Sector geeft regie volledig uit handen
Het is bijna clichématig. De discussie die opbloeit wanneer de opbrengstprijzen in de varkenshouderij tegenvallen. De onvrede over margeverdeling in de varkensvleesketen bereikt weer zijn top. Onderzoek van het LEI bevestigde een aantal jaren geleden al het vermoeden over de scheefgegroeide margeverdeling in de keten.
Het onderwerp heeft nu ook de politieke agenda bereikt in Den Haag en Brussel. Intussen zorgen marktontwikkelingen voor nieuwe kansen. Biedt het akkoord tussen Vion en Albert Heijn hoop voor de varkenshouder? Wordt het tij definitief gekeerd of blijft alles bij het oude?
Uitholling tussensegment
De politiek in Den Haag heeft aandacht voor het probleem van de uitholling van tussensegmenten. Tijdens de hoorzitting over de margeverdeling in de nutri-keten, die medio februari in Den Haag werd gehouden, kreeg de Vaste Kamercommissie van LNV het probleem nadrukkelijk onder de neus gewreven van de varkenshouders Antoon van Genugten en Martin Houben.
De beide ondernemers hebben geleerd van de geschiedenis. \'Na een paar jaar is de meerprijs weg en is het tussensegment de nieuwe standaard geworden.\' Toch zien ze geen andere mogelijkheid dan segmentatie. Ze verwachten van de overheid dat zij een gelijk speelveld creëert en dezelfde eisen stelt aan inkopers van supermarkten die in het buitenland gaan winkelen als aan primaire producenten in Nederland. Daar staat tegenover dat enkele politici kritische opmerkingen maakten over het volume.
Een simpele wetmatigheid: als er teveel aanbod is, daalt de prijs. \'Vlees is veel te lang voor een wegwerpprijs verkocht\', luidde het kritische commentaar van de Vereniging van Keurslagers tijdens de hoorzitting. Directielid Siem Korver van Vion wees op de grote aantallen varkens die de onderneming dagelijks te verwerken krijgt. Korver veroordeelde het stunten met vlees in de supermarkten nadrukkelijk, maar relativeerde tegelijkertijd de rol van de retail in de prijsvorming. Een groot deel van het varken wordt opgewaardeerd als ham in Italië of andere toegevoegde waarde-producten die niet via de supermarkten in Nederland worden verkocht.
Geen minimumprijs
Welke conclusies gaat de Haagse politiek trekken uit de uitgebreide marktinformatie over de prijsvorming van varkensvlees? In ieder geval vallen er geen besluiten meer in de huidige (demissionaire) kabinetsperiode. De nieuwe Tweede Kamer zal op zijn vroegst pas dit najaar over de margeverdeling gaan debatteren. Daarop vooruitlopend zijn er wel enkele conclusies te trekken: er komt geen minimumprijs. Dat gaat de meeste partijen te ver.
Het is volgens demissionair LNV-minister Gerda Verburg niet waar dat er in andere EU-landen veel meer wordt gereguleerd dan in Nederland ten behoeve van de primaire producent. Maar de supermarkten zullen wel worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid. Stunten met vlees is niet duurzaam. Mogelijk komt er ook duidelijke etikettering over het verschil tussen binnenlands- en buitenlands vlees. Maar is de sector daar zelf wel bij gebaat?, vroeg commissievoorzitter Joop Atsma van het CDA zich af.
Dat betekent dat exportmarkten onder druk kunnen komen te staan, omdat men daar hetzelfde gaat doen. Last but not least kijkt de overheid kritisch naar de rol van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). LTO wijst er voortdurend op dat de NMa ook het belang van duurzaamheid en de primaire producent moet meewegen en niet alleen zo goedkoop mogelijk voedsel voor de consument als leidraad moet nemen.
Vergelijkbare prijzen
Nieuwe ontwikkelingen in de markt geven de sector hoop op betere tijden. De aankondiging afgelopen januari over het akkoord tussen Albert Heijn en Vion is met gejuich in de sector ontvangen. Albert Heijn gaat jaarlijks één miljoen varkens afnemen en verkopen onder het eigen merk.
Waar Vion al de belangrijkste productievoorwaarden voor varkenshouders die deelnemen aan het Good Farming Star concept heeft prijsgegeven, blijft het rond de meerprijs voor de varkenshouder angstvallig stil. Vion wenst op dit moment geen commentaar te geven over de prijsvorming bij het nieuwe concept.
De grootste Nederlandse slachterij laat dat bij monde van woordvoeder Marc van der Lee weten. „We hebben voor een windstilte gekozen nu we in de pilotfase zitten en zaken aan het ontwikkelen zijn. Het is nog te vroeg om er iets inhoudelijks over te zeggen.”
In Pig Business gaf Vion aan dat het met Albert Heijn heeft afgesproken om de meerkosten voor varkenshouders die aan het concept meedoen te vergoeden. De slachterij baseert zich bij meerkosten op berekeningen van het LEI en DLV en van de zes varkenshouders die deelnemen aan het pilot–project.
In supermarkt niet duurder
Waar varkenshouders die deelnemen aan het concept meteen een hogere prijs voor het varken ontvangen, wordt in eerste instantie het varkensvlees bij Albert Heijn niet duurder aangeboden. Het eerste varkensvlees dat wordt geproduceerd binnen het Good Farming Star concept van Vion wordt in het najaar van 2010 bij Albert Heijn tegen vergelijkbare prijzen verkocht als het gangbare varkensvlees.
Pas wanneer het vlees in de loop van2011 inalle 840 supermarkten van de supermarktorganisatie verkrijgbaar is, zal Albert Heijn een meerprijs vragen, verklaart woordvoerder Els van Dijk van Albert Heijn.
Nu regie in handen nemen
Een man die kennis en ervaring heeft met het afzetten van varkensvlees aan de retail is Henk de Lange. Hij is biologisch melkvee- en varkenshouder in het Overijsselse Dedemsvaart en zet zijn producten af onder het merk Vechtdal en binnen het biologische segment.
De Lange noemt het akkoord tussen Albert Heijn en Vion een uitzonderlijke situatie die zich in de markt voordoet. „De grootste retailer uit het land gaat 1 miljoen varkens per jaar afnemen. Je kunt er vanuit gaan dat de rest van de supermarkten snel volgen. In mijn filosofie is het nu een heel mooi moment om de regie als primaire sector in handen te nemen.”
„Ten eerste om te bepalen hoe het concept eruit gaat zien en de invulling ervan. Maar ook om de margeverdeling in de keten aan te pakken. Toch zie ik de primaire sector de regie weer uit handen geven aan de bovenliggende schakels. We zijn als varkenshouders allemaal kikkers die verschillende kanten opspringen. Ik raad aan om binnen de LTO of NVV een apart platform op te richten. Beslis daar hoe het tussensegment in te vullen en stel een minimale bodemprijs vast waartegen de varkens worden afgezet.”
Je moet wel lef tonen
„Varkenshouders die willen meedoen, kunnen zich dan aanmelden. Of Albert Heijn dan niet naar een andere leverancier gaat? Je krijgt nooit een meerprijs als je de regie uit handen geeft. Om de regie in handen te pakken, moet je lef tonen. Laat Albert Heijn maar eens drie maanden wachten op het vlees. Zet Vion voor het blok. Doe je mee onder deze voorwaarden, ja of nee?”
„Ik ben benieuwd hoe Vion reageert. Een Vion of Albert Heijn beheersen dit beter en spelen allemaal hun eigen spelletje in de keten. Denk je dat een Albert Heijn zich met dit concept gaat binden aan Vion? Ga er maar niet vanuit en zeker niet voor de langere termijn. Dit spelletje mis ik in de primaire sector.”
„De varkenshouders moeten hier harder in worden. Ook door soms nee te verkopen sta je sterker op de langere termijn. De tijden van het altijd ja zeggen, liggen achter ons. Wij hebben binnen het Vechtdalconcept ook een minimale bodemprijs afgesproken. Als onze afnemers niet meer willen betalen voor het varken, zetten we ons biologisch varkensvlees in het gangbare segment af.”
Slechte jaren
Volgens de biologische veehouder moet je als ondernemer altijd jezelf afvragen: wat is mijn legitimatie om een meerprijs voor de varkens te vragen? „Het behouden van dit recht is een continu proces. De primaire sector zal hier blijvend in moeten investeren, anders vrees ik dat het tussensegment binnen een paar jaar weer afglijdt naar de norm.”
„Kijk naar de kooieieren die langzaam uit de schappen zijn verbannen. Wat zie je nu? Scharreleieren zijn de norm en de pluimveehouders zijn weer terug bij af. De prijzen zijn dan het afgelopen jaar wel goed geweest, maar iedereen bereidt zich alweer voor op de slechte jaren.”
Een-op-een-relatie
De productievoorwaarden in het Good Farming Star concept vindt De Lange weinig onderscheidend en te veel vaktechnische elementen bevatten. „Een consument is niet geïnteresseerd of een varken 0,8 of1 vierkante meterruimte heeft gehad. Geen castratie, ongecoupeerde staarten, strohokken en verminderd antibioticagebruik zijn wel punten die consumenten aanspreken.”
„Ook zal er door de sector meer in marketing moeten worden geïnvesteerd. Stel binnen het opgerichte platform een marketingbudget vast. Het is belangrijk om als primaire sector direct met de consument te communiceren. De consument moet een een-op-een-relatie leggen tussen het product in de schappen en de varkenshouder. Je zal dus moeten gaan communiceren met een merk of gezicht.”
„Internet biedt een geweldige kans om met een beperkt budget veel mensen te bereiken. Consumenten die bij het schap staan en via hun mobiele telefoon alles over de herkomst van vlees kunnen vinden. Er is al heel veel mogelijk, maar de sector moet het niet allemaal zelf willen doen. We moeten gebruikmaken van de kennis en kunde die er is.”
Henk de Lange acht de tijd rijp voor een omslag in de varkensvleesketen, maar beseft ook de moeilijkheidsgraad. „Het is een denkwijze die afwijkt hoe wij als varkenshouders decennia lang de markt hebben bevoorraad. En je moet je als primair producent willen bundelen. Belangrijker nog; als je er zelf niet in gelooft, gaat het ook niet lukken.”
Negatieve winstmarge en rendement
In opdracht van de Rabobank heeft het LEI in 2007 een studie gedaan naar margeverdeling in de varkensvleesketen over de periode 2001-2005. Bij bedrijven uit de mengvoerwereld, primaire varkenshouderij, vleesindustrie en retail is de winstmarge, rendement op het totale en eigen vermogen onderzocht.
‘Albert Heijn stelt ons voor dilemma’
Elly de Kort is naast afdelingsvoorzitter vleeskuikens van de Nederlandse Organisatie van Pluimveehouders (NOP) ook deelnemer aan de Volwaard kip. Van het begin af aan is ze betrokken bij het opzetten van het Volwaard-concept. Samen met haar man Bert de Kort houdt ze sinds drie jaar in het Brabantse Hulten 20.000 vleeskuikens onder diervriendelijke omstandigheden. Daarnaast heeft het echtpaar in hun woonplaats Loon op Zand nog eens 74.000 vleeskuikenplaatsen die in het gangbare segment worden afgezet.
Wat zijn de productievoorwaarden van de Volwaard kip?
„Het vleeskuiken heeft met de Hubert kip een andere genetische afkomst dan het gangbare vleeskuiken. Een sterkere en meer bewegende kip, maar ook een langzamer groeiend vleeskuiken. De kip zit twee weken langer op het pluimveebedrijf. Vanaf de derde week na opleg mag de kip de laatste vijf weken gebruikmaken van de uitloop naar buiten. In totaal heeft de Volwaardkip 40 procent meer ruimte en krijgt ze onbeperkt voer.”
Hoe verloopt de afzet?
„We begonnen met zes pluimveehouders met een gezamenlijke afzet van 10.000 dieren per week. Sinds Albert Heijn een vaste afnemer is, zijn 36 pluimveehouders aangesloten bij het concept. De kip wordt in de duidelijk herkenbare Volwaard-verpakking verkocht bij supermarkten, groothandel en lokale slagers. Alleen Albert Heijn verkoopt het onder het eigen merk Puur & Eerlijk.”
De regie is dus volledig in handen van Albert Heijn?
„Ja, dat klopt. Albert Heijn heeft ons voor een dilemma gesteld. Het was de Volwaard Kip onder het huismerk van Albert Heijn afzetten of ze haakte waarschijnlijk af. Het voordeel is dat we nu door de schaalgrootte meer body hebben gekregen. Voorheen zaten we met zes pluimveehouders gebonden aan een strakke planning waar niets fout mocht gaan, anders kwamen we meteen in leveringsproblemen. Het nadeel is dat we heel afhankelijk zijn van Albert Heijn. Hun stelling is: als we kippenvlees over de grens goedkoper kunnen krijgen tegen dezelfde condities, dan gaan we dat doen.”
Hoe zit het met de meerprijs?
„De Volwaard kip wordt tegen een meerprijs van 20 à 25 procent aangeboden in de winkel. Er is geen minimum bodemprijs vastgesteld waartegen wij onze kippen afzetten. Wel is er een quotum ingesteld. De vraag bij de retail moet er eerst zijn, voordat we gaan opschalen. Wij ontvangen ook een procentuele hogere prijs van 20 à 25 procent. Het geld dat we overhouden onder de streep is gelijk aan dat van het gangbare vleeskuiken. De ene keer verdienen we meer met het gangbare vleeskuiken en de andere keer met de Volwaardkip. Veel is afhankelijk van de investeringen die je moet doen om aan de productievoorwaarden te voldoen. Daarnaast zijn we door de hoge voederconversie van de Volwaardkip heel afhankelijk van de voerprijs.”
Bent u met de Volwaard kip een gelukkiger pluimveehoudster?
„Ja, voorheen was het echt topsport om de dieren zo snel en goedkoop mogelijk groot te brengen. Er mocht niets fout gaan. Voor ons is het een hele omschakeling geweest. Na jaren van een groeiende intensivering en denken in getallen is het met de Volwaard iets rustiger en gemoedelijker. We voelen ons weer meer boer.”
Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ingrid Zieverink