Jaco Geurts: ‘Ik ben geen Wien of Annie’
De PvdD wil een toeslag van twee euro op een kg vlees, wat vindt u daarvan?
„Ik ken hun onderbouwing niet precies. Ik weet wel dat ze maar één ding willen en dat is de hele veehouderij Nederland uit krijgen. Dit voorstel zie ik dus vooral tegen dat licht. Als die toeslag naar de boer zou gaan, is het wat anders.”
Er gaan veel stemmen in Den Haag op om de waterschappen op te heffen en hun werk naar de provincies over te hevelen. Dat zou een flinke bezuiniging zijn.
„Ik zeg daar heel duidelijk ‘nee’ tegen. Natuurlijk moet je kijken naar wat hun echte kerntaken zijn en of ze hun werk efficiënt doen. Maar afschaffen en overhevelen naar de provincies, nee. Het levert ook niks op, want zo’n reorganisatie kost de eerste jaren heel veel geld. Laten we niet vergeten dat een groot deel van ons land onder zeeniveau ligt. Andere landen zijn juist jaloers op onze waterschappen.”
Nog een bezuinigingsvoorstel, het ministerie van LNV opheffen?
„Ook daar ben ik geen voorstander van. Ik denk zelfs dat je LNV zou moeten uitbreiden met delen van de ministeries van VROM en van V en W, zodat je een soort superministerie krijgt dat zich met het hele platteland kan bezighouden.”
Moet de Reconstructie in Zuid- en Oost-Nederland doorgaan?
„Die loopt al een tijdje waarbij de uitgangspunten bij het begin wat zijn losgelaten. Ik voel zelf niet zoveel voor die indeling in drie zones: extensiveringsgebied, verwevingsgebied en landbouwontwikkelingsgebied. Als raadslid van de gemeente Barneveld zag ik een LOG Kootwijkerbroek waarvan een groot deel onder de werkingssfeer van een Natura 2000-gebied viel. Ik heb toen ook brede steun gekregen voor een motie om de landbouw meer ruimte te geven in verwevingsgebieden. Een voordeel van de Reconstructie vind ik wel dat in een streekcommissie zoals in de Gelderse Vallei heel veel partijen met elkaar praten, landbouw, natuur, maar ook overheid en midden- en kleinbedrijf.”
Provincies als Overijssel en Gelderland willen de compartimentering voor dierrechten weer terug. Die werd begin 2008 afgeschaft tussen Zuid-, Oost- en de rest van Nederland.
„In 2008 zijn we er mee gestopt, omdat de prijzen nogal uit elkaar dreven. Ik wil er wel over praten, maar dan moeten er goede gronden voor herinvoering zijn. Bijvoorbeeld als je echt denkt dat alle rechten in jouw provincie komen, maar dat geloof ik eigenlijk niet zo. Op papier is het vaak anders dan in de werkelijkheid. We zijn bovendien maar een klein landje, dan moeten we niet allemaal eilandjes maken.”
Die roep om herinvoering in Oost-Nederland komt door de strengere regels voor de intensieve veehouderij in Brabant.
„Ik kan me dat Brabantse besluit ergens wel voorstellen. Er is tenslotte een groot burgerinitiatief geweest. Ik geloof zelf dat de hele discussie minder over feiten ging, maar op basis van emotie is gevoerd. Of het besluit nadelig is voor de intensieve veehouderij moet de tijd uitwijzen. Dat er voor vijf of zes hele grote bedrijven geen uitbreidingsruimte meer is, vind ik daarbij niet zo belangrijk, maar als het gezinsbedrijf de dupe wordt, dan vind ik dat wel erg.”
Is het gezinsbedrijf de toekomst in de varkenshouderij?
„Ja, dat vind ik wel, dat was zo en dat blijft zo. Net als bij het midden- en kleinbedrijf. Natuurlijk, de vraag is wat een gezinsbedrijf precies is. Voor mij is dat het varkensbedrijf waarin de boer zelf werkt. En dat mag best met vrouw en kinderen of met enkele medewerkers zijn. Of met meerdere vestigingen waarbij dan de bedrijfsleider bij de stallen woont en de dieren verzorgt. En die bedrijfsleider moet meedraaien in de lokale gemeenschap, dat is echt belangrijk.”
Er is veel aandacht voor het tussensegment bij varkensvlees. Is dat een goede ontwikkeling?
„Ik denk dat het een van de oplossingen kan worden. Ik ben er ook blij mee dat Albert Heyn en Vion er zo hard aan trekken. Ik zie het vooral als een ontwikkeling waarbij de markt vraagt en wij als varkenshouders kunnen leveren.”
Varkenshouders als wijlen Wien van den Brink en Annie Schreijer-Pierik, die niet terugkeert in de Kamer, gingen u voor als Kamerlid. Bent u te vergelijken?
„Wien had veel dossierkennis en dat heb ik ook, maar ik blijf liever mezelf. In tegenstelling tot veel Kamerleden woonden Wien en Annie niet in Den Haag. Ook ik ga niet in Den Haag wonen. Als raadslid in Barneveld ben ik goed in het smeden van meerderheden in de eigen fractie en daarbuiten. Dat is ook in de Tweede Kamer belangrijk, je bent er maar 1 van de 150. Met welke partijen? Het is geen geheim dat de VVD wat landbouw betreft dicht bij het CDA ligt, alleen over het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid denken we anders. Ook met SGP en ChristenUnie kun je goed overleggen. En soms met de PVV als het om landbouwthema’s gaat.”
U was zes jaar bestuurlijk actief bij de NVV, wat was het hoogte- en wat het dieptepunt?
„Ik ben nog maar 39, dus ik hoop nog wel wat hoogtepunten mee te maken. Ik vond de recente verruiming van het Varkenssbesluit 2010-2013 wel heel goed. Het realisme voert de boventoon. Als NVV hebben we veel energie gestoken in het LEI-rapport waarop de minister zich baseerde. Aan de andere kant, daarin werd ook duidelijk hoe zorgwekkend de situatie is in de varkenshouderij. We zitten met de regels in Nederland duidelijk boven die van Europa. Een persoonlijk dieptepunt was het overlijden van mijn vader.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ruben Meijerink