten gestuurd zijn. Een kwalijke zaak, vindt Fred Stouthart. Hij is voor alle gemeenten het landelijk aanspreekpunt bij het Besluit Huisvesting. „De sector had meer moeite moeten doen de varkenshouder bewust te maken van de noodzaak het plan tijdig in te dienen.”
„Een middag met de adviseur om de tafel om alles op papier te zetten, is in de meeste gevallen al voldoende. Of de sector te zwaar tilt aan het plan? Ik vind van wel. De insteek van het Actieplan Ammoniak is om formeel vast te leggen of de varkenshouder aan het gedoogbeleid mee doet. In de tweede plaats moet het voor hem een aanzet zijn om te beginnen met plannen maken. Het plan van aanpak is absoluut niet bindend.”
Bouwblokvergroting is risico
Bij het indienen van de vergunningaanvraag wordt het volgens Stouthart pas definitief. „Bij de vergunningverlening wordt het bedrijfsontwikkelplan er echt niet op nageslagen om te zien of alles wel klopt. Wel adviseer ik om bij opstellen van het plan van aanpak op veilig te spelen. Houd het simpel en focus je op het ammoniakgedeelte.”
„Ik heb adviezen gehoord over het opnemen van meerdere scenario’s in het plan. Ik raad het af. Houd het bij één scenario. Verder beveel ik aan om uitbreidingsplannen zoveel mogelijk te parkeren. Bij uitbreiding moet je in het plan ook beschrijven hoe je aan de geluids- en geurnormen wilt voldoen”
„Ook een bouwblokvergroting betekent een vergroot risico. Als de vergunningaanvraag vastloopt, bestaat het risico dat het Actieplan Ammoniak wordt afgekeurd. Ook bedrijven in de nabijheid van een Natura 2000-gebied doen er verstandig aan uitbreidingsplannen in de wacht te zetten.”
Intern of extern salderen
ZLTO-man Litjens schat dat 70 tot 80 procent van de bedrijven in zandgebieden te maken heeft met Natura 2000. „Op basis van de bestaande jurisprudentie is de varkenshouder bij iedere aanpassing, ook al is het binnen het ammoniakplafond, vergunningplichtig. Ook ongeacht hoe lang de ondernemer er gevestigd is, moet de bestaande situatie bij de vergunningverlening worden betrokken.”
Mocht de Eerste Kamer de Crisis- en Herstelwet aannemen, dan geldt een uitgangsdatum van 7 december 2004; met de mogelijkheid om intern of extern te salderen. Deze (mogelijke) wetswijziging maakt het verder mogelijk om uit te breiden binnen het eigen depositieplafond zonder dat een natuurbeschermingswetvergunning noodzakelijk is. Nieuw gebouwde varkensstallen die te maken hebben met Natura 2000 moeten in Brabant en Limburg standaard aan een ammoniakreductie van 85 procent voldoen. Bestaande stallen moeten uiterlijk 2028 aan deze normen voldoen.
De val van het kabinet maakt volgens Litjens alles onzeker. „Den Haag beslist later deze maand over de Crisis- en Herstelwet. Het is inmiddels duidelijk dat de wet door de Eerste Kamer wordt behandeld. Mede door een grote lobby van LTO Nederland heb ik goede hoop dat de Eerste Kamer de Crisis- en Herstelwet goedkeurt. Een belangrijke basis is daarmee gelegd om de vergunninglening in Natura 2000 gebieden weer op gang te krijgen.”
LEI- en DLV-rapport
Naast de onzekerheid rond Natura 2000 zorgt de val van het kabinet voor meer besluiteloosheid rond het Actieplan Ammoniak. Gerelateerde onderwerpen als het Varkensbesluit en de dierrechten komen waarschijnlijk pas in de volgende kabinetsperiode in behandeling. Bij een groter dieroppervlak neemt het besmeurde mestoppervlak per varken toe. Het gevolg is een hogere emissienorm per dier. Voor het Actieplan is daarom de oppervlaktenorm in het Varkensbesluit van belang.
Litjens voorspelt dat voor mogelijke veranderingen in het Varkensbesluit veel afhangt van het LEI- en DLV-rapport dat de Tweede Kamer later deze maand behandelt. „De samenstellers van het rapport hebben berekend wat de financiële gevolgen van 2013 zijn voor de sector. Ook de discussie over dierrechten is volgens de specialist Ruimtelijke Ordening nog niet afgesloten.
„Van varkenshouders die in 2016 stoppen, worden hun ingeleverde dierrechten vanaf 2013 geschorst. Hij mag ze dus niet meer gebruiken en krijgt er ook geen geld voor. Ons voorstel richting de politiek is dat deze groep varkenshouders door eenvoudige maatregelen te nemen door mag gaan tot 2020.”
IPPC-bedrijven in wording
De politiek moet ook vóór 1 oktober 2010 bekend maken of het toekomstige Besluit landbouwactiviteiten uiterlijk 1 april 2011 inwerking treedt. Met het Besluit landbouwactiviteiten hoeven de bedrijven die niet uitbreiden tot boven de IPPC-grens (vanaf 750 zeugen en/of 2.000 vleesvarkens) geen milieuvergunning aan te vragen. Deze bedrijven moeten voor 1 april 2011 een ontwerpmelding indienen. Een enorme lastenverlichting volgens Fred Stouthart. „Voor deze bedrijven volstaat een melding. De milieuvergunningverlening kan achterwege blijven.”
Bedrijven die door middel van intern salderen een bedrijfsuitbreiding plannen en daardoor als IPPC-bedrijf aangeduid worden, moeten vóór 1 juli hun vergunningaanvraag bij de gemeente indienen. „Wij concentreren ons op deze groep. Een groep die waarschijnlijk nog veel toekomst als varkenshouder in Nederland heeft. Ik verwacht ingewikkelde procedures. Zeker bij bedrijven waar het bestemmingsplan verandert of die in aanraking komen met Natura 2000. Denk ook nog eens aan de geur- en geluidsnormen waaraan ze moeten voldoen.”
Om ellenlange vergunningprocedures te voorkomen heeft minister Jacqueline Cramer van VROM gesteld dat bedrijven geen plannen mogen indienen, waarvoor een Milieueffectrapport (vanaf 900 zeugen en/of 3.000 vleesvarkens) nodig is. De meeste van deze bedrijven vallen echter al onder de IPPC-richtlijn. Bestaande IPPC-bedrijven moeten al sinds 1 januari 2007 aan het Besluit Huisvesting voldoen.
Richtlijnen voor gemeenten
Om de uiterlijke streefdatum van 1 januari 2013 te halen, heeft VROM richtlijnen voor gemeenten opgesteld. Gemeenten moeten binnen vier weken na aanvraag laten weten of ze meewerken aan bouwblokuitbreiding. De richtlijn is dat binnen een termijn van 26 weken na aanvraag vergunningsprocedure moet zijn afgerond.
Mogelijk dat de invoering van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) verlichting geeft. De WABO is een integratie van de bouw- en milieuvergunning met als nieuwe naam: Omgevingsvergunning. Deze vergunning moet de regeldruk vereenvoudigen, voor zowel overheid als ondernemer. De nieuwe wet wordt in de loop van het jaar van kracht.
Als heikel punt bij vergunningprocedures haalt Herman Litjens het Megastallen-debat in Brabant aan. „De provincie heeft geen zeggenschap over de handel in varkensrechten tussen concentratie- en niet-concentratiegebieden. Het Ruimtelijke Ordeningsbeleid is evenwel een provinciale aangelegenheid. Naar aanleiding van het burgerinitiatief Megastallen-Nee, waar Provinciale Staten van Noord-Brabant 19 maart over besluiten, bestaat de mogelijkheid dat de randvoorwaarden in het bestemmingsplan voor de varkenshouderij worden aangescherpt.”
Varkenshouder niet machteloos
Bij overmacht komt de gestelde termijn van 26 weken waarin gemeenten de vergunningprocedure moeten afronden, te vervallen. Extreme weersomstandigheden of het failliet gaan van een toeleverancier gelden als excuus. Ook wanneer derde partijen bezwaar aantekenen, is de termijn van 26 weken flexibel. Is het laatste het geval, dan is de varkenshouder zeker niet machteloos.
Litjens: „Ga na het indienen van het bedrijfsontwikkelplan bij je buren langs. Vertel ze wat je plannen zijn en wat die voor hen inhouden. Geef ruimte voor inspraak. Kom ze tegemoet bij bijvoorbeeld het verleggen van het emissiepunt. Pas je stallen zoveel mogelijk in het landschap in. Als je niets doet, krijg je zeker bezwaren.” Het onderhouden van goede contacten met de buurt en de overheid is volgens de specialist Ruimtelijke Ordening een onmisbare factor om in 2013 aan te voldoen bij bedrijfsuitbreiding.
„Sentiment speelt een belangrijke rol in beslissingen op lokaal niveau. De geur- en geluidsnormen bijvoorbeeld zijn specifiek opgesteld door de gemeenten. Zorg daarom voor een goede start door alles tijdig in te dienen en onderhoud een goed contact met de gemeente. Dit betaalt zich uit. Je moet er als ondernemer alles aan hebben gedaan om je plannen te realiseren.”
NEC-plafond 128 kiloton
De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Besluit Huisvesting moet ervoor zorgen dat Nederland aan de Europese richtlijn van het Nationaal Emissieplafond (National Emission Ceiling, NEC-plafond) voldoet. Brussel verplichtNederlandom in 2013 een maximale ammoniakuitstoot van 128 kiloton te realiseren. Voor de varkenshouderij levert dit de volgende maximale emissiewaarden per dierplaats op: biggen (0,23 kg), kraamzeugen (2,9 kg), guste dragende zeugen (2,6 kg) en vleesvarkens (1,4 kg).
Keuze uit drie opties
Varkenshouders die voldoen aan het Besluit Huisvesting – met uitzondering van diegenen van wie de bouwvergunning nog ontbreekt – vallen onder categorie A. De grootste groep valt onder het gedoogbeleid (categorie B en C). Deze groep (ongeveer 4.100 varkenshouders) heeft de keuze uit drie opties: intern salderen, doorgaan tot 2016 of stoppen.
Nieuwe technische maatregelen
Het ministerie van VROM erkent de balansbal en het voeradditief Vevovitall officieel als ammoniakreducerende technieken. In samenhang zorgen beide technieken voor een reductie van minimaal 40 procent. Ze vallen onder de categorie ‘kleine technische maatregelen’. De verwachting is dat VROM de komende jaren nog meer technische maatregelen erkent.
Het Deense bedrijf Infarming bijvoorbeeld heeft een mestaanzuursysteem (Smellfighter) ontwikkeld. Dit systeem kent een volledig geautomatiseerde aanzuringsprocedure met zwavelzuur, met beluchting. Het systeem reduceert de ammoniak met 25 à 30 procent. De installatiekosten bedragen rond de 10.000 euro; exclusief de prijs van zwavelzuur.
Installatiebedrijf Klein Gunnewiek uit Mariënvelde (Gld.) heeft een biologisch luchtwassysteem voor onder de ventilatiekoker ontworpen. Het systeem, de luchtwassercompact, zit nog in de proefstalaanvraag bij Wageningen Universiteit. Uit eerste berekeningen van Martin Klein Gunnewiek zelf blijkt de luchtwasser een ammoniakreductie van 72 procent te realiseren. Over geur en fijnstof zijn nog geen gegevens bekend.
De luchtwassercompact is een techniek waarbij de uitgezogen stallucht zich eerst door een filterbed met koud nevelwater beweegt, gevolgd door een druipprincipe. Het filter wordt constant bevochtigd. Het overtollige water wordt afgevoerd, zodat de kast onder de koker niet gaat lekken. Een ‘rondpompsysteem’ pompt het water continu rond. In het centrale koudwaterreservoir wordt het water weer gekoeld en vervolgens hergebruikt.
De technici hebben voor koelwater gekozen, omdat de wateroplosbaarheid van ammoniak bij een temperatuur van 1 graad Celsius aanzienlijk groter blijkt te zijn dan bij hogere temperaturen. Vervuild water gaat naar een opslagtank. Klein Gunnewiek schat de kosten per luchtwasser tussen de 3.000 en 3.500 euro.
Of het ministerie van VROM het mestaanzuur- en biologisch luchtwassysteem goedkeurt, is nog onzeker. De controle en handhaafbaarheid van beide systemen zijn het grootste obstakel bij de goedkeuring als erkende technische maatregel.
Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ellen Meinen