Europese varkensartsen verenigen zich
Waarom is er behoefte aan een Europese vereniging van varkensartsen?
„De varkenshouderij krijgt een steeds internationaler karakter. Je ziet bijvoorbeeld dat steeds meer Nederlandse ondernemers in meerdere landen varkenshouderijbedrijven hebben. Ook dierenartsen werken in toenemende mate grensoverschrijdend. Het doel van de vereniging is om een breed Europees platform te vormen waar dierenartsen elkaar kunnen treffen en kennis en ervaring kunnen uitwisselen.”
Grote internationale farmaceutische bedrijven behoorden tot de initiatiefnemers van de vereniging. Waarom?
„Farmaceutische bedrijven hebben belang bij een duurzame en concurrerende varkenshouderij in Europa. Europa produceert jaarlijks meer dan 250 miljoen varkens. Daar hoort professionele varkensgezondheidszorg bij. In de Verenigde Staten werken varkensartsen al langer in verenigingsverband samen, in de American Association of Swine Veterinarians (AASV). In zekere zin vervullen zij een voorbeeldfunctie. De AASV laat mooi zien hoe je door samenwerking en kennisuitwisseling kunt komen tot professionele standaarden bij het waarborgen van voedselveiligheid en dierenwelzijn.”
Waar moet ik dan aan denken?
„Denk bijvoorbeeld aan een Europese harmonisatie bij de aanpak van ziekten die op veel varkenshouderijbedrijven problemen veroorzaken zoals PRRS, PCV-2 en darmaandoeningen als dysenterie. Dat wil niet zeggen dat de bestrijding van deze ziekten op ieder varkenshouderijbedrijf hetzelfde wordt. Ieder bedrijf is anders en vraagt om een specifieke benadering. Je kunt echter wel afspraken maken over een standaardisatie bij het omgaan met deze ziektes. Ook voedselveiligheid, castratie en dierenwelzijn, zijn onderwerpen die internationaal in de belangstelling staan. Het is zinvol om daar als Europese varkensartsen gezamenlijke standpunten over te vormen.”
Gelet op het assortiment antibiotica dat al jarenlang gelijk blijft, zou je kunnen concluderen dat er weinig ontwikkelingen zijn op het gebied van gezondheid in de varkenshouderij. Terecht?
„Nee. Het klopt dat farmaceutische bedrijven vrijwel geen nieuwe antibiotica ontwikkelen. In Denemarken en Nederland is er volop discussie over het verminderen van het antibioticagebruik in de veehouderij. Diezelfde discussie zal ook in andere Europese landen volgen. Dit betekent dat het belang van preventieve gezondheidszorg toeneemt. Op dat gebied zie je wel ontwikkelingen. Onder meer de ontwikkeling van nieuwe vaccins en ook andere geneesmiddelen zoals ontstekingsremmers en probiotica.”
Welke activiteiten mogen we van de nieuwe vereniging verwachten?
„De grootste activiteit is een jaarlijks symposium voor Europese varkensartsen. Volgend jaar houden we dat in Finland. Tijdens de symposia draait het om kennisuitwisseling via inleidingen en posterpresentaties, maar ook om netwerken tussen dierenartsen onderling. Ook gaat de vereniging onderwijsactiviteiten ontplooien. Een varkensarts moet eigenlijk levenslang blijven werken aan kennisvermeerdering. Een Deense collega werkt aan een onderwijsprogramma.”
Hoeveel Nederlandse varkensartsen zijn al lid?
„Tijdens het oprichtingssymposium in mei, hebben zich tien Nederlandse dierenartsen als lid gemeld. Natuurlijk hopen we dat er meer volgen. We hadden ook niet voorzien dat het meteen storm zou lopen. Rustig aan beginnen en gestaag groeien, is het motto.”
De nieuwe vereniging wil ook aan belangenbehartiging doen. Wat gaat dat betekenen?
„Belangenbehartiging op het gebied van diergezondheidszorg is nu nog vooral nationaal georganiseerd. We zien voor de nieuwe vereniging een rol om op Europees niveau te werken aan het versterken van de positie van varkensartsen. Voor de Nederlandse situatie betekent dit dat de KNMvD de binnenlandse belangenbehartiging verzorgt en de benadering van de Europese overheid overlaat aan de EAPHM. Op het terrein van belangenbehartiging gaan de Europese varkensartsen nauw samenwerken met de diersoort overschrijdende FVE, de Europese Federatie van Dierenartsen. De EAPHM wil uitgroeien tot Europees opinieleider op het gebied van gezondheidszorg in de varkenshouderij.”
Tekst: Berrie Klein Swormink
Beeld: Berrie Klein Swormink