Minder antibiotica door fokken op weerstand
Volgens Peter Loenen, woordvoerder van Topigs, is de weerstand van hun biggen en foklijnen in de afgelopen jaren niet verslechterd door het streven naar hoger productieve dieren. „Weerstand, vitaliteit en gezondheid zitten al sinds 2002 in ons fokprogramma. We houden er duidelijk rekening mee om sterke en robuuste biggen te fokken, zodat ze minder snel ziek worden en antibiotica nodig hebben. We fokken op sterke biggen en geen kasplantjes, maar de economische aspecten blijven belangrijk. Het is een afgewogen balans.”
Eigenlijk zijn er, volgens Loenen, geen echte specifieke genetische kenmerken, buiten beenwerk, die de weerstand van het varken verbeteren. Management blijft het belangrijkste aspect als het gaat om vermindering van weerstand. Topigs gaat daarom de komende tijd verschillende thema-avonden over het antibioticagebruik in Nederland houden. De fokkerijorganisatie wil aangeven welke bijdrage ze via de fokkerij op moedereigenschappen en bigvitaliteit levert aan het terugdringen van de biggensterfte.
Sterke en gezonde biggen
Ze staan stil bij managementaandachtspunten om sterke en gezonde biggen te produceren, waardoor het genetisch potentieel van de varkens volledig wordt benut. Daarnaast zal er tijdens de bijeenkomsten aandacht zijn voor het bewust omgaan met antibiotica op varkensbedrijven. Topigs inventariseert op dit moment het gebruik van antibiotica op enkele fokbedrijven en werkt aan een beslisboom die moet leiden tot een verantwoord gebruik van antibiotica. De eerste ervaringen hiervan worden tijdens de thema-avonden gepresenteerd.
Hypor maakt al vanaf 1995 van weerstand een fokprioriteit. „Er bestaan inderdaad geen specifieke kenmerken voor weerstand”, zegt Hypor-verkoopadviseur Roy Strikkeling. Er wordt daarom geselecteerd op robuustheid en bigkwaliteit naast de standaard productiekenmerken. Het gaat er in de fokkerij en varkenshouderij namelijk niet alleen om hoeveel biggen er worden geboren, maar hoeveel biggen er kunnen worden verkocht of opgelegd.
Strikkeling: „Een zeug die zoveel mogelijk eigen biggen grootbrengt, moet goed geplaatste spenen hebben en voldoende, goede biest produceren. Dat is van grote invloed en zorgt voor een goede start van de biggen met een betere weerstand. Beter biest, zwaardere uniforme biggen, minder ziekten, betere overlevingskansen.” En juist hier is naar de mening van Roy Strikkeling nog winst te behalen.
Verbeteren robuustheid
Ook PIC-Benelux let op de weerstand van hun fokdieren. Ron Hovenier Technical Marketing Manager Europa: „Sterke dieren kunnen beter omgaan met moeilijke omstandigheden en het duurt langer voordat ze echt ziek zijn. Daarom is het verbeteren van robuustheid ook bij ons een onderdeel.”
Volgens Hovenier zijn de tegenwoordige varkens niet minder sterk dan vroeger en bestaat er geen verband tussen de hogere productie en lagere weerstand in de dieren zelf. „Net als bij marathonlopers zijn de prestaties van zeugen hoog. Ze zijn topsporters en door de hoge prestatie vatbaar voor infecties. De dieren zelf zijn echt niet zwakker geworden. Dat het moderne varken minder vet zou zijn en dus minder weerstand heeft, klopt niet. Ze zijn mager omdat we topsporters van hen maken.” Wat Hovenier wel als belangrijk ziet, is dat het percentage gespeende biggen hoog moet liggen. Hoe minder uitval des te beter.
„Liever dertien biggen geboren en verkocht, dan vijftien geboren en dertien verkocht. In het uitvalspercentage valt inderdaad nog veel winst te behalen”, acht Hovenier. Door betere gezond gespeende biggen zal het antibioticagebruik ook afnemen. Hovenier: „Fokkerij kan dus, zij het op een beperkte schaal, bijdragen aan het verminderen van antibiotica. Management blijft voor 80 tot 85 procent het belangrijkste aspect.”