Prijsverloop varkens ondoorzichtig
Traditioneel liggen de prijzen van vleesvarkens in de maanden juni, juli en augustus op hogere niveaus dan de andere maanden. Grotere vraag en krapper aanbod tijdens de zomermaanden zorgen voor prijsstijging. Dit jaar nam de vraag volgens slachterijen echter af. Leo Verheijen, adviseur varkens- en biggenprijzen van De Groene Belangenbehartiger (DGB), vindt niet dat de vraag klein is waardoor een prijsverlaging noodzakelijk was.
„Vion kent de markt goed en weet precies wanneer varkenshouders de varkens weg willen hebben. Juist op dat moment verlaagde de vroegere coöperatie de prijs van vleesvarkens.” Ook de Nederlandse Vakbond Varkenshouderij (NVV) ziet een marktbeeld met een krap aanbod en een achterblijvende vraag waardoor logischer wijs de prijs zou moeten stijgen. In gesprekken met slachterijen heeft NVV erop aangedrongen om de prijzen niet verder te laten zakken. Echter zonder resultaat.
Verkoop vlees moeizaam
In navolging van Vion verlaagden ook Compaxo, Hilckmann en Van Rooi Meat begin juli de noteringen, nadat eerder de vleesvarkenprijs in week 19 tot week 25 met 27 cent was gestegen, terwijl de verkoop van het vlees volgens de slachterijen moeizaam verliep. „Wij, maar ook de andere slachterijen, leden wekelijks verlies”, zegt inkoper Ben Schenning van Compaxo. Vanuit de slachterijen gezien lijkt prijsverlaging dan gerechtvaardigd.
Verheijen is het oneens met Schenning. „Dat slachterijen zeggen dat de vleeshandel slecht loopt, is een zwak excuus. Het aanbod varkens is gewoon krap en slachterijen kunnen varkens goed wegzetten. Het is een situatie die de prijs verder omhoog zou moeten duwen”, vindt Verheijen. Volgens de adviseur zijn de slachterijen goed in het inkopen van grondstoffen voor een zeer lage prijs, maar hij plaatst zijn vraagtekens bij de verkoop.
„In plaats dat Vion de prijs van vleesvarkens maar bleef verlagen, had de vroegere coöperatie beter meer energie kunnen steken in de verkoop van vlees”, zegt Verheijen. De wereldkampioenschappen voetbal in Zuid-Afrika en zomerse temperaturen waardoor de barbecues massaal uit de schuren werden gehaald, zijn positieve factoren om de prijs een extra lift te geven.
Bij warm weer vraag naar ribben
Schenning legt uit dat bij zomers weer er geen extra ribben worden gesneden. „Tegenwoordig wordt er voornamelijk bacon gesneden in plaats van ribben. Bij warm weer neemt de vraag naar ribben toe waardoor de prijs stijgt.” Marc van der Lee heeft ook niet het idee dat de toename van barbecueën een grote invloed heeft op de prijs. In de Vee en Gewas van 10 juli liet Van der Lee weten dat maar 10 kg van het karkas voor de barbecue is.
Verheijen blijft bij zijn punt dat het aanbod krap is en de vraag groter dan de slachterijen zeggen. De adviseur voelt op basis van zijn ervaring en gesprekken met varkenshouders niet dat vraag en aanbod momenteel de markt bepalen. „Vion is een coöperatie die zich in zou moeten zetten voor de varkenshouders. Alleen zijn ze meer bezig met het bedrijven van politiek.”
Bij de huidige warme temperaturen ligt de groei van varkens bijna stil. Varkenshouders willen dan de varkens kwijt terwijl de prijs in snel tempo naar lagere prijsniveaus zakte.” De drie maanden juni, juli en augustus bepalen of een varkenshouder een goed of slecht jaar draait. Het prijsniveau in de eerste twee kwartalen van dit jaar lag onder de kostprijs van varkensvlees, die volgens Kostprijsonderzoek op 1,55 euro ligt.
Het gaat erop lijken dat 2010 een niet al te best jaar wordt voor de varkenshouders. „Vroeger was de slachterij het verlengstuk van de varkenshouder. Tegenwoordig zit er een flink gat tussen. Er is geen betrokkenheid meer. LTO en ZLTO zijn partijen die de belangen behartigen van de boeren. Het is slecht dat ze nu niet opkomen voor de varkensboeren”, zegt Verheijen.
Verlies niet afwentelen
De adviseur van DGB legt uit waarom LTO en ZLTO in het verhaal worden getrokken. „ZLTO is eigenaar van de slachterij Vion en ZLTO is onderdeel van LTO.” Verheijen neemt het Vion en LTO/ZLTO kwalijk dat er niet aan de varkenshouders wordt gedacht en alleen aan marges van de slachterijen. Hij is van mening dat wanneer de vleeshandel niet goed loopt, Vion en andere slachterijen daar energie in moeten steken en niet het financieel verlies op varkenshouders afwentelen.
„Bij de failliete DSB-bank wordt de eigenaar, Dirk Scheringa, ook aangesproken op zijn beleid. ZLTO zou verantwoording aan Vion moeten vragen over het gevoerde beleid.” Schenning vindt het niet correct dat slachterijen nu de zwarte piet krijgen toegespeeld en als soort dieven worden uitgemaakt. „Wij willen graag een goede prijs uitbetalen aan de varkenshouders, maar dat moet niet ten koste van.”
„Als wij als slachterijen wekelijks forse verliezen draaien vanwege vraaguitval dan hebben wij geen andere keuze om prijzen naar lagere niveaus te duwen. Het was dapper van Vion om de prijs te verlagen.” Door de financiële crisis merkt de inkoper van Compaxo dat kredietverzekeraars strakker aan de teugels trekken en minder garantie verlenen. Ook de financiële situatie in Oost-Europa en Griekenland maakt het lastig om daar producten af te zetten.
Gebrek aan transparantie
„Ik kan mij voorstellen dat NVV en DGB zich hard maken voor de sector, maar ik vind het jammer dat zij wantrouwen creëren onder de leden”, vervolgt Schenning zijn verhaal. De inkoper legt uit dat de notering nog steeds is gebaseerd op vraag en aanbod, maar dat grote bedrijven zoals Tönnies of Westfleisch en Smitfield veel invloed op de markt hebben. Bij deze bedrijven kan de kostprijs lager liggen dan in Nederland doordat er veel gebruik wordt gemaakt van goedkope krachten.
„In Nederland werken wij ook met goedkope krachten, maar zeker niet op alle plaatsen. Je hebt nog steeds kwalitatief goed en dus duur personeel nodig”, aldus Schenning. Gebrek aan transparantie en betrokkenheid noemt Verheijen als een groot gemis in de sector. Op vrijdag maakt NVV de netto-opbrengstprijs bekend voor de aankomende week. Vion en andere slachterijen maken pas maandag en later in de week de notering bekend.
„Slachterijen weten op het moment van bekendmaking wat ze gaan verkopen, het is dan makkelijk om de prijs te bepalen. De noteringen die slachterijen afgeven zijn niet onderbouwd. Na verkoop maken ze de notering bekend zonder inspraak of overleg met varkenshouders. Ze willen over alles meepraten, maar varkenshouders mogen niet met hun meepraten. Slachterijen willen wel bij anderen in de keuken kijken, maar haar eigen deuren zitten potdicht”, zegt Verheijen.
Schenning zou er geen moeite mee hebben als varkenshouders participeren in de formulering van de notering. Wel voegt hij eraan toe: „Dat het wel een voorwaarde moet zijn dat het een meerwaarde heeft voor beide partijen en niet voor een.” Hoewel Schenning en Verheijen de partijen dichter bij elkaar wil brengen, zit er een groot gat tussen. Voor een betere marktwerking en prijsvorming zou de wens van beide partijen mogelijk een positieve uitwerking hebben. Op dit moment hebben varkenshouders en slachterijen last van de prijs.
Tekst: Kitty Hovenkamp
Beeld: Ingrid Zieverink