Burger ziet alleen nog de overlast
De tijd van vrijblijvende schaalvergroting in Nederland is voorbij. Nadat eerst de NVV begin dit jaar met een voorzichtig standpunt kwam over het instellen van een maximale bedrijfsomvang volgde ZLTO niet veel later. „De Nederlandse veehouderij heeft geen keus en moet de komende jaren een omschakeling maken van een kostprijsgerichte naar een duurzamere sector.”
„We moeten de komende jaren de pionnen volksgezondheid, omgeving, welzijn, gesloten kringlopen en economie en markt gaan invullen.” De zuidelijke belangenorganisatie nam dit standpunt in na een aanhoudende golf van negatieve berichtgeving.
Sector moet grote slagen maken
Michiel Korthals, ethicus aan de Wageningen Universiteit, vergelijkt het bestaansrecht van de Nederlandse varkenshouderij met een weegschaal die zijn kantelpunt bereikt. „Op de weegschaal heeft jarenlang het economische gewicht zwaarder gewogen dan dierenwelzijn, volksgezondheid en milieu. De weegschaal neigt steeds minder waarde te hechten aan het economische belang. Wat de sector moet doen, is zorgen dat de weegschaal weer in balans komt.”
Ger Vos ziet als directeur van het Innovatienetwerk in de agro- en groensector het voortbestaan van de intensieve varkenshouderij onder aanhoudende druk staan. „Ik verwacht niet dat de varkenshouderij de textielindustrie achterna gaat. Maar de sector moet de komende tien jaar wel grote slagen maken wil men bestaansrecht behouden. Links en rechts zal de schaalvergroting wel doorzetten.”
„De kunst is om de schaalvergroting te benutten om een duurzaamheidsprong te maken. Een voorbeeld is de tuinbouwsector. Zo’n vijftien jaar geleden riepen velen, de milieubeweging voorop, dat ze uit het land moesten en nu vervult de sector qua duurzaamheid een voorbeeldfunctie. Ook voor diezelfde milieubeweging.”
„Alleen zij werken niet met dieren en dat is een lastig punt. Er zal altijd kritiek blijven om dieren te houden voor vleesconsumptie. Die discussie win je nooit van tegenstanders. Je moet als sector zorgen dat je al die andere maatschappelijke problemen van volksgezondheid, milieu, ruimtelijke inpassing, transparantie, dierziekten en dierenwelzijn oplost. De uitdaging voor de varkenshouderij de komende tien jaar is om in elke geval op die punten maatschappelijk niet meer ter discussie te staan”, aldus Vos.
Minstens met de helft inkrimpen
De Partij voor de Dieren (PvdD) gaat keihard de confrontatie aan met de intensieve veehouderij. Kamerlid Esther Ouwehand waarschuwt studenten aan het Hoger Agrarisch Onderwijs (HAS) om niet aan de slag te gaan in de varkenshouderij. „De samenleving pikt het niet meer. Kijk maar naar alle burgerinitiatieven. GroenLinks en D66 hebben niet het lef om het hardop te zeggen, maar de veehouderij in Nederland moet minstens met de helft inkrimpen.”
„Pas dan is er weer ruimte om aan randvoorwaarden voor dierenwelzijn, milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid te voldoen. De politiek sust de agrarische sector in slaap. Ze zien wel waar het schip strandt. Maar de Natuurbeschermingswet zal zijn uitwerking niet missen. Het heeft een juridisch kader, gebaseerd op Europese wetgeving.”
Categorisch wijst de PvdD de argumenten die de intensieve veehouderij inbrengt tegen de kritiek van de hand. Hergebruik van afval uit de levensmiddelenindustrie? Dat valt volgens de PvdD in het niet bij de schade die de varkenshouderij aan natuur en milieu aan zou richten. Duurzaamheid? Vleesproductie is veel minder efficiënt dan productie van plantaardig eiwit. Doorgaan met de huidige productiesystemen veroorzaakt honger en uitputting van de aarde. Grootschaligheid goed voor welzijn en milieu? In grootschalige houderijsystemen komt de intrinsieke waarde van het dier in de verdrukking.
Gericht op maximaal profijt
De PvdD krijgt steeds meer bijval. De petitie van de ruim 100 hoogleraren over duurzame veeteelt (zie visie pagina 23 ‘Wordt wakker’) is daarvan een voorbeeld. Zelfs ChristenUnie politicus Egbert Schuurman ondertekende de petitie, ook al is de christelijke filosoof het niet eens met de opvatting van de PvdD en petitie-ondertekenaars over dierrechten.
Schuurman: „Dieren hebben geen rechten, maar de mens heeft wel plichten jegens het dier. De veehouderij is totaal geïndustrialiseerd. Niet alleen de veehouderij, maar de hele samenleving. Alles is gericht op maximaal profijt met zo min mogelijk kosten.”
Doordenderende trein
Michiel Korthals heeft eveneens het pleidooi voor een duurzame veeteelt ondertekend. De hoogleraar legt uit. „Ik ben vanaf het begin betrokken bij het opstellen van het 12 pagina tellende betoog. Ruim 17 jaar geleden ben ik benoemd tot hoogleraar in Wageningen. Vanaf dat moment heb ik kennis gemaakt met de ethische problemen in de intensieve varkenshouderij.”
„De ontwikkeling van de sector in de laatste decennia is het beste te omschrijven als een trein, die enigszins gehinderd door wet- en regelgeving, doordendert naar steeds verdere efficiency en schaalvergroting. Anderzijds is er ook de maatschappelijke ontwikkeling. Een proces dat zich na de varkenspest in 1997 heeft ingezet. Burgers zagen grootschalige ruimingen van miljoenen gezonde dieren. De burger heeft de laatste jaren in toenemende mate oog voor de productiewijze waar dieren hun soorteigen gedrag niet kunnen tonen.”
Aan de Wageningse Universiteit richt Korthals zich op ethische kwesties in verband met milieu, natuur, dieren, voeding en landbouw. Als bio-ethiekdeskundige vindt hij de huidige intensieve varkenshouderij niet meer van deze tijd. „Alle productieprocessen zijn aan ethische richtlijnen gebonden. Deze ethische waarden veranderen constant. Zoals het vroeger normaal was om met slavenhandel en kinderarbeid winst te maken, zo zie ik de intensieve veehouderij van deze tijd. Het economische belang bepaalt hoe het dier leeft en het milieu wordt gebruikt. Terwijl winst altijd onderhevig moet zijn aan ethiek. Er is nu al een trend gaande waarbij je ziet dat in de wetgeving het dier steeds meer rechten krijgt.”
Intrinsieke waarde
Ger Vos wijt de aanhoudende kritiek op de intensieve veehouderij aan twee basisfactoren. „De maatschappelijke problemen zijn al ruim 20 jaar geleden begonnen met het mestprobleem en intussen alleen maar uitgebreid met kwesties als stank, dierenwelzijn en MRSA. Het andere houdt in het maatschappelijke verzet dat uit twee elementen bestaat.”
„Enerzijds gaan mensen steeds meer belang hechten aan de intrinsieke waarde van het dier. De Partij voor de Dieren is een afspiegeling van wat er in de samenleving leeft. Anderzijds ontstaat er altijd discussie boven een bepaalde schaalgrootte.” Vos: „Dat is in het onderwijs en de zorg ook het geval. Het lijkt alsof er een koppeling is tussen schaal en vertrouwen. Het is een emotiekwestie. Of je een bedrijf met 1.000 of 10.000 varkens houdt. Het varken zal het niet merken.”
„Wat je de sector wel kwalijk kunt nemen is dat schaalvergroting vooral wordt aangegrepen om maar meer varkens te houden en niet perse om duurzamer te worden. Een grotere bedrijfsomvang biedt kansen voor het sluiten van kringlopen, betere ruimtelijke inpassing, verbeterd dierenwelzijn, gesloten bedrijven en ga zo maar door. Alleen hier lijkt maar weinig van terecht te komen. De discussie gaat teveel over schaal en te weinig over sprongen in duurzaamheid.”
Veehouderij in Noord-Nederland?
Vos is van mening dat ook de rol van de overheid niet onbesproken is. „De overheid schuift de aanpak van de inpasbaarheid van verdere intensivering van de veehouderij het liefst naar elkaar door. Den Haag legt de verantwoordelijkheid neer bij lokale politici. Als je het landelijk zou bekijken, horen grootschalige veehouderijen veel beter thuis in open vlaktes met minder kwetsbare natuur in bijvoorbeeld Noord-Nederland. Maar daar wordt juist nieuwvestiging van intensieve veehouderij verboden.”
De varkenshouderij mag dan onder kritiek staan, aan de varkensvleesconsumptie valt dit nauwelijks op te maken. Na jaren van een licht dalende consumptie is er het afgelopen jaar juist weer meer varkensvlees gegeten. Michiel Korthals wijt het aan het onberekenbare karakter van de consument en de prijsdaling van varkensvlees in de winkel. „De stijging van afgelopen jaar is een trendbreuk. Afgelopen decennium is er een gestage neergang waarneembaar van de vleesconsumptie.”
Kijkend naar andere landen leert dat in Noordwest-Europa, Noord-Amerika en Australië eenzelfde dalende trend is van vleesconsumptie. Een stijgende welvaart zorgt in eerste instantie voor een verschuiving van plantaardige naar dierlijke eiwitten. Geldt er een optimum aan de consumptie van dierlijke eiwitten gekoppeld aan het welvaartsniveau? „Er is wel een verband”, zegt Korthals.
„Mensen met een hogere welvaart kiezen vanuit gezondheids- en milieumotieven meer voor plantaardige eiwitten. Nu al gebruiken haast alle Nederlandse consumenten olijfolie in plaats van dierlijke oliën.” Ger Vos voorspelt dat het niet zo hard zal lopen. „Voor de overgang van dierlijke naar plantaardige eiwitten zijn we generaties verder.”
Topmerken neerzetten
Niettemin vindt de directeur van het Innovatienetwerk dat de sector aan de slag moet in plaats van de schuld in de schoenen van een ander te schuiven. „De consument wil niet meer voor vlees betalen, hoor ik vaak als argument voor schaalvergroting. Ik wijt het grotendeels aan een onvoldoende onderscheidend aanbod in de supermarkt. Onderzoek uit Engeland heeft aangetoond dat mensen die best meer willen betalen voor varkensvlees het huidige assortiment onvoldoende waarde toekennen.”
„De factor prijs kwam bij hen op de tweede plaats. Ik kan mij in deze resultaten goed vinden. Wat heeft de consument naast het gangbare varkensvlees als keuzemogelijkheid? Biologisch, maar dat loopt ook moeizaam. Mensen willen niet betalen voor alleen duurzaamheid en dierenwelzijn. Duurzaam en diervriendelijker produceren is geen marketingtool, maar een must als je een kwaliteitssegment in de markt wil.”
„Een deel van de consumenten wil wel degelijk meer betalen voor topkwaliteit. Vlees met een andere smaak en een verhaal er omheen. Een individuele varkenshouder kan dit niet doen. Je zou verwachten dat partijen als Vion dit gaan oppakken en zo ook segmenteren in hun aanbod met topmerken in de markt. Ik zie daar nog niet zoveel van. De Nederlandse varkenshouder blijft zo een grondstoffenleverancier voor bulkproducten.”
Ethicus Korthals valt hem bij. „Door middel van overheidsregulering moet kwalitatieve productie worden gestimuleerd. Ik zie geweldige kansen voor pluriformiteit in de sector. In landen als Italië en Oostenrijk is een diverse varkenshouderij met aandacht voor herkomst. Productdiversificatie met plaats voor intensieve, extensieve, ambachtelijke en exportgerichte productie. De sector zou zich moeten richten op de Noordwest-Europese markt met korte lijnen naar verwerking en consumenten.”
Relatie volksgezondheid en veehouderij
De Q-koorts en antibioticaresistente ESBL- en de MRSA-bacteriën hebben de discussie over de relatie tussen volksgezondheid en veehouderij doen opwaaien. Het RIVM heeft 4 juni een congres gehouden met sprekers als Cees Veerman en RIVM directeur Roel Coutinho. Daarnaast waren de Tweede Kamerleden Marianne Thieme, Henk Jan Ormel en Janneke Snijder aanwezig.
Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ingrid Zieverink