Hans Huijbers: ‘Sector staat voor dilemma’
In het weekeinde is hij druk tussen de koeien, doordeweeks heeft hij meer dan een fulltime job aan het voorzitterschap bij de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO). De 18.000 leden, waarvan 1.420 met een varkensbedrijf, zijn verspreid over Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Gelderland.
In zijn eerste half jaar als voorman beleefde hij met de Q-koorts en het Brabantse burgerinitiatief tegen megastallen roerige tijden. „Het debat over de veehouderij kent veel emoties en trekt nogal wat media-aandacht, maar het heeft ook iets positiefs. Mensen voelen zich blijkbaar betrokken bij de boer, want men wil over ons meepraten. Anders kan ik de vele aandacht niet verklaren.”
Nieuw evenwicht
ZLTO heeft zich alle kritiek vanuit de maatschappij aangetrokken en is vorige maand met een verklaring naar buiten gekomen. De boerenbelangenorganisatie kiest voor een nieuwe koers in de veehouderij waar ‘eigenschaligheid’ als de maat voor stallen geldt. „Tja, een nieuw woord dat nog niet in de Dikke van Dale voorkomt. Wat het betekent? Een nieuw evenwicht tussen dier, mens, plant en omgeving.”
„Klopt, het is een algemene uitleg. Het is een standpunt dat wij hebben ingenomen naar aanleiding van een peiling bij onze eigen achterban via een telefonische enquête en drie ledenbijeenkomsten. Bij 400 à 500 leden is naar hun mening gevraagd. De conclusie is dat onze leden ja zeggen tegen LOG’s met maximaal een, twee of drie nieuwvestigingen. Maar ze spreken hun twijfels uit over een verdere concentratie van vee. Daarom zijn wij als ZLTO tegen 30.000 of 40.000 varkens op één locatie.”
„Als een ondernemer zulke grote aantallen wil is dat prima, maar dan wel verspreid over vier of vijf locaties. Of het geheel een verblijvend advies is? Ja, het is een ondernemerskeuze. Maar ik heb met een paar van deze jongens gesproken en ze zijn zich er van bewust dat het verstandiger is om met dergelijke schaalgrootte je op meerdere locaties te vestigen. Toch geloven wij dat een modern familiebedrijf met op het erf een bedrijfswoning de basis moet blijven. Het wordt nogal uitvergroot, maar in Brabant zijn hooguit tussen de tien en twintig intensieve veehouderijbedrijven waar geen bedrijfswoning bij aanwezig is.”
Bouwstop stallen
De ZLTO-voorman is van mening dat de extreme schaalvergroting niet binnen Nederland past. „De Amerikaanse grootschaligheid past niet in ons land. Daarnaast moet een bedrijf in de omgeving passen. Voor De Peel gelden andere maatstaven dan in West-Brabant.”
Hij geeft toe dat het vrijgeven van dierrechten enkele jaren geleden, een ontwikkeling is die daar niet aan bijdraagt. „We moeten de discussie over de compartimentering van dierrechten heroverwegen. Een verdere concentratie van varkens in Oost- en Midden-Brabant is niet verstandig. Als ZLTO willen wij de schotten van varkensrechten tussen Noord en Zuid terugzetten.”
„Wij worden aangesproken op terechte afspraken die we hebben gemaakt met de provincie en de Brabantse Milieufederatie (BMF). Er is een maximale groei van tien procent vastgelegd. De varkensstapel is intussen met vijf à zes procent gegroeid. Wordt de limiet bereikt, dan kan de provincie Brabant de varkenshouder met behulp van twee sporen aanpakken. Via ruimtelijke ordening en provinciale milieuverordening. In het extreemste geval betekent dit een bouwstop.”
Groene verplaatsers
„De discussie over megastallen en LOG’s zijn grotendeels gebaseerd op emotie. Wat wij als een normale stal zien, vindt de burger een megastal. Of ik nog volledig achter de Reconstructie sta die na de varkenspest is ingezet?”
„Het doel van de Reconstructie wel, de manier waarop, is aan herziening toe. We hebben aan de voorkant fouten gemaakt. Zo hebben we veel te weinig gecommuniceerd. We vermelden wel hoeveel bedrijven erbij zijn gekomen, maar niet hoeveel er zijn verdwenen. Ik vind dat de Reconstructie een integrale kwaliteitsslag moet zijn voor het hele buitengebied.”
„Het in De Peel gelegen dorp Elsendorp is een voorbeeld waar goede resultaten zijn behaald. Jammer genoeg moet ik ook vaststellen dat het meteen een uitzondering is. In het algemeen verloopt het proces van verplaatsing van intensieve veehouderij rond dorpen en natuurgebieden naar locaties met ontwikkelingsruimte veel te traag. We hebben welgeteld zeven groene verplaatsers gehad in heel Brabant!”
Teruggetrokken en gesloten
Op de vraag of LOG’s niet voor een verdere scheiding tussen varkenshouder en burger zorgen, geeft hij een afwijzend antwoord. „Ik vind van niet. Hoeveel varkenshouders nodigen hun eigen broers, zussen en schoonfamilie of de buren -ook diegene die bezwaar heeft gemaakt- nu nog uit om in de stal te komen kijken? Heel weinig. De varkenshouder neemt de laatste jaren een teruggetrokken en gesloten houding aan.”
„Juist achter deze persoonlijkheid schuilt de kracht. Het menselijke aspect en de aaibaarheidsfactor van de ondernemer moeten we meer gebruiken. Niet de individuele varkenshouder, maar de sector kampt met een negatief imago. Daarom vind ik het jammer dat de ondernemer een teruggetrokken houding aanneemt. We hebben als sector zoveel te melden: luchtwassers, ventilatie, huisvesting en reststromen. Ik weet dat niet iedereen staat te springen om burgers in de stal te verwelkomen, maar moderne technieken kunnen helpen.”
„Een consument die straks thuis aan tafel op een verpakking de barcode kan lezen en daarop alles kan vinden over het bedrijf van herkomst. Dan ziet de consument de persoon achter het product, de boer. Natuurlijk klinkt het heel ambitieus, maar we moeten die technologie van traceerbaarheid meer gaan gebruiken.”
Maatschappelijke betrokkenheid
Om vandaag de dag te overleven als varkenshouder, vindt de melkveehouder dat de sector voor een dilemma wordt gesteld. „Door de huidige opbrengstprijzen lijkt het erop dat de varkenshouder wordt gedwongen tot extreme schaalvergroting, maar de politiek geeft geen ontwikkelingsruimte. De individuele varkenshouder krijgt de rekening gepresenteerd van wat er in de sector gebeurt.”
„Ik stel daarom voor de maatschappelijke betrokkenheid te gaan benutten. Langs die lijn van betrokkenheid van burgers kun je de maatschappij in beweging krijgen. Het LEI heeft al eens uitgerekend dat zeven à acht cent extra per kg bepaalt of de varkenshouder ervan kan leven en duurzaam verder kan of alleen maar groter moet worden.”
Lastige luizen
Om die slag te maken, is volgens Huijbers overleg met de overheid, natuur- en milieuorganisaties, supermarkten en organisaties als Wakker Dier vereist. „Ik snap dat veel mensen deze partijen als lastige luizen in de pels ervaren. Maar je moet ervoor zorgen dat die partijen in plaats van tegen de landbouw, voor de landbouw zijn. In de toekomst gaan die het verschil voor ons maken. We moeten naar een situatie waar de overheid faciliteert en het veld laat organiseren. Dan maak je een duurzaamheidsslag.”
Ondanks zijn uiteenzetting voor een duurzame varkenshouderij voorspelt hij een autonome afname van het aantal varkensbedrijven. „De schaalvergroting per onderneming zet zich voort, maar wel op meerdere locaties. De varkensstapel blijft gelijk. Steeds minder ondernemers zullen zich varkenshouder mogen noemen.”
Rijk verleden als bestuurder
De in 1959 geboren melkveehouder Hans Huijbers is al dertig jaar bestuurlijk actief. Zijn indrukwekkende bestuurderscarrière kent een lange lijst van functies binnen en buiten de agrarische sector. Hij was of is bestuurlijk actief bij FrieslandCampina, NAJK, NCB, ZLTO, Waterschap de Dommel, de Gezondheidsdienst voor Dieren en Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) in Tilburg. Zijn grootste verleden heeft hij in de rundveeverbetering.
In 1998 was hij nauw betrokken bij de fusie van de veertien veeverbeteringsorganisaties tot CR Delta. Vier jaar later werd hij bij het samenwerkingsverband tussen CR Delta en de Vlaamse VRV benoemd tot eerste voorzitter van CRV. In maart nam hij daar afscheid als voorzitter. Afgelopen december heeft Hans Huijbers tijdens de algemene ZLTO-vergadering officieel de voorzittershamer van zijn voorganger Antoon Vermeer overgenomen.
Tekst: Ruben van Boekel, Lauk Bouhuijzen
Beeld: ZLTO