Start met vloeibaar verwerkt dierlijk eiwit voor varkens
De PAP’s betreft pluimvee-eiwitten van verwerkte bijproducten uit de vleessector. Deze bijproducten zijn afkomstig van dieren die goedgekeurd zijn voor menselijke consumptie. Het product draagt verder bij aan het sluiten van de eiwit- en mineralenkringlopen. Voor de varkenshouder is het bovendien gunstig om zo over een extra eiwitbron te kunnen beschikken. Zeker in de huidige weerbarstige grondstoffenmarkt.
Maximale verstrekking
Het vloeibaar verwerkt dierlijk eiwit kan worden toegepast bij biggen, zeugen en vleesvarkens. Er is wel een maximale verstrekking per dag van toepassing. Zo mag het voerrantsoen van biggen voor maximaal 5 procent bestaan uit dit vloeibaar verwerkt dierlijk eiwit. Bij zeugen is dat maximaal 13 procent en bij vleesvarkens van tussen de 25 en 45 kilogram maximaal 8 procent en maximaal 13 procent bij vleesvarkens vanaf 45 kilogram. Bij het verhogen van het aandeel verwerkt dierlijk eiwit in het voerrantsoen vormt de structuur een belangrijk aandachtspunt. Immers verwerkt dierlijk eiwit bevat die structuur niet.
Bewaring
De varkenshouder dient het product op te slaan in een schone, zuurbestendige opslagtank, voorzien van een roerwerk. Dit omdat het product ieder uur moet worden geroerd. De PAP wordt geconserveerd met mierenzuur. Het is na levering maximaal één week houdbaar. De pH-waarde ligt tussen 4,7 en 5,2.
Meer circulariteit
De toepassing van verwerkt dierlijk eiwit ziet AR als een mooie stap naar meer circulariteit. In het verleden werd dierlijk eiwit verbrand, maar wordt nu dus ingezet als een waardevolle grondstof. Bovendien is er zo minder soja nodig.
Verschil
Het grootste verschil tussen het vroegere diermeel en PAP’s (verwerkt dierlijk eiwit) van nu is de herkomst. Tot 1999 bestond het diermeel uit volledige kadavers en slachtafval. Hierdoor bevatte het vaak een hoger asgehalte. Het verwerkt dierlijk eiwit van tegenwoordig bestaat uit reststromen van slachterijen welke niet voor humane consumptie gebruikt worden, zoals orgaanvlees. Hierdoor bevat het een lager asgehalte en is de verteerbaarheid van het verwerkt dierlijk eiwit een stuk hoger. Ook is de hittebehandeling geoptimaliseerd waardoor pathogenen worden gedood terwijl de verteerbaarheid behouden blijft.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ellen Meinen Agrio Archief
Bron: AgruniekRijnvallei