Jongelui die dingen laten gebeuren
Er bestaan drie typen mensen. Zij die zich steeds afvragen: wat gebeurt er nu eigenlijk, zij die dingen zien gebeuren en zij die dingen laten gebeuren. Tot die laatste groep behoren de jonge ondernemers Rob Tettero en Antoon Smits. Ze hebben nog meer overeenkomsten.
Beiden hebben het Topklas Ondernemen traject aan de Hogeschool HAS Den Bosch gevolgd. Het initiatief dat drie jaar geleden is opgezet, is bedoeld voor een select gezelschap studenten die in hun afstudeerjaar een eigen bedrijf opzetten. De studenten worden hierbij geholpen door de docenten.
Ondernemen in Oost-Europa
Voor het realiseren van hun droom hebben Smits en Tettero hun toevlucht gezocht in Oost-Europa. De 25-jarige Tettero emigreert nog deze zomer met zijn vriendin naar Hongarije om daar een bedrijf met 2.500 vleesvarkens op te starten.
Antoon Smits heeft sinds twee jaar samen met zijn vriendin de dagelijkse leiding op een gemengd bedrijf met 5.000 hectare akkerbouw en 600 stuks melkvee in de Oekraïne. De 22-jarige Smits studeerde met de afstudeerrichting dier- en veehouderij in 2008 af aan de HAS Den Bosch. In de Topklas schreef hij een businessplan voor het opzetten van een grootschalig akkerbouwbedrijf in de Oekraïne.
Twee jaar na zijn afstuderen sturen hij en zijn vriendin 140 man personeel aan. De boerenzoon is geboren en getogen op een Nederlands varkens- en akkerbouwbedrijf. Samen met zijn vader en nog twee andere Nederlanders is hij eigenaar van het bedrijf dat op ruim 100 kilometer van de hoofdstad Kiev ligt.
Startersmogelijkheden
Student bedrijfskunde & agribusiness Rob Tettero is opgegroeid in een dorp en heeft geen ouderlijk agrarisch bedrijf waar hij op terug kan vallen. „Om dan in Nederland een bedrijf op te starten, is bijna onmogelijk. Voor mijn gevoel ben ik in Duitsland iets te laat. De keuze ging tussen Hongarije, Oekraïne en Roemenië. In die laatste twee landen heerst naar mijn mening nog teveel ongeregeldheid.“
De keuze voor Hongarije betekent dat hij mag gebruikmaken van de aantrekkelijke startersmogelijkheden voor ondernemers. „Vanuit de Europese Unie is er een internationaal ontwikkelingsplan gelanceerd om de Hongaarse agrarische sector te ondersteunen. In de periode van 2007 tot en met 2013 is er 23 miljard euro beschikbaar gesteld via subsidies. De subsidie op investeringen in de varkenshouderij varieert van 40 tot 75 procent.”
„Verder gelden er extra inkomsten als de varkens onder diervriendelijke omstandigheden worden gehuisvest. Per afgeleverd vleesvarken kan dit oplopen tot 9 euro. De keuze voor vleesvarkens is een bewuste keuze. Zeugen zijn rendabeler, maar de investerings- en aanloopkosten zijn hoger. Bovendien moet ik bij de zeugen met vreemd personeel gaan werken. Geschoold personeel met kennis van zaken en verantwoordelijkheidsgevoel is nogal een probleem in Hongarije.”
Driepotenconstructie
Zijn eerste kennismaking met het voormalige Balkanland dateert van drie jaar terug toen hij samen met een Nederlandse varkenshouder, die ook een bedrijf in Hongarije heeft, het land bezocht. „Varkens op stro, makkelijkere mestwetgeving, geen dierrechten en lage huisvestingskosten. Ik dacht, dat kan ik ook.” Na meerdere malen het land te hebben bezocht in het bijzijn van een tolk en tienduizenden kilometers verder op de teller kwam hij via via bij de uiteindelijke locatie terecht.
„Het is eigendom van een 70-jarige miljonair die zijn geld heeft verdiend met wodka. Hij heeft een melkveebedrijf met 2.000 koeien en een gesloten bedrijf met 150 zeugen. De locatie met varkens ga ik huren en wil ik ombouwen tot een bedrijf met plaats voor 2.500 vleesvarkens. De varkens worden op levend gewicht uitbetaald. Met een begrote kostprijs van 1,11 euro per kg levend gewicht en een opbrengstprijs van rond de 1,20 europer kg hoopt hij de komende jaren een eigen vermogen op te bouwen.
Zijn eigen gespaarde geld van enkele tienduizenden euro’s wil hij besteden aan de verbouwing, huur en privé-uitgaven. Een lening bij de bank is mede door de economische crisis niet voor hem weggelegd. „Via een driepotenconstructie wil ik het bedrijf opstarten. Een handelaar, mengvoederfabrikant en slachterij financieren de biggen, voer en transport.”
Uitdaging, ondernemen en vrijheid
„Na vier maanden wanneer de eerste vleesvarkens worden geleverd, krijgen zij eerst hun aandeel. De winst steek ik in de zak. Mocht ik onder de kostprijs produceren dan wordt de voorfinanciering omgezet in een lening op rentebasis. Je moet het zo zien, ik ontleen mijn kennis en arbeid aan het bedrijf.”
„Waarom dan niet als bedrijfsleider bij een varkensbedrijf in Nederland aan de slag gaan waar je verzekerd bent van een vast en waarschijnlijk hoger inkomen, zou je denken. Het is een combinatie van uitdaging, ondernemerschap en vrijheid die voor mij zwaarder weegt.”
Het zijn ook de drijfveren die Antoon Smits deden besluiten te vertrekken naar Oekraïne. Zijn vader en oom behoren tot de grootste primaire agrarische ondernemers in Nederland. Om in het ouderlijke bedrijf te stappen, ziet hijzelf niet zitten. „Ik wil niet bekendstaan als het zoontje van. Dit is voor mij echt ondernemerschap. Ik heb heel veel plezier in mijn werk doordat ik zelf beslissingen mag nemen en verantwoordelijk ben voor de risico’s.”
Nog echt pionieren
„We zijn twee jaar geleden begonnen met 3.500 hectare en 350 koeien en hebben langzaam structuur aangebracht. Met dezelfde mensen doen we nu bijna twee keer zoveel werk. Dat geeft mij voldoening. Als iets gemakkelijk is, doe je het gewoon en is er niks aan. Moet je er hard voor werken en kost het veel moeite maar je haalt het, dan beleef ik er veel meer plezier aan.”
Het ongeëffende pad bewandelen is wat hem vooral trekt in de Oekraïne. „Het pionieren kan hier nog. Het is allemaal niet zo uitgekristalliseerd. Geen melkquotum, dierrechten of mestafzetkosten. Dit is echt een vrije markt.” Op het bedrijf is hij verantwoordelijk voor de akkerbouwtak en zijn 29-jarige vriendin Myke van der Avoird voor het melkvee.
Of het leidinggeven als twintigers niet voor scheve gezichten zorgt? „Soms wel, maar is dat in Nederland anders? Ik denk dat het zelfs in de Oekraïne iets gemakkelijker is door het communistische verleden. Mensen zijn wat gehoorzamer en minder eigenwijs. Maar het is niet altijd even gemakkelijk. Je moet veel geduld hebben.”
„Het allerbelangrijkste is dat je eerlijk bent tegen je personeel.” Eens in de drie weken komt één van zijn Nederlandse compagnons een weekend kijken en waar nodig, het koppel bijsturing geven. „Het grootste risico is dat je verstrikt raakt in je dagelijkse werkzaamheden. Zij wijzen mij voordurend op het vooruitkijken en zo de controle te behouden.”
Iedereen te vriend houden
Hoe hij terugkijkt op de Topklas Ondernemen? „Vooral het hoge praktijkgehalte trok mij”, geeft Smits aan. „Het mooiste vond ik de excursies naar ondernemers. Ik ben niet zo’n boekenwurm. Ik luister en praat liever. Niet dat ik direct nog veel in het businessplan kijk, maar het schrijven spoort je wel aan om dingen te onderzoeken en na te denken. De Topklas is een ideale mogelijkheid om school met je vervolgcarrière als ondernemer te combineren.”
Rob Tettero beaamt zijn verhaal. „Ik heb vanuit mijn stages en bij het schrijven van het businessplan de mogelijkheden in Hongarije kunnen onderzoeken. Op persoonlijk vlak hebben de docenten in mijn geval vooral gewezen op de sociale culture valkuilen van het land. Ik was puur op het bedrijfseconomische aspect gefocust, maar ik heb nu bewust gekozen om samen met mijn vriendin in een meer dichtbevolkt gebied te wonen waar verschillende Nederlanders wonen.”
„De stages hebben mij ook bekend gemaakt met de cultuur van het land. Zo heb ik besloten om een nachtwaker op het bedrijf aan te stellen. De zigeuners zijn een groot probleem. Voor je het weet, staat er een vrachtwagen op je erf die ze volladen en vervolgens rijden ze doodleuk weg.” Een ander mentaliteitsverschil met Nederland, waar hij aan heeft moeten wennen, is om de juiste mensen te vriend te houden met presentjes.
„De hoofddierenarts van een regio bepaalt of een varkensbedrijf een vergunning krijgt. Om dat te beoordelen, komt hij een keer op bezoek en een kijkje nemen. Ik kwam er dus toevallig via iemand achter dat het de bedoeling is dat je hem contant wat geld geeft om de zaak rond te krijgen. Door buurtbewoners een keer mee uit eten te nemen en cadeaus te geven, houd je ze te vriend en voorkom je dat je bezwaar krijgt.”
Flinke winstmarges
Zo enthousiast als hij vertelt over zijn plannen, zo dikwijls heeft Tettero ook z’n twijfels gehad. „Als ik dan op terugreis was naar Nederland en het was tegengevallen, heb ik vaak gedacht: Waarom doe ik het eigenlijk? Na een paar dagen begint het toch weer helemaal te borrelen.”
Eind juli na de diploma-uitreiking is hij van plan om samen met zijn vriendin naar Hongarije te emigreren. „Er is nog veel onzeker. Ik moet nog veel regelen en mijn grootste zorg is om de eerste vier maanden zonder inkomsten door te komen. De eerste maanden staan in het teken van verbouwen en optimaliseren.”
„Mijn doel daarna is om het voer uit de driepotenconstructie te halen. Ik start met droogvoer waarop de fabrieken flinke winstmarges hebben. Op termijn wil ik zelf grondstoffen aanmengen en direct inkopen van de akkerbouwer. De uitbreidingsperspectieven op de huidige locatie zijn gunstig met opschalingsmogelijkheden tot 10.000 vleesvarkens.”
Eigenlijk geen sociaal leven
„Ons verlangen is om een inkomen naar tevredenheid te hebben met een fatsoenlijk sociaal leven. We hebben een paar kilometer van het bedrijf een huis gehuurd. Omdat mijn vriendin zich nog midden in haar studie bevindt gaat ze die volgend jaar vervolgen in Boedapest dat op anderhalf uur rijden ligt. Ik heb een spoedcursus Hongaars gevolgd.”
„Voor de komende jaren zie ik ons hier wel blijven zitten. Mocht het niet lukken dan is het ondernemersrisico te overzien. Ik kan er zo uitstappen en verlies hoogstens wat van mijn eigen kapitaal.”
Antoon Smits en z’n vriendin zien zich voorlopig nog wel in de Oekraïne verblijven. „Het bevalt hier uitstekend. Al hebben we eigenlijk geen sociaal leven, maar we hebben elkaar. Het Oekraïens spreken we allebei goed. Dat leer je vanzelf. De komende jaren willen we het bedrijf verder uitbouwen en optimaliseren.” Of hij zelf, net als z’n vader en oom, nog plannen heeft om een varkenstak op te starten? „Ik zou het wel graag willen, alleen het vergt grote investeringen. Mijn voornaamste streven is zo groot en efficiënt mogelijk produceren. Met wat maakt mij eigenlijk niet zoveel uit.”
‘Bang om te mislukken’
„Wij proberen studenten vooral te behoeden voor de valkuilen die ze in hun ondernemerschap tegenkomen”, begint Koos Dekker zijn verhaal. De docent aan de Hogeschool HAS Den Bosch is één van de oprichters van Topklas Ondernemen. „Onze insteek is om studenten aan te zetten om ze één dag per maand na te laten denken over wat er allemaal mis kan gaan. Tegelijkertijd moeten ze ook één dag in kansen denken. Meer niet, er moet wel wat gebeuren.” Om jonge ondernemers te helpen, heeft de Hogeschool drie jaar geleden de Topklas opgericht.
„Studenten kunnen zich voor het afstudeerjaar aanmelden met een idee. Vergelijkbaar met Idols moeten ze dan op de stip plaatsnemen waar wij met enkele docenten de jury vormen. Het mag een vaag idee zijn als het maar een authentiek en enthousiast verhaal is dat bij de persoon past en het moet natuurlijk kansen bieden. Uiteindelijk mogen maximaal 15 studenten deelnemen aan de Topklas. Wij begeleiden ze dan bij het schrijven van een businessplan. Voordeel voor studenten is dat ze overal bij worden geholpen, gemakkelijk ergens binnenkomen en domme vragen mogen stellen. Ondernemers moeten het veel meer zelf uitzoeken.”
Kunst van het realiseren
Wat een ondernemer kenmerkt? „Het is het zien en de kunst van het realiseren. Ondernemers kijken anders tegen de wereld aan en durven voor zichzelf risico’s te nemen. Zijn collega Patrick Sengers die woordvoeder van het geheel is vult aan: „Binnen de docentenkring hebben we al meermalen competenties aan ondernemerschap proberen te hangen. Het is moeilijk om deze types in een keurslijf te stoppen Ze bezitten een bepaalde bravoure. Zij beredeneren: mijn wereld is maakbaar en als dat niet zo is pas ik de regels aan. Een ondernemer moet zelf de info opsnuiven en zijn eigen weg gaan.”
„Het bedenken van een plan moet worden vervolgd door het te gaan doen, terwijl soms iedereen je voor gek verklaart. De kunst is om na het vallen, wat ongetwijfeld een keer gebeurt, weer op te staan en door te gaan. In Nederland zijn we bang om te mislukken. In Amerika tel je zonder een misser niet mee. Ze zeggen: goed zo, daar leer je van.”
Als Topklas zijn ze ook al tegen het dilemma van de boerenzonen en –dochters aan gelopen. Koos Dekker daarover: „De traditionele bedrijfsovername kunnen we niet concreet in het traject plaatsen. Ze genereren geen nieuwe business en dan is het lastig om een businessplan te schrijven.”
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Gerard Burgers