CDA: ‘Beleid kunstmestvervangers versnellen’
Donderdag 25 maart debatteert de Tweede Kamer, ondanks de val van het kabinet, over het mestbeleid. In tegenstelling tot het ammoniakbeleid is dit onderwerp niet controversieel verklaard. Als de Kamer veranderingen wenst, moeten die vóór 1 juli geregeld zijn. Er zijn twee ministeries bij betrokken, die van LNV en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Dat maakt het dossier extra ingewikkeld.
Boetes van paar honderd euro
Aan de orde is onder meer de wetgeving over bestuurlijke boetes. Duizenden ondernemers moeten over het jaar 2009 een paar honderd euro boete betalen, omdat ze regels hebben overtreden. In sommige gevallen zijn de bedragen nog veel hoger. De proportionaliteit is zoek, vindt een meerderheid in de Tweede Kamer. Oplichters verdienen strenge straffen, onwetendheid en nalatigheid veel minder dan nu het geval is.
Een overtreding in de categorie ‘niet tijdig administreren’ levert een lagere boete op dan een overtreding in de categorie ‘niet naar waarheid administreren’. De SP vreest dat de versoepeling van de wetshandhaving tot meer milieuschade zal leiden. Het CDA bepleit efficiëntie in de afhandeling en vraagt zich af hoe het vaststellen en opleggen van de boetes precies in zijn werk gaat. Dienst Regelingen controleert de mestboekhouding, maar legt geen bestuurlijke boetes op.
Meetdiepte nitraat
CDA’er Ger Koopmans vraagt opheldering aan demissionair minister Gerda Verburg over waarom de uitvoering van zijn amendement over de meetdiepte van nitraat zo lang op zich laat wachten. „Progressieve partijen laten geen gelegenheid onbenut om de normen verder aan te scherpen en zo de veehouderij te beknotten, mijn partij laat geen mogelijkheid onbenut om de normen te verruimen.”
„Ik heb met succes een amendement ingediend, waarmee de wet moet worden gewijzigd. Niet alleen ondiep in de bovenste bodemlaag meten, ook op vijf meter. Wetenschappelijk verantwoord. Brussel keurt het goed. De minister talmt met het uitvoeren van de wetswijziging. Beslissingen schuift ze vooruit naar het Vierde Actieplan Nitraat.”
Koopmans hoopt met het wijzigen van de meetdiepte de plaatsingsruimte wezenlijk te vergroten. Daar waar het milieutechnisch verantwoord is. Tegen de invoering van de flexibele fosfaatnorm (een lagere norm bij een hogere fosfaattoestand van de bodem, red.) maakt hij geen bezwaar. Dat heeft de plaatsingsruimte volgens hem nauwelijks verkleind. Ook in de toekomst zal door de gewijzigde systematiek de plaatsingsruimte niet wijzigen. Door verdere aanscherping van de normen wel. Tot 2013 staan deze vast.
Geen bewijzen fosfortekort
De specialist van de CDA-fractie vindt dat de verbeteringen die de sector al heeft gerealiseerd meer aandacht moeten krijgen in het politieke debat. „Op de Noord-Limburgse zandgrond is het nitraatgehalte in het grondwater van 80 naar 50 milligram per liter gezakt. En het zakt nog verder. Verdere aanscherping van de stikstof-en fosfaatnormen is niet nodig.”
Koopmans vestigt zijn hoop op het begrip ‘bodemweerbaarheid’. De Europese Nitraatrichtlijn hanteert die term. Het betekent dat de vruchtbaarheid van de grond ook een aspect is dat moet worden meegenomen bij de vaststelling van de hoogte van de normen. „De bodemvruchtbaarheid komt langzamerhand in het geding. Er zijn signalen van fosfaattekorten, zowel bij de teelt van gewassen als in de veevoeding.”
SGP’er Bas van der Vlies stelde de minister dit voorjaar vragen over dit onderwerp. Een dierenartspraktijk in Nijkerk (Gld.) vermoedt fosfortekort bij droogstaande koeien die weinig krachtvoer en veel schraal ruwvoer vreten, waardoor er na afkalven meer baarmoederontsteking optreedt. Bewijzen heeft de praktijk hier echter niet voor.
Gebruiksnorm dierlijke mest
Het CDA legt zich neer bij de gebruiksnorm voor dierlijke mest. Vanwege deze norm mag in fosfaatarme akkerbouwgebieden geen reparatiebemesting met organische mest worden uitgevoerd. Bijbemesten is alleen toegestaan met kunstmest. Koopmans: „Melkveehouders hebben nog de meeste moeite met deze norm. Zij moeten betalen voor de afzet van dierlijke mest en vervolgens kunstmest bijkopen. Knettergek, om zo te zeggen.”
„Maar ik zie geen mogelijkheden om dit in Brussel gewijzigd te krijgen. De Europese rechter heeft de MINAS- boekhouding verboden. Gelukkig maakt de melkveehouderij nu massaal gebruik van de bedrijfsspecifieke excretienorm (BEX). Die is op hetzelfde principe gebaseerd.” De CDA’er verwacht in Brussel wel gehoor te vinden als het gaat over kunstmestvervangers. „Brusselse ambtenaren hebben in 2009 de Nederlandse aanpak met betrekking tot digestaat en andere vormen van kunstmestvervangers goed bestudeerd.”
„Nu is het zaak meer tempo te maken. Minister Verburg moet meer bedrijven de mogelijkheid bieden mee te doen aan pilot-projecten. Dat is van groot belang, want aan de export van mest naar het buitenland kleven risico’s. Ik zie liever dat de mest in Nederland blijft.”
Verlenging dierrechten
Progressieve partijen doen er alles aan om uitbreiding van de intensieve veehouderij te voorkomen. Blind stemmen ze tegen elke motie die mogelijk meer ruimte biedt voor mest. Zo analyseert Koopmans de politieke verhoudingen. „Neem de motie voor het gebruik van Betacal, van mij en collega Snijder van de VVD. In eerste instantie stemden de progressieve partijen tegen. Pas toen ze er echt kennis van namen, begrepen ze dat ze er onmogelijk tegen konden stemmen. Het gebruik van bodemverbeteraars bevordert de bodemvruchtbaarheid, de kringloop en het vermindert de uitspoeling en emissie.”
Nog een voorbeeld: kamerlid Polderman (SP) diende een motie in, waarin hij minister Verburg vraagt onderzoek te doen naar de gevolgen van de afschaffing van de dierrechten. Niet om economische redenen, oordeelt Koopmans, maar juist om argumenten voor inkrimping van de veestapel te vinden. „Laat ik duidelijk zijn, ook het CDA wil de dierrechten in 2015 niet afschaffen, zoals tot nu toe het officiële voornemen is. We willen verlengen.”