Frank en Walther Das kiezen voor grotere biggen
Het varkensbedrijf van Frank en Walther Das heeft twee locaties. Op de locatie in Wintelre worden 500 zeugen en 1.150 vleesvarkens gehouden. Op de locatie in Hulsel is ruimte voor 1.450 vleesvarkens. Frank en Walther hebben het bedrijf in 1996 van hun vader overgenomen. Het bedrijf bestond toen uit een akkerbouwtak en 1.150 vleesvarkens.
In het jaar van overname hebben de broers een zeugenstal bijgebouwd voor 175 zeugen. „We hebben voor zeugen gekozen, omdat het uitbreiden met vleesvarkens op deze locatie niet mogelijk bleek. In 1998 volgde een uitbreiding van het bedrijf door de aankoop van een bedrijf in Hulsel dat plaats biedt aan 1.450 vleesvarkens. In 2007 volgt de groei naar 500 zeugen op de locatie in Wintelre.
Taken verdeeld
De broers hebben de werkzaamheden in de stal verdeeld. Frank draagt de zorg voor de zeugen en Walther houdt zich bezig met de gespeende biggen en de vleesvarkens. Daarnaast springt Das senior ook nog wel eens bij, voornamelijk bij het spenen, laden en verplaatsen van dieren. De akkerbouwtak is de verantwoordelijkheid van vader Das.
Via Dumeco breeding in 1996 zijn de broers door kruising met Yorks bij Hypor zeugen uitgekomen. Das is erg blij met deze zeugen. „Ze geven met 13,5 levend geboren biggen per worp, minder grote worpen dan wat ik hoor over Topigs zeugen, maar er is ook een lagere uitval tot spenen.” Omdat Das een deel van de biggen zelf afmest, is de kwaliteit van de biggen ook voor hem van belang.
„Kleine biggen blijven altijd klein”, aldus Das. De biggen op het bedrijf van Das wegen bij de geboorte tussen 1.700 en 1.800 gram. „We hebben ze nog niet zo lang geleden voor het eerst gewogen.”
Geen aparte afdeling
Sinds de uitbraak van de varkenspest zijn er op het bedrijf geen dieren meer aangevoerd, ze fokken zelf de gelten voor de vervanging van de zeugen. Daarvoor hebben de broers 45 zuivere York zeugen. „Deze zeugen draaien gewoon mee met de andere zeugen, we hebben hier geen aparte afdeling voor.”
Volgens Das heeft het zelf fokken van gelten voordelen boven het aankopen van dekrijpe gelten. „We hoeven geen hoge kosten te maken voor dekrijpe gelten, een subfokker zal altijd meer voor de dieren vragen dan dat het kost om ze zelf te fokken. Daarnaast kennen de eigen gefokte gelten alle kiemen die op het bedrijf aanwezig zijn, we hoeven dus niet bang te zijn dat we ze ergens mee besmetten, of iets nieuws binnenbrengen.”
De varkenshouder is erg tevreden over zijn zeugenstapel. „Het zijn gezonde dieren die weinig dierenartskosten met zich meebrengen. Ze worden gevaccineerd tegen coli, vlekziekte en parvo. Bij monitoring door middel van bloedonderzoek zijn nooit sluimerende zaken gevonden.”
Klaar voor de toekomst
De precieze hoogte van de dierenartskosten bij de zeugen kent Das niet, wel van de vleesvarkens op de locatie in Hulsel en die zijn volgens de varkenshouder vergelijkbaar. „Het laatste half jaar hadden we in Hulsel een rekening van 371 euro, dit komt neer op een krappe 20 cent per gemiddeld aanwezig vleesvarken.” Uit de Bedrijfsvergelijking van Agrovision blijkt dat de dierenartskosten per gemiddeld aanwezig vleesvarken in Nederland op 4 euro liggen.
Nu de regels voor 2013 weer zijn versoepeld, is het bedrijf klaar voor de toekomst. „We houden de dragende zeugen sinds 2007 ineen groepshuisvesting met voerstations. We hebben hiervoor gekozen, omdat we de zeugen met dit systeem individueel kunnen voeren.” Daarnaast denken de broers dat één man met dit systeem meer zeugen aan kan dan bij voerligboxen met uitloop.
Dat het individueel voeren belangrijk is voor Das blijkt wel uit de voergift die met 1.017 kg per jaar 152 kg lager ligt dan het landelijke gemiddelde volgens Agrovision. „Als we de zeugen volgens het advies van de voerleverancier voeren, worden ze veel te vet, het advies van Hypor ligt op 1.050 kg, daar zitten we zelfs onder.”
Conditiebehoud zeugen
De zeugen zijn zo goed in conditie dat ze in de kraamstal niet dun worden. „Het liefst zie je in de kraamstal een spekvermindering van 3 tot 4 millimeter, daar komen ze vaak niet aan”, zegt de varkenshouder. Das speent de biggen bij 21 dagen, dit speelt waarschijnlijk ook mee in het conditiebehoud van de zeugen.
„In het begin hebben we de zeugen veel te hard gevoerd, ze waren daardoor veel te vet. Door die ervaring weten we dat we voorzichtig moeten voeren.” Het voerschema van de dracht ziet er als volgt uit, de gelten krijgen de eerste 40 dagen 2,3 kg, daarna 40 dagen 1,9 kg en dan tot werpen 2,4 kg. De tweede- en derdeworps zeugen krijgen achtereenvolgens 2,8, 2,3 en 2,6 kg. De oudere zeugen zitten hier telkens honderd gram boven.
Alles wat niet mag
Met de biggen doen de broers, volgens eigen zeggen, alles wat niet mag. „Direct na het spenen gaan de borgen en gelten apart, daarnaast sorteren we continue op grootte.” Na het spenen krijgen de biggen gedurende twee weken een speenkorrel, daarna twee weken een luxe korrel en vervolgens gaan ze over op een simpele brok. De kleinste biggen krijgen een aparte behandeling, die krijgen namelijk drie weken lang een speenkorrel waarna ze overgaan op de luxe korrel.
De vleesvarkens van Das zijn naar eigen zeggen varkens die goed eten en goed presteren aan de slachtlijn. De groei is gemiddeld 790 gram per dag. Het vleespercentage is ook weer naar behoren. „We hebben een tijdje het nieuwe Airline 2.0 voer van Cehave gevoerd. Dat ging wonderbaarlijk goed, de varkens groeiden prima. Het enige nadeel was het lage vleespercentage bij de slacht, slechts 56 procent.” Nu worden de vleesvarkens weer gevoerd met het normale Airline voer, het vleespercentage is daardoor weer gestegen naar 57,4 procent.
Uitvalpercentage
De gebroeders Das weten op alle fronten in hun bedrijf een laag uitvalpercentage te realiseren. De uitval in de kraamstal is 8,5 procent ten opzichte van een landelijk gemiddelde van 12,8 procent. Een deel hiervan valt toe te schrijven aan het gebruik van een balansvloer in de kraamhokken.
Ook na het spenen en bij de vleesvarkens weet Das een laag uitvalpercentage te realiseren van 1,5 procent in de kraamstal en 1,4 procent bij de vleesvarkens. De landelijke gemiddelden zijn volgens Agrovision respectievelijk 1,9 en 2,3 procent.
Bedrijfsgegevens
Het bedrijf van de gebroeders Das telt 500 Hypor zeugen en 2.600 vleesvarkenplaatsen. De dieren zijn op twee locaties gehuisvest, in Wintelre en Hulsel. De broers fokken met 45 zuivere York zeugen zelf de gelten ter vervanging van de zeugen. De zeugen produceren gemiddeld 28 biggen per zeug per jaar.
De groei van de vleesvarkens is 790 gram per dag.
Op de locatie in Hulsel willen ze het aantal vleesvarkens uitbreiden, daar is ook al een vergunning voor, maar door de slechte prijzen is er nog niet gebouwd. De vergunning wordt verlengd.
Tekst: Joyce Cornelissen
Beeld: Ellen Meinen