Creëer eenvoudig meer ruimte per vleesvarken
Ze vinden dat de concurrentiepositie van de Nederlandse varkenshouderijsector op het spel komt te staan als Nederland per 2013 vrijwel als enige EU-lidstaat de oppervlaktenormen voor vleesvarkens fors opschroeft. Die verruiming van de oppervlaktenormen hakt er flink in voor de meeste varkenshouders. Vleesvarkenshouders met oude stallen (niet verbouwd na 1 november 1998) hebben nu nog te maken met een oppervlaktenorm van 0,7 vierkante meter per vleesvarken van 85 tot 110 kg.
Voor jongere stallen is de norm nu 0,8 vierkante meter per vleesvarken van 85 tot 110 kg. De nieuwe norm betekent een verruiming van de minimale oppervlakte voor zwaardere varkens van respectievelijk 43 en 25 procent. Voldoen aan de nieuwe normen door per hok minder varkens op te leggen, betekent een fikse verhoging van de kostprijs. Er zijn ook alternatieven die het mogelijk maken om min of meer hetzelfde aantal vleesvarkens te blijven houden in de bestaande stalruimte.
Kritisch kijken naar verplaatsingsmoment
„Het is verstandig om daar nu al over na te denken”, zegtAnita Hoofs, onderzoeker bij Praktijkcentrum Sterksel. Hoofs heeft de afgelopen jaren de nodige ideeën over het beter benutten van stalruimte de revue zien passeren. Volgens Hoofs is de aanstaande verruiming van oppervlaktenormen een goede gelegenheid om in de hele sector eens kritisch te kijken naar verplaatsingsmomenten van varkens.
„Nu is het gebruikelijk om een vleesvarken te verplaatsen bij het spenen, op een gewicht van 23 kg, en bij afvoer naar de slachterij. Die verplaatsingsmomenten zijn al tientallen jaren hetzelfde. Misschien zijn andere verplaatsingsmomenten voor de hedendaagse varkenshouderij wel geschikter.” „Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan het poliklinisch laten werpen van de zeugen en het daarna verplaatsen naar een zoog-opfokhok waar de biggen blijven tot ze een gewicht van 40 tot 50 kg hebben.”
„Daarna verplaats je ze naar de vleesvarkensstal en heb je met de nieuwe oppervlaktenormen minder problemen. Ook het huisvesten van jonge vleesvarkens in een opfokstal waar ze kunnen blijven tot een gewicht van 30 tot 60 kg zou een optie kunnen zijn”, aldus Hoofs.
Plateaus creëren meer ruimte
Een bruikbaar alternatief om vleesvarkens meer oppervlakte te bieden, is het plaatsen van plateaus in de hokken. Praktijkcentrum Sterksel heeft het werken met plateaus bij vleesvarkens uitgebreid onderzocht. Met het installeren van een plateau creëer je als het ware twee verdiepingen in een hok en daarmee voor de varkens meer leefruimte. Uit het onderzoek van het praktijkcentrum blijkt dat vleesvarkens goed gebruik maken van een plateau als extra leefruimte.
Er zijn wel arbeidstechnische nadelen. Het overzicht in de afdeling wordt minder en veterinaire handelingen, zoals een varken een spuitje geven, zijn lastiger uitvoerbaar. Ook schoonspuiten van de afdeling is lastiger en kost meer tijd. De arbeidstechnische nadelen van plateaus vervallen deels door gebruik te maken van opklapbare plateaus.
Met opklapbare plateaus is het gebruik ervan uit te stellen tot de varkens een ongeveer 70 kg wegen. Tot dat moment zijn controles en behandelingen goed uit te voeren. Investeren in plateaus is relatief goedkoop. Praktijkcentrum Sterksel schat de kosten voor praktijkbedrijven op zo’n € 50 per vleesvarkenplaats.
Dubbel opleggen
Kiezen voor het dubbel opleggen van biggen kan ook een tactiek zijn om de stalruimte goed te blijven benutten. Dubbel opleggen betekent wel dat op enig moment, als de varkens ongeveer 50 kg wegen, de helft moet worden verplaatst naar een andere afdeling.
„Verplaatsen betekent altijd een dag groeistilstand”, aldus Hoofs. Een ander aandachtspunt bij dubbel opleggen is dat de vermeerderaar de gespeende biggen ook in grotere groepen houdt, want het is niet toegestaan om op het vleesvarkensbedrijf groepen biggen samen te voegen.
Ook kiezen voor eerder afleveren van een deel van de varkens is een mogelijkheid. Een vuistregel is afleveren van de 20 procent zwaarste varkens als deze een levend gewicht van 85 kg hebben bereikt.
Grote groepen
Overstappen op het houden van vleesvarkens in grote groepen, kan ook bijdragen aan een efficiënt ruimtegebruik. Bovendien mag bij groepen van meer dan 40 dieren een 10 procent soepeler oppervlaktenorm worden gehanteerd; dus 0,9 vierkante meter in plaats van 1,0 vierkante meter bij zware vleesvarkens. Bij ombouw van een traditionele vleesvarkensafdeling naar huisvesting van een grote groep vervalt meestal de controlegang. Dat levert extra hokruimte op.
Voor- en afmestafdelingen
Vooral bij nieuwbouw zou het wel weer eens interessant kunnen worden om te kiezen voor het werken met voor- en afmestafdelingen. Tientallen jaren geleden was dat ook heel gebruikelijk in de vleesvarkenshouderij. „Met die situatie van vroeger moet je het niet vergelijken”, vindt Evert van Veenschoten, voorlichter varkenshouderij bij voerleverancier Rijnvallei.
Van Veenschoten ontwikkelde een modern doorschuifsysteem waarbij vleesvarkens na zes weken in een voormestafdeling met een oppervlakte van 0,6 vierkante meter per varken, doorschuiven naar een afmestafdeling waar ze 12 weken blijven. „Belangrijk is dat voor- en afmestafdeling, los van de oppervlakte per varken, volledig identiek zijn”, stelt Van Veenschoten.
„Zowel qua hokindeling, groepssamenstelling, voersysteem en afdelingsklimaat, verandert er voor de varkens niets als ze naar de afmestafdeling verhuizen. Daardoor zorgt een verplaatsing vrijwel niet voor groeistilstand.” Van Veenschoten meldt dat diverse vleesvarkenshouders in zijn werkgebied plannen maken voor de bouw van nieuwe vleesvarkensstallen met voor- en afmestafdelingen.
„Dat doen ze onder meer omdat banken graag een begroting zien waarmee varkenshouders ook na 2013 niet vastlopen”, aldus Van Veenschoten. Onderzoeker Hoofs heeft geen uitgesproken voorkeur voor een bepaalde tactiek om in te spelen op de nieuwe oppervlaktenormen voor vleesvarkens. „Wat het beste past, is sterk bedrijfsgebonden.”
Plateaustal voor gespeende biggen
Ook bij de gespeende biggen geldt vanaf 2013 een ruimere oppervlaktenorm (0,4 vierkante meter per dier in plaats van 0,3 vierkante meter). Praktijkcentrum Sterksel start binnenkort met een onderzoek naar de mogelijkheden van plateaus in afdelingen met gespeende biggen. „We willen weten of plateaus ook bij gespeende biggen een bruikbaar alternatief kunnen zijn om de leefruimte voor de dieren te vergroten”, zegt onderzoekerAnita Hoofsvan Praktijkcentrum Sterksel.
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: Hans Swaep